3-2012/1

3-2012/1

Belgische Senaat

ZITTING 2006-2007

10 JANUARI 2007


Voorstel van resolutie betreffende de toestand in Darfoer

(Ingediend door de heer Philippe Mahoux)


TOELICHTING


Deze resolutie strekt om een standpunt in te nemen tegen de onveilige en precaire toestand in Darfoer.

Philippe MAHOUX.

VOORSTEL VAN RESOLUTIE


De Senaat,

A. Overwegende dat de Afrikaanse Unie (AU) beslist heeft het mandaat van haar vredesmacht in de Soedanese regio Darfoer te verlengen tot juni 2007;

B. Overwegende dat de Soedanese regering herhaaldelijk de plannen heeft verworpen om de Afrikaanse vredesmacht overeenkomstig resolutie nr. 1706 van de VN-Veiligheidsraad om te vormen tot een VN-vredesmacht met 22 000 manschappen;

C. Overwegende dat het vredesakkoord over Darfoer, dat op 5 mei 2006 in Abuja ondertekend werd, ontoereikend is gebleken en dat het daardoor niet heeft kunnen leiden tot het beëindigen van het geweld doch integendeel een nieuwe opstoot van machtsmisbruik met zich heeft gebracht : dagelijks worden nog steeds mensen verkracht, aangevallen, verdreven en vermoord;

D. Overwegende dat het Soedanese leger het akkoord schendt en zich opnieuw heeft ontplooid in de regio en dat er opnieuw bombardementen uitgevoerd worden;

E. Overwegende dat sinds de aanvang van de crisis reeds meer dan 200 000 personen het leven hebben verloren en dat meer dan twee miljoen mensen ontheemd zijn;

F. Overwegende dat de berichten over de humanitaire crisis in Darfoer steeds verontrustender worden en dat een groot deel van Darfoer opnieuw ontoegankelijk is voor humanitaire zendingen;

G. Overwegende dat de toestand onlangs nog onveiliger is geworden en dat de aanhoudende instabiliteit en het niet aflatende geweld zorgwekkende gevolgen hebben voor de volksgezondheid (ondervoeding, cholera-epidemie, hepatitis E);

H. Gezien de verbintenissen van de internationale gemeenschap na de volkerenmoord in Rwanda en meer bepaald overwegende dat de huidige internationale aanwezigheid in de DRC overtuigend aantoont dat de internationale gemeenschap bereid is met meer politieke verantwoordelijkheidszin op te treden in Afrika;

I. Overwegende dat België sinds begin januari 2007 als niet-permanent lid zitting heeft in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties;

vraagt de regering :

1. alles in het werk te stellen om onverwijld een VN-vredesoperatie op te starten (op grond van hoofdstuk VI of van hoofdstuk VII van het Handvest van de Verenigde Naties) om een einde te maken aan het geweld en om die ontwrichte regio tot vrede en stabiliteit te brengen;

2. van alle partijen in het conflict te eisen dat ze alle humanitaire werkers vrije toegang verlenen tot de conflictgebieden en voor hun veiligheid instaan overeenkomstig de internationale humanitaire rechtsregels, meer bepaald door humanitaire corridors te openen;

3. alles in het werk te stellen om opnieuw onderhandelingen op gang te brengen waaraan alle rebellerende facties en de machthebbers in Khartoem deelnemen;

4. de noodzaak te beklemtonen van de ondertekening van een akkoord met de representatieve rebellerende facties opdat dit akkoord door de bevolking in Darfoer niet massaal verworpen wordt;

5. erop toe te zien dat de humanitaire hulp van de Europese Unie significant wordt opgevoerd (momenteel is 75 % van de hulp uit de Verenigde Staten afkomstig) voor de zowat drie miljoen mensen die volledig afhankelijk zijn van internationale hulp voor voeding, onderdak en gezondheidszorg;

6. deze resolutie over te zenden aan de Europese Commissie, de ACS-EU Raad van ministers (Afrika, Caraïben, Stille Oceaan — Europese Unie), de Soedanese regering, de Afrikaanse Unie, de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties en de leden van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.

10 januari 2007.

Philippe MAHOUX.