3-196 | 3-196 |
(De tekst aangenomen door de commissies is dezelfde als de tekst van het door de Kamer van volksvertegenwoordigers overgezonden ontwerp. Zie stuk Kamer 51-2773/31.)
(De tekst van de amendementen wordt uitzonderlijk in de bijlage opgenomen.)
De heer Jan Steverlynck (CD&V). - Amendement 3 op artikel 5 heeft betrekking op de bevoegdheid toegekend aan de belastingambtenaar om tot sluiting van het bedrijf over te gaan. Het moet ervoor zorgen dat, indien het niet betalen van de btw te wijten is aan het feit dat de overheid zelf bepaalde facturen niet heeft betaald, het bedrag van de btw kan worden verrekend of gecompenseerd. Met andere woorden, niet alleen bedrijven hebben de plicht belastingen en btw te betalen, ook de overheid heeft de plicht haar facturen te betalen.
Amendement 4 op artikel 9 gaat over dezelfde problematiek, maar dan voor de bedrijfsvoorheffing en de inkomstenbelasting.
Amendement 2 op artikel 39, het artikel waarover de staatssecretaris daarnet zei dat het inhoudelijk nagenoeg volledig is ingegeven door de Europese reglementering. Pas laat is echter duidelijk geworden dat artikel 39, a) een bewuste keuze is van de overheid. Daarom wensen wij artikel 39, a) te schrappen. Voor het overige verwijs ik naar de schriftelijke verantwoording bij het amendement.
Mme Isabelle Durant (ECOLO). - Les amendements 44 à 49 sont relatifs au Fonds amiante et visent à répondre aux cinq objections que j'ai formulées.
De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - De discussie over dit probleem zou ons natuurlijk heel ver kunnen leiden, maar ik wil toch een punt aanhalen dat noch in de Kamer, noch in de Senaat is bediscussieerd. De door de regering voorgestelde regeling ontneemt de slachtoffers de gemeenrechtelijke bescherming en aansprakelijkheid. De regering richt een fonds op dat exclusief een forfaitaire schadevergoeding zal uitkeren. Wanneer men krachtens het gemene recht een vordering tot schadeloosstelling kan instellen die tot volledige schadeloosstelling kan leiden, maar de wetgever een fonds creëert dat dit recht eigenlijk ontneemt, zodat men enkel op de van het gemene recht afwijkende regeling van de overheid aanspraak kan maken, dan komt dit volgens twee arresten van 6 oktober 2005 van het Hof van Straatsburg neer op een feitelijke onteigening, strijdig met artikel 1 van het eerste protocol gevoegd bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.
In een grondige discussie zou dit natuurlijk aan de orde komen, maar de regering wil vooral zaken lanceren die de echte kwaliteitstoets nooit zullen doorstaan.
Mevrouw Mia De Schamphelaere (CD&V). - Amendement 40 op artikel 170 wil een oplossing bieden voor nog maar eens een verwarring die de federale regering heeft geschapen op een terrein dat duidelijk en exclusief tot de bevoegdheid van de gemeenschappen behoort, namelijk alles wat te maken heeft met gratis onderwijs en de toegankelijkheid van de scholen. De regering is erin geslaagd een bepaalde premie, die volgens ons beter gewoon een verhoging van de kinderbijslag had geheten, een schoolpremie te heten. Misschien was het eigenlijk een gemeenteraadsverkiezingspremie. In elk geval werd eind augustus, begin september een schoolpremie uitgekeerd. Men zou kunnen veronderstellen dat alle leerlingen van het basis- en secundair onderwijs dezelfde premie zouden krijgen. Voor heel wat ouders werd dat een grote teleurstelling. Voor ouders van elfjarigen die al in het middelbaar zaten bijvoorbeeld. Of voor ouders van leerlingen van 19, 20, 21 jaar, vooral dan in het TSO en BSO, die heel wat uitrusting moeten kopen, voor hout- en metaalbewerking bijvoorbeeld, of keukengerei in de hotelschool. Het spijt me dat ik hier in een federale kamer over studierichtingen moet praten, maar het was nu eenmaal een maatregel van de federale regering. Heel deze groep van ouders werd door de naam van deze premie op het verkeerde been gezet. Wij willen dit oplossen door deze vergoeding uit te breiden naar alle leerlingen in eenzelfde situatie. Gaat men ervan uit dat ook de federale overheid moet bijdragen in schoolonkosten, dan mag men leerlingen niet discrimineren op basis van hun leeftijd.
