3-183

3-183

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 19 OKTOBER 2006 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van de heer Lionel Vandenberghe aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over «de aangekondigde tolerantiebarometer» (nr. 3-1245)

De heer Lionel Vandenberghe (SP.A-SPIRIT). - Op 27 oktober 2004 heb ik de minister een schriftelijke vraag gesteld over de grootschalige studie naar het succes van extreem rechts die hij in de media had aangekondigd. Op 23 mei 2006, anderhalf jaar later, antwoordde de minister mij dat er nood is aan een echte tolerantiebarometer. Ook de betrokken actoren pleiten nagenoeg unaniem voor zo'n onderzoeksinstrument, waarmee onderzoekers de evolutie van tolerantie in de wijken kunnen meten en dat, indien nodig, als alarm kan fungeren.

Bij de aanvang van dit parlementaire jaar wil ik de minister opnieuw naar de ontwikkeling van deze tolerantiebarometer vragen. De arrestatie op 7 september 2006 van 19 extreemrechtse figuren uit het milieu van Bloed, Bodem, Eer en Trouw wegens xenofobie en wapenbezit en de recente gemeenteraadsverkiezingen, met in verschillende Vlaamse én Waalse gemeenten een vooruitgang van extreem rechtse partijen, tonen duidelijk aan dat deze problematiek meer dan ooit actueel is.

Aan welke onderzoeksinstelling werd de ontwikkeling van de tolerantiebarometer uitbesteed?

Hoever staat dit onderzoek?

Zal deze tolerantiebarometer niet enkel in steden, maar ook in gemeenten bruikbaar zijn?

Wordt er ook onderzoek gedaan naar specifieke oplossingen die kunnen worden aangewend wanneer een alarmerend niveau van intolerantie bereikt wordt, zodat de tolerantiebarometer een echt beleidsinstrument voor de nieuw aan te treden stads- en gemeentebesturen kan zijn?

De heer Christian Dupont, minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen. - Het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding heeft op mijn vraag, in het kader van het regeringsplan tegen racisme, vreemdelingenhaat en antisemitisme, professor Marc Swyngedouw van de KULeuven en professor Andrea Rea van de ULB gevraagd een verkennende studie uit te voeren over de indicatoren voor het verzamelen van gegevens over xenofobe gevoelens, over de manier waarop die gevoelens tot uiting worden gebracht en over het discriminerend gedrag dat er soms uit voortvloeit.

De studie werd eind juli voltooid en het Centrum werkt nu aan een voorstel tot invoering van een instrument waarmee regelmatig de vinger aan de pols van de Belgische samenleving kan worden gelegd. Dit voorstel zou moeten leiden tot het sluiten van overeenkomsten voor het einde van het jaar.

Ik heb al kredieten gereserveerd voor de invoering van de barometer en ben van plan de ontwikkeling ervan toe te vertrouwen aan universiteiten, die in dit kader zullen samenwerken met het Centrum.

De aanpak die tot op heden werd gevolgd, neigt veeleer naar een algemeen beeld van de stand van zaken inzake racisme en is niet toegespitst op één gemeenschap of één stad. Op vraag van de gemeentebesturen heb ik het Centrum verzocht het voorstel zodanig op te stellen dat het de ontwikkeling van lokale samenwerkingsverbanden mogelijk maakt.

De heer Lionel Vandenberghe (SP.A-SPIRIT). - Ik vind het positief dat de studie eindelijk klaar is. Zal ze ook worden gepubliceerd? Wordt in een latere fase ook de Universiteit Antwerpen bij het project betrokken? Antwerpen heeft immers veel ervaring met deze problematiek.

De heer Christian Dupont, minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen. - De verkennende studie werd toevertrouwd aan de KULeuven en de ULB. Voor de studie zelf wordt een open procedure gevolgd waarvoor alle universiteiten in aanmerking komen.