3-187

3-187

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 9 NOVEMBER 2006 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Sabine de Bethune aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking over «het referentiecentrum voor Centraal-Afrika» (nr. 3-1849)

De voorzitter. - Mevrouw Els Van Weert, staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven, antwoordt.

Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Op de diplomatieke dagen in september 2005 kondigde de minister van Ontwikkelingssamenwerking aan dat een nieuw referentiecentrum voor Centraal-Afrika zal worden geopend dat de expertise van gespecialiseerde instellingen over Centraal-Afrika zal verzamelen en coördineren.

In de begroting van 2006 werd voor de eerste maal 500.000 euro voorzien voor het nieuw op te richten centrum. Is het referentiecentrum al opgericht? Wanneer zal het operationeel zijn? Hoeveel personeel heeft het referentiecentrum ter beschikking, uitgedrukt in voltijdse equivalenten en opgedeeld in ondersteunend en wetenschappelijk personeel?

Welk statuut heeft het referentiecentrum? Is er al een raad van bestuur samengesteld? Zo ja, welke is de samenstelling en op welke criteria is de samenstelling gebaseerd? Wat is de missie, en zijn de concrete doelstellingen en opdrachten van het referentiecentrum?

Mevrouw Els Van Weert, staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven. - Ik lees het antwoord van de minister van Ontwikkelingssamenwerking.

Het centrum is nog niet operationeel. Het zou moeten opengaan tegen het einde van het jaar. De stichtende leden van het centrum zullen publieke of private rechtspersonen zijn die de volgende instanties zullen vertegenwoordigen: de federale overheidsdiensten (het federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken en ontwikkelingssamenwerking en de POD Wetenschapsbeleid); academische en wetenschappelijke instellingen en verenigingen zoals het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika, het Koninklijk Instituut voor Internationale Betrekkingen, de Academie voor Overzeese Wetenschappen en het Instituut voor Tropische Geneeskunde van Antwerpen; de vertegenwoordigers van de Gemeenschappen en regio's en de representatieve organen in deze context (VLIR, CIUF); de civiele samenleving (11.11.11, CNCD, ACODEV, COPROGRAM); de privésector: de Kamer van Koophandel, Nijverheid en Landbouw België-Luxemburg-Afrika-Caraïben-Pacific (CBL-ACP), industrie en landbouw en de Federatie van de Belgische Ondernemingen.

Deze lijst is noch exhaustief, noch definitief. Aan de stichtende leden werd gevraagd om hun belangstelling voor het toekomstige centrum te bevestigen; de oprichtingsakte zal zeer binnenkort worden getekend. Later zal het Centrum naast stichtende leden ook aangesloten leden kunnen werven.

Het personeel van het Centrum zal bestaan uit een zestal personen. Het doel is om een lichte structuur uit te werken die in nauw overleg met het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika zal werken. Het museum zal lokalen ter beschikking stellen en informaticasteun leveren. Er moeten ook synergieën met andere instituten worden ontwikkeld zoals het Koninklijk Instituut voor Internationale Betrekkingen. Dat instituut heeft enkele maanden geleden een studieafdeling over Afrika opgericht.

Het Centrum zal een internationale vereniging zonder winstoogmerk zijn onder het regime van de bepalingen van titel III van de Belgische wet van 27 juni 1921 over de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen.

De raad van bestuur zal worden samengesteld uit vijftien personen. Zij moeten de vier onderdelen vertegenwoordigen waarvan de medewerking als onontbeerlijk wordt beschouwd: openbare machten, het middenveld, de academische en wetenschappelijke milieus en de privésector.

De voorzitter en de vicevoorzitter worden verkozen in de raad van bestuur. De bestuurders worden benoemd voor een termijn van drie jaar. Die termijn is verlengbaar. De raad van bestuur wordt verkozen tijdens de eerste algemene vergadering van de stichtende leden.

Het centrum zal geen winstoogmerk hebben en van internationaal nut zijn. Het heeft als taak de toegang, de mobilisatie, de groei en de verspreiding van de kennis over Centraal-Afrika aan te moedigen en te bevorderen op Belgisch, Europees en internationaal niveau zodat de expertise waaraan Centraal-Afrika nood heeft voor zijn ontwikkeling, sneller kan worden gemobiliseerd. In die optiek is het centrum een hulpinstrument voor ontwikkeling. Zijn doel is niet om bestaande structuren te vervangen, maar om de rol van katalysator en netwerk te verzekeren. Het zal de belangstelling en het begrip van het grote publiek en van de nationale en internationale wetenschappelijke gemeenschap voor dit deel van de wereld stimuleren. Het zal ook de dialoog aanmoedigen, evenals de uitwisseling van informatie en synergieën tussen wetenschappelijke en academische kringen, NGO's, privé- en overheidssector. Het zal het partnerschap tussen België en Centraal-Afrika aanmoedigen en trachten uit te breiden.