3-1939/6

3-1939/6

Belgische Senaat

ZITTING 2006-2007

13 FEBRUARI 2007


Wetsontwerp tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de geschillen inzake de toewijzing, de herziening en de weigering van de materiële hulp


VERSLAG

NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE BINNENLANDSE ZAKEN EN VOOR DE ADMINISTRATIEVE AANGELEGENHEDEN NA TERUGZENDING DOOR DE PLENAIRE VERGADERING UITGEBRACHT DOOR

MEVROUW TALHAOUI


I. INLEIDING

Het wetsontwerp waarover dit verslag gaat, moet volgens de verplicht bicamerale procedure worden behandeld en is oorspronkelijk ingediend in de Kamer van volksvertegenwoordigers als een wetsontwerp van de regering (stuk Kamer, nr. 51-2565/1) onder het opschrift « Wetsontwerp betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen ».

Tijdens haar vergadering van 7 november 2006 heeft de Kamercommissie voor de Volksgezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing vastgesteld dat alle bepalingen uit het wetsontwerp ressorteerden onder artikel 78 van de Grondwet, met uitzondering van artikel 68, dat het Gerechtelijk Wetboek wijzigt met betrekking tot de geschillen inzake de toewijzing, de herziening en de weigering van de materiële hulp en dat een aangelegenheid regelt bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

De Kamercommissie heeft daarom, overeenkomstig artikel 72.2, tweede lid, van het Reglement van de Kamer, besloten het wetsontwerp in twee afzonderlijke ontwerpen op te splitsen (stuk Kamer, 51-2565/004). Het eerste van die wetsontwerpen bevat dan alleen bepalingen die aangelegenheden regelen als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet (stuk Kamer, 51-2565/005), het tweede bevat alleen bepalingen die aangelegenheden regelen als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet (stuk Kamer, 51-2565/006).

Het wetsontwerp betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen, dat aangelegenheden regelt als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet, is door de Kamer van volksvertegenwoordigers eenparig aangenomen op 23 november 2006 (stuk Kamer, 51-2565/008). Op 24 november 2006 is het overgezonden naar de Senaat (stuk Senaat, 3-1938/1), die het niet heeft geëvoceerd.

Het wetsontwerp tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de geschillen inzake de toewijzing, de herziening en de weigering van de materiële hulp, dat een aangelegenheid regelt als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet, is op 23 november 2006 door de Kamer van volksvertegenwoordigers aangenomen met 97 tegen 16 stemmen bij 8 onthoudingen.

Het is naar de Senaat overgezonden op 24 november 2006.

De Commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de administratieve Aangelegenheden heeft het wetsontwerp besproken tijdens haar vergadering van 16 januari 2007.

Er zijn amendementen (stuk Senaat, nr. 3-1939/2) ingediend en aangenomen.

De dienst Wetsevaluatie van de Senaat heeft evenwel opmerkingen gemaakt over de aldus geamendeerde en door de Commissie aangenomen tekst. De belangrijkste opmerking was dat bepaalde amendementen (amendementen nrs. 3 en 4) geen betrekking hadden op de tekst van het bicameraal ontwerp maar op de tekst van het wetsontwerp betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen, dat een aangelegenheid regelt als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet en dat niet geëvoceerd was.

Volgens de dienst Wetsevaluatie van de Senaat werden de bevoegdheids- en procedureregels vastgesteld in de artikelen 77 en 78 van de Grondwet geschonden.

Een tweede opmerking van de dienst Wetsevaluatie betrof artikel 5 van wetsontwerp 3-1939, dat de inwerkingtreding regelt. De door de Commissie geamendeerde tekst verwees naar de datum van inwerkingtreding van het wetsontwerp betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen (artikel 78 van de Grondwet). Het probleem is dat voor dit wetsontwerp wellicht meer dan één datum van inwerkingtreding zal gelden aangezien de Koning gemachtigd wordt om de datum van inwerkingtreding van de verschillende bepalingen vast te stellen. Het is dus mogelijk dat de verschillende bepalingen op verschillende tijdstippen in werking treden.

Om deze redenen is tijdens de plenaire vergadering van 25 januari 2007 besloten wetsontwerp nr. 3-1939 terug te zenden naar de Commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de administratieve Aangelegenheden voor een nieuwe bespreking.

II. ALGEMENE BESPREKING

De heer Delpérée wil een algemene opmerking maken : hij vraagt de voorzitters van Kamer en Senaat om zowel de regering als de parlementsleden eraan te herinneren dat wetsontwerpen op basis van de artikelen 74, 77 en 78 van de Grondwet duidelijk moeten worden opgesplitst. Zo niet ontstaat een warboel en lopen de parlementaire werkzaamheden in het honderd. Zo voorkomt men ook de problemen die nu gerezen zijn met dit wetsontwerp.

III. ARTIKELSGEWIJZE BESPREKING EN STEMMINGEN

Tijdens de nieuwe bespreking van het wetsontwerp in de Commissie voor de Binnenlandse Zaken zijn twee nieuwe amendementen ingediend.

Artikel 1

Over dit artikel zijn geen opmerkingen gemaakt.

Het is eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.

Artikel 2

Over dit artikel zijn geen opmerkingen gemaakt.

Het is aangenomen met 7 stemmen bij 2 onthoudingen.

Artikelen 3 en 4

Amendement nr. 6

De heer Happart c.s. dienen een amendement in (amendement nr. 6, Stuk Senaat, nr. 3-1939/5), dat ertoe strekt de artikelen van het door de Commissie voor de Binnenlandse Zaken goedgekeurde wetsontwerp te doen vervallen vanwege de problemen waarop de dienst Wetsevaluatie van de Senaat heeft gewezen.

Amendement nr. 6 wordt aangenomen met 7 stemmen bij 2 onthoudingen.

Artikel 5

Amendement nr. 7

De heer Happart c.s. dienen een amendement in (amendement nr. 7, Stuk Senaat, nr. 3-1939/5), dat ertoe strekt de inwerkingtreding van wetsontwerp nr. 3-1939 duidelijker vast te stellen, gezien de opmerkingen die de dienst Wetsevaluatie heeft gemaakt over artikel 5.

Volgens de heer Delpérée is dit amendement echter heel onduidelijk opgesteld. Men zou beter stellen dat de wet in werking treedt « de dag waarop een eerste bepaling in werking treedt van de boeken II en III van de wet van ... betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen ».

Daarom stellen de indieners van het amendement voor een technische correctie aan te brengen in de tekst van het amendement om het te verduidelijken. De commissie aanvaardt deze technische correctie met 8 stemmen bij 1 onthouding.

Het verbeterde amendement luidt dan : « Deze wet treedt in werking op de dag waarop een eerste bepaling in werking treedt van de boeken II en III van de wet van ... betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde categorieën van vreemdelingen. »

Het aldus verbeterde amendement nr. 7 wordt aangenomen met 7 stemmen bij 2 onthoudingen.

Het aldus geamendeerde wetsontwerp in zijn geheel wordt aangenomen met 8 stemmen bij 1 onthouding.


Dit verslag werd eenparig goedgekeurd door de 10 aanwezige leden.

De rapporteur, De voorzitter,
Fauzaya TALHAOUI. Ludwig VANDENHOVE.

Tekst aangenomen door de commissie (zie stuk Senaat, nr. 3-1939/7 - 2006/2007)