3-675/8

3-675/8

Belgische Senaat

ZITTING 2006-2007

24 JANUARI 2007


Wetsvoorstel tot oprichting van een Orde van apothekers


AMENDEMENTEN


Nr. 20 VAN MEVROUW VAN de CASTEELE EN DE HEER VANKRUNKELSVEN

De tekst van het voorstel vervangen als volgt :

« HOOFDSTUK I

Algemene bepaling

Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

HOOFDSTUK II

Oprichting, inrichting en bevoegdheden

AFDELING I

Algemene bepalingen

Art. 2

Er wordt een Orde van apothekers opgericht, hierna « de Orde » genoemd. De Orde wordt opgericht en ingericht overeenkomstig artikel 8 van de Deontologiewet Gezondheidszorgberoepen.

De Orde oefent ten opzichte van de apothekers de opdrachten en bevoegdheden uit als bepaald in Titel III van de Deontologiewet Gezondheidszorg-beroepen.

Art. 3

De organen van de Orde zijn :

1º de Nationale Raad;

2º tien provinciale raden;

3º twee raden voor apothekers buiten de officina.

AFDELING II

De provinciale raden en de raden voor apothekers buiten de officina

Art. 4

In iedere provincie wordt een provinciale raad opgericht.

Er worden een Nederlandstalige raad en een Franstalige raad van apothekers buiten de officina opgericht.

Art. 5

§ 1. Ieder persoon die in België een activiteit uitoefent waarvoor het diploma van apotheker vereist is, schrijft zich in op de lijsten van de Orde. De apotheker die in overheidsdienst werkt is hiertoe alleen verplicht wanneer hij zijn beroep ook daarbuiten uitoefent.

§ 2. In afwijking van artikel 9 van de Deontologiewet gezondheidszorgberoepen wordt de titularis van een apotheek toegankelijk voor het publiek of van een ziekenhuisapotheek ingeschreven op de lijst van de provinciale raad van de provincie waar de apotheek is gevestigd. De plaatsvervangende of tweede apotheker wordt ingeschreven op de lijst van de provinciale raad van de provincie waar hij zijn woonplaats heeft. De titularissen van een apotheek gelegen in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest en de plaatsvervangende of tweede apothekers die hun woonplaats hebben in dat Gewest, worden naar eigen keuze ingeschreven op de lijst van de provinciale raad van Vlaams Brabant of op de lijst van de provinciale raad van Waals Brabant.

De houders van het wettelijk diploma van apotheker die buiten de officina een activiteit uitoefenen waarvoor dit diploma vereist is, worden ingeschreven op de lijst van de Nederlandstalige of de Franstalige raad voor apothekers buiten de officina, naargelang zij hun woonplaats hebben in het Vlaamse Gewest of in het Waalse Gewest. De apothekers buiten de officina die hun woonplaats hebben in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest worden naar eigen keuze ingeschreven op de lijst van de Nederlandstalige of de Franstalige raad voor apothekers buiten de officina.

De houders van het wettelijk diploma van apotheker die geen titularis zijn van een apotheek, en die in België een activiteit uitoefenen waarvoor dit diploma vereist is, maar hun woonplaats niet in België hebben, worden naar gelang het geval ingeschreven op de lijst van de provinciale raad of van de raad voor apothekers buiten de officina van de plaats waar zij in België hun voornaamste beroepsbezigheid uitoefenen. Wanneer die plaats in het Brusselse Gewest gelegen is, worden zij naar hun keuze ingeschreven op de lijst van de provincie Vlaams Brabant of Waals Brabant of op de lijst van de Nederlandstalige of Franstalige raad van de apothekers buiten de officina.

De provinciale lijsten vormen samen met de lijsten van de apothekers buiten de officina de lijst van de Orde.

Art. 6

De provinciale raden en de raden van apothekers buiten de officina oefenen de opdrachten en bevoegdheden uit bepaald in Titel III, Hoofdstuk II, van de Deontologiewet gezondheidszorgberoepen.

Wat de bemiddelingsopdracht betreft bedoeld in artikel 13, tweede lid, b), van die wet, bemiddelen de raden tussen apothekers onderling, tussen apothekers en officina-eigenaars die geen apotheker zijn, tussen apothekers en patiënten en tussen apothekers en bedrijven en andere derden.

Voor de toepassing van artikel 14 van de Deontologiewet gezondheidszorgberoepen nemen de raden ook kennis van de overtredingen van artikel 73 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.

Art. 7

§ 1. Elke raad is samengesteld uit negen leden waarvan :

— zeven rechtstreeks verkozen apothekers;

— twee leden die jurist zijn.

Art. 8

De raden voor apothekers buiten de officina hebben hun zetel in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.

AFDELING III

De Nationale Raad

Art. 9

De Nationale Raad is samengesteld uit een Nederlandstalige en een Franstalige afdeling.

De Nederlandstalige afdeling vertegenwoordigt de leden die zijn ingeschreven op de lijsten van de provincies die behoren tot het Vlaamse Gewest en van de Nederlandstalige raad van de apothekers buiten de officina.

De Franstalige afdeling vertegenwoordigt de leden die zijn ingeschreven op de lijsten van de provincies die behoren tot het Waalse Gewest en van de Franstalige raad van de apothekers buiten de officina.

