3-1855/1 | 3-1855/1 |
10 OKTOBER 2006
Het gemeenschapsbeleid op het vlak van de buitengrenzen van de Unie beoogt een geïntegreerde aanpak die het mogelijk maakt een doorgedreven en eenvormige controle van personen en grensbewaking te waarborgen als voorwaarde voor de totstandkoming van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid. Artikel 62, punt 2 a) van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap maakt het mogelijk maatregelen te treffen houdende normen en procedures die de lidstaten bij de uitvoering van personencontroles aan de buitengrenzen in acht moeten nemen. Artikel 66 van datzelfde Verdrag bepaalt dat de Raad maatregelen neemt om samenwerking tussen de overheidsdiensten van de lidstaten die bevoegd zijn op de door deze titel bestreken gebieden, en tussen deze diensten en de Commissie, te waarborgen.
Aangezien de lidstaten bevoegd zijn voor de uitvoering op operationeel vlak van deze regels zal het gemeenschapsbeleid gebaat zijn bij meer gecoördineerde activiteiten inzake controle en bewaking van de buitengrenzen.
Daartoe werd op 26 oktober 2004 het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen (FRONTEX) opgericht, dat zijn bevoegdheden uitoefent sedert 1 mei 2005.
De oprichting van dit Agentschap beantwoordt aan de eis van een beter geïntegreerd beheer van de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie.
De lidstaten zorgen weliswaar voor de controle en de bewaking van de buitengrenzen, maar het Agentschap vergemakkelijkt de toepassing van de bestaande en toekomstige communautaire maatregelen inzake het beheer van de buitengrenzen.
De buitengrenzen van de lidstaten zijn de land- en zeegrenzen van de lidstaten, alsmede hun lucht- en zeehavens, die vallen onder de bepalingen van de communautaire wetgeving inzake de overschrijding van de buitengrenzen door personen.
Het agentschap voert de volgende taken uit :
— het coördineert de operationele samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van het beheer van de buitengrenzen;
— het werkt een gemeenschappelijk en geïntegreerd model uit voor risicoanalyses en bereidt algemene en specifieke risicoanalyses voor;
— het helpt de lidstaten bij het opleiden van nationale grenswachten door het vaststellen van gemeenschappelijke opleidingsnormen, het verstrekt een opleiding op Europees niveau aan de opleiders van de nationale grenswachten van de lidstaten, het organiseert seminaries en verstrekt bijkomende opleiding aan de ambtenaren van de bevoegde overheden;
— het volgt de ontwikkelingen op het gebied van onderzoek dat relevant is voor de controle en de bewaking van de buitengrenzen;
— het biedt steun aan de lidstaten in omstandigheden die extra technische en operationele bijstand aan hun buitengrenzen vergen;
— het biedt de lidstaten de nodige ondersteuning bij de organisatie van gezamenlijke terugkeeroperaties. Het Agentschap kan beschikken over financiële middelen van de Gemeenschap en moet een inventaris opmaken van de optimale werkwijzen voor de verwijdering van onderdanen van derde landen die illegaal aanwezig zijn.
« Grâce à cette Agence », zo zeggen vicevoorzitter Franco Frattini en minister Luc Frieden, « nous sommes enfin dotés, au niveau européen, d'un mécanisme de coopération opérationnelle efficace pour les gardes-frontières nationaux. Cette visite à la frontière orientale a encore renforcé notre confiance dans la capacité que nous avons de créer et de maintenir un espace de liberté, de sécurité et de justice pour tous ceux qui vivent dans l'UE. Le spectre du terrorisme international, les tragédies humaines que vivent les victimes de la traite des êtres humains et les conséquences tout aussi graves que douloureuses de l'immigration clandestine vers l'UE sont autant de rappels de la nécessité, pour nous, de faire davantage afin de lutter contre les menaces, nombreuses et variées, qui guettent cet espace. »
De verwijzing naar de clandestiene immigratie en naar de mogelijke dreiging voor de EU laten wij voor de rekening van de heren Frattini en Frieden.
