3-172 | 3-172 |
De voorzitter. - De heer Vincent Van Quickenborne, staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste minister, antwoordt.
Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Enkele weken geleden kon de minister van Ontwikkelingssamenwerking geen antwoord geven op mijn vraag 3-1346 over de uitgaven van de begroting Ontwikkelingssamenwerking die niet ODA-aanrekenbaar zijn. De gegevens zouden pas in april beschikbaar zijn. Inmiddels hebben andere landen hun gegevens bekendgemaakt. Ik neem dus aan dat voor België hetzelfde mogelijk is.
De begroting van ontwikkelingssamenwerking voor 2005 bedroeg 864.101.000 euro. Niet alle uitgaven van deze begroting zouden volgens de normen van de OESO ODA-aanrekenbaar zijn. Welke uitgaven op de begroting van ontwikkelingssamenwerking waren in 2005 niet ODA-aanrekenbaar? Hoeveel procent van de uitgaven van ontwikkelingssamenwerking was wel ODA-aanrekenbaar?
De heer Vincent Van Quickenborne, staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste minister. - Ik lees het antwoord van minister De Decker.
Verschillende uitgaven zijn niet ODA-aanrekenbaar. Zo zijn er de uitgaven van ongeveer 9.800.000 euro voor MONUC, die voor 6% ODA-aanrekenbaar zijn sinds 2005, de uitgave van 1.500.000 euro voor de uitkeringen van bepaalde onderwijzers voor de periode vóór de onafhankelijkheid van Congo en de uitgave van 1.087.000 euro voor de internationale strafrechtbank voor Rwanda.
Hieraan worden de uitgaven toegevoegd die in het kader van de multilaterale samenwerking werden gedaan. Een deel hiervan is niet aanrekenbaar. Die uitgaven bedroegen in 2005 iets minder dan 22 miljoen euro. Het betreft een deel van de bijdragen aan de Verenigde Naties, de FAO, de WHO, UNESCO, de ILO en aan het Global Environment Facility-programma.
De ODA-aanrekenbare uitgaven op het budget 2005 van ontwikkelingssamenwerking bedragen 790 miljoen euro, ofwel 92% van het totale budget van 864.101.000 euro.