3-172

3-172

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 22 JUIN 2006 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Questions orales

Question orale de M. Luc Willems à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur «les membres du personnel chargés de l'accompagnement des détenus sous surveillance électronique» (nº 3-1181)

De heer Luc Willems (VLD). - De minister doet grote inspanningen om het aantal gedetineerden onder elektronisch toezicht op te drijven. Het elektronisch toezicht zou op een andere wijze georganiseerd worden. Inhoudelijk zou de werklast van de enquêtes worden verlaagd en zou het aantal bezoeken van de maatschappelijk assistenten aan de gedetineerden onder elektronisch toezicht worden beperkt.

Tevens zouden de taken van de personeelsleden die nu werken in het Nationaal Centrum voor Elektronisch Toezicht worden overgeheveld naar de justitiehuizen. De begeleiding zou van daaruit gebeuren.

Wanneer zal deze overdracht van bevoegdheden plaatsvinden?

Gaat dit gepaard met een uitbreiding van de personeelsformatie van de justitiehuizen?

Worden de maatschappelijk werkers die nu de gedetineerden begeleiden en opvolgen overgeheveld naar de justitiehuizen?

Blijven zij hetzelfde werk uitvoeren?

Behouden zij hun pecuniaire statuut van het Nationaal Centrum of worden zij gelijkgeschakeld met de personeelsleden van de justitiehuizen?

Onder wiens gezag zullen zij in de justitiehuizen werken?

Zijn er examens voor statutaire indienstnemingen van maatschappelijk werkers gepland?

Mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eerste minister en minister van Justitie. - Er werden inderdaad een aantal maatregelen inzake het elektronisch toezicht genomen om de overbevolking in de gevangenissen tegen te gaan. Ze hebben tot doel het aantal gedetineerden onder elektronisch toezicht te verhogen en tegelijk dezelfde werkkwaliteit te behouden.

Tussen 2005 en 2006 was er een stijging van het aantal personeelsleden van het Nationaal Centrum voor Elektronisch Toezicht, het NCET, van 67 naar 79 personen, hetzij twaalf voltijdse equivalenten. Er zullen dit jaar nog 20 voltijdse equivalenten bijkomen om de opvolging mogelijk te maken van 600 gedetineerden onder elektronisch toezicht.

Ook de werkmethoden worden verbeterd. Er komt een vereenvoudiging van de sociale begeleiding voor de gedetineerden die zichzelf aanmeldden, wanneer die geen bijzondere problemen opleveren. Daarnaast komt er een rationalisering van de verplaatsingen naar de woonplaats, teneinde het tijdsbeheer van de maatschappelijk werkers te verbeteren. Het maatschappelijke onderzoek door de maatschappelijk werkers van het NCET voor de gedetineerden die zichzelf aanmeldden wordt afgeschaft, aangezien de nodige informatie op andere manieren beschikbaar is, hetzij rechtstreeks op het niveau van de gevangenis, hetzij omdat reeds maatschappelijk onderzoek is verricht door de justitieassistenten.

De overdracht van het sociaal personeel van het Elektronisch Toezicht naar de justitiehuizen zal het volgende mogelijk maken. Het werk `extra muros' kan worden gerationaliseerd. Nu houdt een maatschappelijk werker van het Elektronisch Toezicht zich bezig met het onder elektronisch toezicht plaatsen, terwijl een justitieassistent een onderzoek voert naar het penitentiaire verlof. Er kan aldus een echte samenhang komen binnen de sector van het maatschappelijk werk onder gerechtelijk mandaat. Dezelfde maatschappelijk werker die een persoon onder elektronisch toezicht begeleidt, zal die gedetineerde nadien kunnen opvolgen wanneer hij in voorwaardelijke vrijheid wordt gesteld.

Ook de methodologie zal meer samenhang vertonen.

Er zal een betere geografische spreiding komen. Vandaag zijn er justitiehuizen in alle gerechtelijke arrondissementen, terwijl er slechts twee centra voor elektronisch toezicht zijn voor heel Wallonië en vijf voor Vlaanderen.

Het moet ook mogelijk worden de maatschappelijk werkers van het Elektronisch Toezicht toegang te geven tot andere werksectoren van het justitiehuis - na het volgen van een opleiding - zoals slachtofferonthaal of het realiseren van burgerlijke maatschappelijke studies.

De onderhandelingen met de vakverenigingen moeten binnenkort van start gaan om de voorwaarden vast te leggen inzake de overgang en het statuut van de maatschappelijk werkers die naar de justitiehuizen willen overstappen. De personeelsformatie van de justitiehuizen zal bijgevolg worden aangepast.

Er zijn inderdaad rekruteringsexamens gepland voor statutaire betrekkingen, zowel voor de maatschappelijk werkers van het Elektronisch Toezicht als voor de justitieassistenten. SELOR heeft ons terzake nog geen precieze agenda meegedeeld.

De heer Luc Willems (VLD). - Ik dank de minister voor haar antwoord en uiteraard ook voor de inspanningen die ze op dit terrein levert.

Zullen de maatschappelijk werkers die momenteel onder leiding en toezicht van het Nationaal Centrum werken, maar weldra naar de justitiehuizen worden overgeheveld, in de toekomst onder de leiding en het toezicht van de directeur van de justitiehuizen werken?

Mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eerste minister en minister van Justitie. - Inderdaad.