3-190

3-190

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 23 NOVEMBER 2006 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van mevrouw Anke Van dermeersch aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken over «een kritisch rapport van het Rekenhof aangaande de werking van de Directie Private Veiligheid» (nr. 3-1293)

Mevrouw Anke Van dermeersch (VL. BELANG). - Bij de wet van 19 juli 1991 werd een fonds voor de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen, de interne bewakingsdiensten en de privédetectives ingesteld. Dit fonds wordt gespijsd enerzijds door een heffing op de privédetectives en anderzijds door retributies die worden opgelegd aan elke onderneming, dienst of instelling die actief is op het vlak van de private en bijzondere veiligheid.

Dit fonds wordt geaffecteerd op de Rijksmiddelenbegroting, en is bij wet bestemd om de kosten voor administratie, controle en toezicht te dekken in het kader van de uitvoering van de wet van 19 juli 1991 tot regeling van het beroep van privédetective en de wet van 10 april 1990 tot regeling van de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten.

Wij vernemen uit de pers dat het Rekenhof een bijzonder kritisch rapport heeft opgesteld over de besteding van deze gelden en over de activiteit, of beter de inactiviteit, van de Directie Private Veiligheid, die onder andere instaat voor de inning en het beheer van dit fonds en voor de controles op het terrein.

Voor zover we de pers mogen geloven, worden de opbrengsten van de retributies niet, of alleszins in absoluut onvoldoende mate, gebruikt om controles en toezicht uit te oefenen, maar worden deze gelden opgepot tot een bedrag dat nu al meer dan 8,6 miljoen euro zou bedragen. In het activiteitenrapport 2005 van de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid lezen wij inderdaad op pagina 90 dat het dertigtal beëdigde agenten van de Directie Private Veiligheid in 2005 slechts 109 processen-verbaal zou hebben opgesteld, wat op jaarbasis een gemiddelde zou geven van 3,6 processen-verbaal per controleur. Op pagina 92 van hetzelfde rapport kan inderdaad worden vastgesteld dat de inningen sinds 2000 en tot op de dag van vandaag een stuk hoger liggen dan het budget van deze dienst, zij het dat de kloof tussen beide kleiner wordt. Tenslotte vernemen wij op pagina 110 van ditzelfde rapport dat het koninklijk besluit dat de retributies regelt aan herziening toe is.

Kan de minister meer duidelijkheid geven over de kritiek van het Rekenhof op deze dienst? Wat is zijn reactie daarop? Kan hij ons dit rapport bezorgen? Wij hebben het immers niet gevonden.

Hoeveel geld zit er momenteel in het fonds waarover ik sprak en hoe komt het dat dit bedrag, als we de pers mogen geloven, zo groot is?

Hoeveel controles werden er door de beëdigde agenten in 2005 verricht? Hoeveel beëdigde agenten houden zich hiermee bezig? Vindt de minister de prestaties van deze personen bevredigend?

Vormt deze zaak voor de minister de gelegenheid, om ofwel de retributies drastisch te verlagen, ofwel de controles drastisch op te drijven? Komt er effectief een wijziging van het koninklijk besluit dat hierop betrekking heeft, en zo ja, in welke zin?

Gaat de minister meer informatie aan de sector verstrekken over de besteding van dit fonds?

De heer Patrick Dewael, vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken. - Het rapport waarnaar onder meer in de pers werd verwezen is een uittreksel van het 163ste Boek van het Rekenhof, dat ook werd bezorgd aan de Kamer van volksvertegenwoordigers. Uiteraard hebben mijn diensten al de opdracht gekregen het enige punt van kritiek dat mijn departement betreft te onderzoeken. Ik wacht nog op het verslag. Ik kan wel al ingaan op enkele punten.

De cijfers van het Rekenhof komen niet overeen met de cijfers die mijn administratie me heeft voorgelegd. De reden daarvan wordt nog onderzocht. Op het eerste gezicht lijkt het Rekenhof te zijn uitgegaan van de `te verwachten inkomsten', terwijl de werkelijke inkomsten altijd lager liggen. Tal van schuldvorderingen kunnen in de praktijk niet effectief worden geïnd, bijvoorbeeld omdat een schuldenaar failliet is gegaan, onvermogend is, of ingevolge een gerechtelijke uitspraak. Volgens de cijfers waarover ik vandaag beschik, bedraagt het totaalsaldo van het fonds eind 2005 zowat 5,6 miljoen euro.

De wet tot regeling van de private en bijzondere veiligheid stelt dat alle kosten voor administratie, controle en toezicht in verband met die wet moeten worden gedekt door een retributiesysteem waarvan de inkomsten in een specifiek fonds worden gestort. In 2005 telde de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid 39 personeelsleden, vandaag zijn er dat 49. De nieuwe controlecel, waarop inderdaad werd aangedrongen, telt vandaag 12 fulltime equivalenten die voltijds terreincontroles uitvoeren.

Sinds de oprichting van de aparte controlecel werden er op 175 verschillende locaties controles uitgevoerd. Sinds juli 2006 zijn er 401 processen-verbaal opgesteld tegenover een totaal van 130 processen-verbaal in het jaar 2005. Dankzij de indienstneming van extra controleurs is het aantal controles fors de hoogte ingegaan.

De kritiek van het Rekenhof op het te geringe aantal controles wordt dus door de cijfers weerlegd.

Wat de wijziging van het koninklijk besluit betreft, wacht ik tot mijn administratie het rapport van het Rekenhof heeft onderzocht en concrete voorstellen heeft gedaan met betrekking tot de retributies. Ik sluit niets uit. Op een bepaald ogenblik moeten we kijken of de inkomsten uit retributies volstaan om de doelstellingen van de wetgeving te verwezenlijken. Zijn de retributies te hoog, dan overweeg ik ze aan te passen. Mochten we toch nog voor extra uitgaven staan, dan doe ik dat niet. Daarvoor heb ik wel eerst het volledige rapport van mijn administratie nodig.

Mijn administratie pleegt regelmatig overleg met de sector. U weet hoe dat in zijn werk gaat: men vraagt overleg en als men geen volledige voldoening krijgt, vindt men dat overleg niet goed. De regering moet uiteraard naar de sector luisteren en overleg plegen, maar uiteindelijk neemt ze zelf de beleidsbeslissingen. Zo hoort dat in een parlementaire democratie.