Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-68

ZITTING 2005-2006

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken

Vraag nr. 3-4260 van mevrouw Talhaoui d.d. 2 februari 2006 (N.) :
Overheidsinstellingen en -bedrijven. — Vertegenwoordiging van vrouwen in de raden van bestuur.

We leven momenteel in een tijd waarin er in verschillende landen van de wereld eindelijk vrouwelijke staatshoofden komen (Duitsland, Finland, Chili, Liberia). Toch blijven vrouwen ondervertegenwoordigd op de hoogste beslissingsniveaus, zowel in overheidsinstellingen als in de private ondernemingen. Er is ondanks de goede bedoelingen slechts een zeer trage evolutie merkbaar.

Zo komt er begin dit jaar op het Vlaamse niveau een nieuw eenheidsdecreet voor om de vertegenwoordiging van vrouwen in de raden van bestuur en de adviesorganen van de Vlaamse overheid te verzekeren. Uit onderzoek van het Belgian Governance Institute (BGI) blijkt dat vrouwen ondanks de bestaande decretale verplichting ondervertegenwoordigd zijn. Ook de verplichting om bij een vacature zowel een mannelijke als een vrouwelijke kandidaat voor te stellen, wordt niet stipt nageleefd. Het decreet bepaalt dat maximum twee op de drie van de bestuurders van hetzelfde geslacht mogen zijn. De raden van bestuur blijken gemiddeld 3,6 vrouwelijke bestuurders te tellen tegen 9,3 mannelijke. Die verhouding voldoet niet aan de eisen van het decreet. Drie instellingen (14 %) hebben zelfs helemaal geen vrouwelijke bestuurders. Ondanks de zwakke cijfers doen de raden van bestuur van de Vlaamse overheidsinstellingen het toch beter dan de beursgenoteerde bedrijven.

Op Europees vlak heb ik weet van de cijfers in Noorwegen. Daar bestaan de bestuursraden van de overheidsbedrijven voor 45 % uit vrouwen en wordt de overheid voor de helft bestuurd door vrouwelijke ministers. Men neemt er ook initiatieven om de aanwezigheid van vrouwen in de 500 beursgenoteerde bedrijven te stimuleren. De helft van die ondernemingen heeft op dit moment geen enkel vrouwelijk bestuurslid.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen :

1. Hoeveel vrouwen staan aan het hoofd van de federale overheidsinstellingen en -bedrijven (behalve regering, parlement en federale en programmatorische overheidsdiensten), met name bij het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT), het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI), het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS), de Belgische dienst voor buitenlandse handel (BDBH), de Raad van State, enzovoort ? Hoeveel zitten er in de bestuursraden ? Hoe staat de u tegenover quota of streefcijfers voor overheidsbedrijven ?

2. Heeft u toekomstige plannen of acties in gedachten in navolging van de Vlaamse regering ? Zo ja, welke ?

3. Hoe staat u tegenover streefcijfers of quota voor privé-bedrijven ?

4. Zal u hierover contact opnemen met de minister van Ambtenarenzaken, Sociale Integratie, Grootstedelijk Beleid en Gelijke Kansen ?

Antwoord : In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

1. In antwoord op de eerste vraag vindt het geachte lid in onderstaande tabel het aantal mandaten in de raden van bestuur van de verschillende overheidsbedrijven alsook het aantal vrouwelijke leden :

Aantal leden van de Raad van bestuurAantal vrouwelijke leden van de Raad van bestuur
Belgacom173
NMBS Holding104
Infrabel62
NMBS63
De Post101
Nationale Loterij141
Delcredere204
FIM80
FPM120
Astrid80
FSI43
Totaal11121

Zowel bij De Post als bij de NMBS is er een vrouwelijke voorzitter van de raad van bestuur.

Één van mijn beleidspunten binnen de overheidsbedrijven is het continu streven naar goed bestuur. Vandaar mijn bekommernis voor de kwaliteit en diversiteit van de leden van de verschillende raden van bestuur.

Het opleggen van quota kan aanleiding geven tot « gendergedreven benoemingen » eerder dan tot « benoemingen van bekwame bestuurders met oog voor gender ». Om die reden opteer ik eerder voor een streefcijferbenadering.

2. Indien het initiatief van de Vlaamse Gemeenschap waardevol blijkt te zijn, is het inderdaad een interessante informatiebron met het oog op het federaal niveau.

3. Als staatssecretaris voor Overheidsbedrijven heb ik hierover geen mening. Wel is er naar mijn oordeel voor de overheidsbedrijven een voorbeeldfunctie en voortrekkersrol weggelegd wat betreft de diversiteit in de samenstelling van de raden van bestuur van deze bedrijven.

4. Ik heb geen onmiddellijke plannen in die richting. Ik ben er niettemin van overtuigd dat deze collega's onzer beider bezorgdheden in deze aangelegenheid delen.