Art. 10

§ 1. Onverminderd de bepalingen in artikel 19, §§ 2 en 3 van de Deontologiewet gezondheidszorgberoepen, is elke afdeling van de Nationale Raad samengesteld uit dertien leden waarvan :

a) zes rechtstreeks verkozen apothekers, één per provincie en één apotheker buiten de officina;

b) vier apothekers-hoogleraren verbonden aan een faculteit farmaceutische wetenschappen, benoemd uit een dubbeltal voorgedragen door de beheersorganen van de universiteiten;

c) een lid met een deskundigheid in de ethische problemen, benoemd uit een dubbeltal voorgedragen door de universiteiten;

d) een lid met een ervaring inzake wetgeving betreffende patiëntenrechten in de hoedanigheid van beoefenaar van een ombudsfunctie bedoeld in de artikelen 11 en 16, § 3, van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt.

e) een beroepsmagistraat die zitting heeft in een hof van beroep, een Arbeidshof, de Raad van State of het Hof van Cassatie.

§ 2. Een Nederlandstalige en een Franstalige directeur-apotheker staan de Nationale Raad bij in het dagelijks bestuur van de Orde. Zij worden benoemd door de Nationale Raad. Zij nemen deel aan de vergaderingen met raadgevende stem. Hun bezoldiging wordt vastgesteld door en komt ten laste van de Nationale Raad.

Art. 11

Onverminderd artikel 3, § 4, van de Deontologiewet gezondheidszorgberoepen regelen de deontologische regels de relatie tussen de apotheker en de artsen, de beoefenaars van de tandheelkunde, de titularissen van de paramedische beroepen, de verzorgingsinstellingen, de verzekeringsinstellingen, de overheid, de eigenaars van apotheken die geen apotheker zijn en de farmaceutische industrie, met inbegrip van het doorgeven van informatie en bescheiden.

Ze bevatten eveneens bepalingen die ertoe strekken het niet-handelskarakter van het beroep van officina-apotheker te vrijwaren. Zo daartoe redenen zijn, kan de code de bedingen aanwijzen die, wegens hun onverenigbaarheid met de beginselen van de code en inzonderheid met het niet-handelskarakter van het beroep, verboden zijn in overeenkomsten die apothekers sluiten betreffende de uitoefening van hun beroep.

Art. 12

Onverminderd artikel 18 van de Deontologiewet gezondheidszorgberoepen heeft de Nationale Raad als opdracht om informatie te verstrekken over de werking en de beslissingen van de commissie parafarmacie. De Nationale Raad informeert de officina-apothekers over de criteria bedoeld in artikel 13, § 1, eerste lid, en publiceert elk advies dat hij over de toepassing ervan in concrete gevallen geeft.

HOOFDSTUK III

De commissie parafarmacie

Art. 13

§ 1. Er wordt binnen de Orde een commissie parafarmacie ingesteld die de Nationale Raad adviseert over de criteria waaraan niet-geneesmiddelen moeten voldoen om in de officina-apotheek te worden verkocht.

De commissie parafarmacie is samengesteld uit twaalf leden waarvan :

1º zes leden aangewezen door de Nationale Raad;

2º vier leden aangewezen door de meest representatieve farmaceutische beroepsorganisaties;

3º een vertegenwoordiger van de FOD Volksgezondheid;

4º een vertegenwoordiger van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten.

De helft van de commissieleden is Nederlandstalig, de andere helft is Franstalig.

§ 2. De Koning bepaalt, na advies van de Nationale Raad, de nadere regels betreffende de werking van de commissie.

HOOFDSTUK IV

Procedure

Art. 14

...

HOOFDSTUK V

Wijzigings-, opheffings-, overgangs- en inwerkingtredingsbepalingen

Art. 15

Het koninklijk besluit nr. 80 van 10 november 1967 betreffende de Orde der apothekers wordt opgeheven.

De Koning vervangt in de bestaande wetgeving en reglementering de verwijzingen naar het koninklijk besluit nr. 80 van 10 november 1967 betreffende de Orde van apothekers of naar bepalingen ervan door een verwijzing naar deze wet of naar bepalingen ervan.

Art. 16

De Koning bepaalt voor elk van de bepalingen van deze wet met uitzondering van dit artikel de datum van inwerkingtreding.

De Koning neemt de nodige maatregelen om de toepassing van artikel 5,§ 1, te verzekeren.

De Koning bepaalt de wijze waarop de bevoegdheden van de bij het koninklijk besluit nr. 80 van 10 november 1967 ingestelde provinciale raden, raden van beroep en nationale raad worden overgedragen aan de provinciale raden, de raden voor apothekers buiten de officina, de raden van beroep, de Nationale Raad en de Hoge Raad die bij deze wet en de wet Deontologie gezondheidszorgberoepen worden ingesteld.

Hij bepaalt eveneens de datum waarop deze overdracht geschiedt.

Tot op deze datum en bij wijze van overgangsmaatregel blijven de bij het koninklijk besluit nr. 80 van 10 november 1967 ingestelde raden hun volledige bevoegdheden uitoefenen, overeenkomstig het genoemde besluit en zijn uitvoeringsbesluiten. De Koning kan hun echter opdracht geven te handelen overeenkomstig deze wet en inzonderheid belasten met het vervullen van bepaalde taken waarin deze wet voorziet. »

Annemie VAN de CASTEELE
Patrik VANKRUNKELSVEN.