De heer Wouter Beke (CD&V). - Amendement 33 strekt ertoe artikel 210 te doen vervallen. Ouders van kinderen die langdurig in het ziekenhuis verblijven financieel ondersteunen is een goede maatregel. De beperking tot langdurige ziekenhuisopname die het gevolg is van een oncologische aandoening roept echter vragen op. De maatregel geldt immers niet voor ouders van kinderen die om andere redenen, die soms even ernstig zijn, langdurig in het ziekenhuis verblijven. Deze ongelijkheid is niet te rechtvaardigen. Wij vragen een gelijke behandeling.
Mevrouw Mia De Schamphelaere (CD&V). - Ik heb al gewezen op de sluikse manier waarop minister Demotte de zorgkundigen in de thuiszorg wil tewerkstellen. Met amendement 34 bij artikel 217 willen we de bejaarden- of familiehulp bij de Vlaamse diensten voor gezinszorg in de RIZIV-nomenclatuur laten opnemen, zoals minister Demotte heeft bepaald voor de zorgkundigen. Op die manier worden de beide gemeenschappen op het vlak van thuiszorg financieel op gelijke voet behandeld.
De heer Wouter Beke (CD&V). - Amendement 37 bij artikel 224 strekt ertoe de laatste zin van de voorgestelde tekst weg te laten. Bij een verkorte reactietermijn wordt het stilzwijgen van de minister beschouwd als een weigering. Dat is de omgekeerde werkwijze van de te volgen procedure, namelijk dat de minister 10 dagen de tijd heeft. Een dergelijke werkwijze kan voor verwarring zorgen. Daarom pleiten we voor eenzelfde procedure, ongeacht de termijn.
Mevrouw Mia De Schamphelaere (CD&V). - Amendement 38 bij artikel 228 strekt ertoe de datum van inwerkingtreding van de regeling inzake zuurstoftherapie vast te leggen op 1 januari 2008.
De heer Jan Steverlynck (CD&V). - Amendement 39 heeft betrekking op het minimumpensioen van zelfstandigen. Tot 2001 was er een perfecte koppeling tussen het minimumpensioen voor zelfstandigen en het gewaarborgd inkomen voor bejaarden. Dat is met de invoering van de inkomensgarantie voor ouderen (IGO) losgekoppeld. In de praktijk betekende dat niets, omdat het pensioen in realiteit steeds hoger was dan de IGO. Door de laatste verhogingen in het raam van het armoedebeleid is het minimumpensioen voor zelfstandigen lager dan de IGO. Dit kan niet. De regering zou stapsgewijs handelen, maar ze heeft de inwerkingtreding laten afhangen van een koninklijk besluit, zodat de budgettaire toestand kan worden bekeken.
Met dit amendement wensen we een structurele koppeling op basis van de armoedeproblematiek, maar ook omwille van de rechtvaardigheid. Een pensioen op basis van bijdragebetaling zou steeds 10 procent hoger moeten zijn dan een pensioen dat men kan bekomen op basis van een bestaansminimum.
De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Amendement 5 op artikel 351 is een basisamendement dat ik heb ingediend bij het geheel van de artikelen die de commissie voor de Justitie diende te behandelen. Het geldt zowel voor de artikelen van het ontwerp van programmawet (I) en (II) als voor de artikelen van het ontwerp houdende diverse bepalingen. Het amendement wil al die artikelen schrappen en wel om diverse redenen.
Een eerste is de veelvuldige kritiek van de Raad van State op de werkwijze van de regering en het kortsluiten van de Raad van State door voor duizenden artikelen een adviestermijn van vijf dagen te geven. Dit is een ronduit onmenselijke en vernederende behandeling van de staatsraden van de Raad van State, die trouwens strijdig is met artikel 3 van het Europees Verdrag van de rechten van de mens. De Raad van State zegt zelf dat hij onheus wordt behandeld door deze regering en dat hij zijn grondwettelijke taken niet behoorlijk kan uitvoeren.
Ten tweede stel ik vast dat de methode die de regering volgt, ongrondwettig is.
Ten derde stelt mijn amendement de discriminerende behandeling van de Senaat aan de kaak.
Om al die redenen heb ik bij alle bepalingen die de commissie voor de Justitie diende te behandelen, een principieel amendement ingediend. Uiteindelijk moet de rechterlijke macht oordelen welke conclusies men in een rechtsstaat uit de handelwijze van de regering moet trekken.
-De stemming over de amendementen wordt aangehouden.
-De stemming over het wetsontwerp in zijn geheel heeft later plaats.