Wij wijzen erop dat minister Dewael van Binnenlandse Zaken niet aarzelt om het over een groot migratierisico te hebben en migratie, dus ook migranten, te beschouwen als een risico, een gevaar, een bedreiging voor ons land en voor de EU.
Deze dreiging wordt ook in linkse middens erkend, zoals blijkt uit dit fragment uit het als links beschouwde Franse weekblad « Marianne », waarin zonder schroom de clandestiene immigratie als onrustwekkend wordt beschreven : « C'est un mal. Une maladie déjà ancienne que le « monde globalisé », loin d'atténuer, avive. Elle fait souffrir et mourir des hommes, des femmes et même des enfants, vide l'Afrique de ses forces vives (bras et cerveaux, paysans, artisans, pêcheurs, et de plus en plus de diplômés de la classe moyenne), hante l'Europe, menace la cohésion des sociétés de part et d'autre de la Méditerranée et des océans. »
De oprichting van FRONTEX is dus een uiterst belangrijke politieke daad die aantoont dat de Europese instellingen realiteitszin aan de dag leggen en durven handelen zonder zich te laten gijzelen door ideologieën en daarbij toch een fundamenteel humanitaire rol spelen.
Ons land moet dit Agentschap ten volle steunen, zeker nu het een acuut gebrek aan middelen heeft. Moet er nog worden verwezen naar de huidige crisis door de toestroom van mensen van Afrikaanse origine die aanspoelen op de Spaanse kusten van de Canarische eilanden of op de oevers van Lampedusa in Tunesië ? Recenter nog vernamen we dat diezelfde routes worden gebruikt door Aziaten, met name door Pakistanen.
Ons land moet het Agentschap ook onvoorwaardelijk steunen omdat is gebleken dat België een « uitverkoren » bestemming is voor clandestiene immigratie vanwege zijn wereldwijd bekende laksheid. Ons land heeft dus rechtstreeks belang bij het sluiten van de Europese grenzen voor clandestiene immigratie.
De Belgische steun voor FRONTEX moet een geruststelling zijn voor onze burgers die de strategie niet begrijpen van ons land om bepaalde delen van de wereld, met name in Libanon en Afghanistan, maar ook in zwart Afrika, financieel, logistiek en met manschappen te ondersteunen.
Zij staan vaak versteld als zij horen welke bedragen er worden besteed aan hulp aan landen waar de democratie met voeten wordt getreden.
Zoals minister Dewael zegt zijn dit soms landen met een hoog migratierisico, terwijl aan onze hulp geen voorwaarden worden gekoppeld die ertoe strekken de migratie naar ons land in te perken, en ook de subsidiekraan niet wordt dichtgedraaid als die landen zich lethargisch opstellen.
Ons land krijgt de kans FRONTEX actief te steunen in zijn ontwikkeling : de middelen komen immers van subsidies van de Gemeenschap, van een bijdrage van de landen die deelnemen aan de uitvoering, toepassing en ontwikkeling van de Schengen-akkoorden, van vergoedingen voor geleverde diensten en van vrijwillige bijdragen van de lidstaten.
Ons land moet zijn vrijwillige bijdrage tot een behoorlijk niveau verhogen.
Omdat ons land ook geen eindeloze inkomsten heeft, moeten keuzes worden gemaakt.
We kunnen niet tegelijk aanwezig zijn in een aantal landen in staat van crisis én investeren in de bescherming van de buitengrenzen van ons continent.
De buitenlandse investeringen kosten ons land — en dus de Belgische belastingbetaler — momenteel handenvol geld, terwijl het voor de openbare financiën van ons land goed zou zijn de clandestiene immigratie effectief een halt toe te roepen.
Michel DELACROIX. |
De Senaat,
1. vraagt de regering de verbintenissen die ons land met betrekking tot Afghanistan, Libanon en zwart Afrika is aangegaan, in te trekken en die middelen te gebruiken voor het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen, met name via het gebruik van onze zeemacht,
2. vraagt de regering haar vrijwillige financiële bijdrage aan het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen te verhogen tot een behoorlijk niveau, dit wil zeggen tot een bedrag dat overeenstemt met de helft van wat de clandestiene immigratie ons land momenteel kost.
5 oktober 2006.
Michel DELACROIX. |