3-188

3-188

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 16 NOVEMBRE 2006 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de Mme Fauzaya Talhaoui au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur «le fonctionnement de la Cellule "Mariages blancs" à Anvers et à Gand» (nº 3-1905)

Mme la présidente. - M. Hervé Jamar, secrétaire d'État à la Modernisation des finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances, répondra.

Mevrouw Fauzaya Talhaoui (SP.A-SPIRIT). - In Antwerpen is een beweging actief die zich inzet voor mensen zonder papieren. Ze stelde vast dat Antwerpenaren die wensen te trouwen met partners zonder papieren, niet correct behandeld worden door de Antwerpse cel Schijnhuwelijken. Hoewel zij, zoals u en ik, tegen schijnhuwelijken zijn gekant, vinden zij dat elke kandidaat-trouwer recht heeft op een respectvolle en menselijke benadering.

De beweging vraagt een externe doorlichting van de Antwerpse cel Schijnhuwelijken. De wijze waarop de Antwerpse trouwers vandaag worden ondervraagd, ook over intieme zaken, betekent een inbreuk op hun privacy. De Antwerpse cel zou ook vaak een foutief verslag opstellen op basis waarvan kandidaat-trouwers worden geweigerd. Het verslag is volgens de beweging niet gebaseerd op te controleren feiten.

Bovendien vertonen de cijfers in Gent en Antwerpen belangrijke verschillen. In Antwerpen werden er door de cel in 2005 256, van de 555 huwelijksaanvragen, ongeveer de helft, in twijfel getrokken. Zo'n 149 koppels werden geweigerd en de 107 andere verdachte schijnhuwelijken zitten nu in een beroepsprocedure. In Gent werden in 2004 nauwelijks 30 dossiers geweigerd op een totaal van 277 onderzochte dossiers. Kortom, in Gent werd 20 procent en in Antwerpen 50 procent geweigerd. Voor schijnhuwelijken is Antwerpen bepaald streng.

De onderzoeken naar eventuele schijnhuwelijken moeten objectief, transparant en volgens duidelijke, welbepaalde regels gebeuren. Die zouden er nu niet zijn, ondanks de rondzendbrief van 26 september 2005 en het draaiboek schijnhuwelijken dat eind 2003 in samenwerking met de dienst Vreemdelingenzaken tot stand kwam. De ambtenaar van de Burgerlijke Stand kiest nog steeds zelf zijn vragen en pent zelf de antwoorden neer, maakt nadien een verslag op basis van zijn eigen interpretatie en geeft dat door aan de cel Schijnhuwelijken.

De kandidaat-trouwers mogen zijn notities niet lezen en hoeven hun verklaring niet te ondertekenen, zoals dat bij een proces-verbaal het geval is. Er mag ook geen advocaat of getuige bij de ondervraging zijn. Dat zet de deur open naar pure willekeur. Zo beweren mijn bronnen dat in Antwerpen elke dag kandidaat-trouwers incorrect geweigerd worden. Zelf heb ik dat ook uit contacten met betrokkenen vernomen.

De diensten moet natuurlijk nagaan of mensen met eerbare bedoelingen huwen of alleen uit zijn op een verblijfsvergunning. Een schijnhuwelijk bewijzen is natuurlijk niet gemakkelijk. De diensten moeten echter niet alleen hard en streng optreden tegen misbruiken, maar ook rechtvaardig en correct voor de koppels die uit liefde willen trouwen.

Is de minister bereid een externe doorlichting te doen van de cel Schijnhuwelijken in Antwerpen en eventueel in Gent? Is hij bereid om te komen tot een meer geïntegreerde, gemeenschappelijke en uniforme aanpak, zowel bij het parket als in de verschillende gemeenten en steden? Is er een duidelijkere reglementering op komst inzake de werking van de cellen Schijnhuwelijken?

Is het nu de regel dat schriftelijke uitnodigingen worden verstuurd om zich te melden voor een interview bij de cel Schijnhuwelijken? Waarom is tijdens het verhoor de bijstand van een advocaat niet toegestaan? Waarom worden geen verslagen gemaakt met de verklaringen van de toekomstige echtgenoten en van de betrokken ambtenaar?

Is het geen voorbeeld van behoorlijk bestuur dat er een hoorplicht of informatieplicht voorafgaat aan een beslissing tot weigering, inclusief een afschrift van het interview bij de cel Schijnhuwelijken en de mogelijkheid tot inzage van het gehele dossier?

De heer Hervé Jamar, staatssecretaris voor Modernisering van de Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financiën. - Ik lees het antwoord van vice-eersteminister Dewael.

Ik merk in de eerste plaats op dat de aanpak van de strijd tegen de schijnhuwelijken door de parketten en de diensten van de Burgerlijke Stand een bevoegdheid van de minister van Justitie is.

De werkwijze van de cel Schijnhuwelijken van de stad Antwerpen is tot stand gekomen in samenspraak van de verschillende betrokken diensten. De politiediensten, de het parket, de FOD Buitenlandse Zaken en de dienst Vreemdelingenzaken hebben samen een draaiboek opgesteld. Tijdens de voorafgaande consultaties heeft het parket geen opmerkingen gemaakt over de wettelijkheid van de gehanteerde werkwijze.

De taak van de ambtenaar van de Burgerlijke Stand bestaat erin gegevens te verzamelen. Voorafgaandelijk aan het interview deelt hij de kandidaat-trouwers mee dat ze niet verplicht zijn op de vragen te antwoorden. Het verslag van het interview wordt aan de betrokkenen voorgelezen en ze moeten het vervolgens ondertekenen. Aangezien het om een interview en niet om een verhoor gaat, is de aanwezigheid van een advocaat niet vereist.

Dat in Antwerpen een hoog percentage van huwelijksaanvragen wordt geweigerd, kan uiteraard het resultaat zijn van de ernstige inspanningen die de afgelopen jaren in de strijd tegen de schijnhuwelijken werden gedaan. Ook het aantal behandelde dossiers is sterk toegenomen. Zo werden in 2004, 2005 en 2006 - tot vandaag - respectievelijk 1.343, 2.247 en 4.600 dossiers behandeld.

Mevrouw Fauzaya Talhaoui (SP.A-SPIRIT). - Heel wat mensen hebben het gevoel dat ze niet objectief worden beoordeeld en dat de administratie ervan uitgaat dat het om schijnhuwelijk gaat. Volgens mij is de minister van Binnenlandse Zaken de meest geschikte persoon om hierover te debatteren. Daarom zal ik vandaag niet verder op dit probleem ingaan.