3-190

3-190

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 23 NOVEMBRE 2006 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de Mme Nele Jansegers à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur «les disputes communautaires qui secouent l'Exécutif des musulmans» (nº 3-1291)

Mme la présidente. - M. Rudy Demotte, ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, répondra.

Mevrouw Nele Jansegers (VL. BELANG). - De voorbije week konden we via de Vlaamse pers vernemen dat de Unies van moskeeën van Vlaanderen en de Vlaams-Marokkaanse verkozenen van de moslimraad een regionale zetel van het Nederlandstalige college van de Moslimexecutieve willen oprichten in Antwerpen. Ze willen dat minister van Justitie Onkelinx ingrijpt omdat de Moslimexecutieve die oprichting weigert.

De Algemene Moslimraad van België werd op 25 maart 2005 opnieuw verkozen. Er zetelen 34 Franstalige en 34 Nederlandstalige moslims in. Het koninklijk besluit voor de erkenning van de huidige raad bepaalt dat de Moslimexecutieve zou bestaan uit een Franstalig en een Nederlandstalig college.

`Die Vlaamse kamer bestaat dus wel op papier maar niet in de praktijk', zegt Hassan Radi, Vlaams lid van de Moslimraad. `We willen van de Moslimexecutieve middelen krijgen om een zetel op te richten in Antwerpen' voegt Radi daaraan toe. Die middelen wil de Moslimexecutieve in haar begroting voor 2007 echter niet opnemen. `De huidige Moslimexecutieve heeft veel meer aandacht voor de Franstalige moslims', vindt Hassan Radi. `We willen geen splitsing van de Executieve maar meer autonomie', aldus Radi. `Vandaag moeten we ons voor elke vraag tot Brussel wenden, wat veel overbodige bureaucratie en tijdverlies met zich meebrengt. De Franstaligen domineren de raad en discrimineren de Vlaamse moslims, die vaak moeilijk Frans begrijpen of spreken. De weigering van de Franstaligen heeft te maken met een belangenconflict. Zij zijn bang om een deel van hun macht en van het budget te delen. Wij willen de Executieve niet ondermijnen, alleen een werking opzetten die dichter staat bij onze gemeenschap. De moslimgemeenschap in Vlaanderen heeft vaak andere noden en vragen dan die in Wallonië en Brussel. Vandaag gaat het merendeel van de middelen naar Wallonië.'

Het klinkt ons allemaal bekend in de oren, en we twijfelen dan ook niet aan de authenticiteit van de grieven die de Vlaamse verkozenen van de executieve hier aanbrengen.

Volgens de pers vragen de Vlaamse moslims dat minister van Justitie Onkelinx tussenbeide komt.

Werd de minister reeds aangesproken door de Vlaamse verkozenen van de moslimraad over deze problematiek?

Welke houding neemt de minister aan in deze zaak?

De heer Rudy Demotte, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. - Ik lees het antwoord van mevrouw Laurette Onkelinx.

Ik heb dat bericht net als mevrouw Jansegers via de pers vernomen. Tot op heden ontving ik hierover geen brief van de Moslimexecutieve, noch van andere vertegenwoordigers van de Islamitische gemeenschap.

Krachtens het principe van de scheiding tussen kerk en staat, mag ik mij niet mengen in de interne organisatie van een eredienst. Toen we de verkiezingen organiseerden om de nieuwe organen van de Islamitische eredienst te installeren, hebben we er bijzonder goed op gelet dat er een communautair evenwicht was.

De algemene vergadering bestaat uit 68 leden, waarvan 34 Nederlandstaligen en 34 Franstaligen. De executieve bestaat uit 17 leden, 9 Franstaligen en 8 Nederlandstaligen.

Mevrouw Nele Jansegers (VL. BELANG). - Franstaligen zien het communautaire evenwicht enigszins anders dan Nederlandstaligen. Wij hadden dit antwoord verwacht.

We vragen ons af of de scheiding tussen kerk en staat ook zou gelden indien de situatie omgekeerd zou zijn en de Nederlandstaligen het overwicht zouden hebben.

We stellen vast dat zich in de Moslimexecutieve dezelfde communautaire problemen voordoen als overal elders in ons land. De kloof tussen Nederlandstaligen en Franstaligen is ook in die organisatie, die een vrij nieuwe groep in onze samenleving vertegenwoordigt, zeer groot. De reactie van de Vlaamse moslims stemt ons wel hoopvol. Zij ondervinden nu zelf hoe moeilijk het is om met Franstalige gezagsdragers afspraken te maken of van hen enige redelijkheid te verwachten. Misschien krijgen ze daardoor wat meer begrip voor de strijd van de Vlaamse beweging tegen het Franstalige imperialisme, voor onze eis voor meer Vlaams zelfbestuur en wie weet, voor onze strijd voor het behoud van onze taal en identiteit.