3-171 | 3-171 |
De heer Luc Willems (VLD). - Sinds zondag jongstleden worden de treinreizigers op de spoorlijn Gent-Aalst-Brussel geconfronteerd met ernstige vertragingen ten gevolge van defecten. De chaos op die drukke verbinding was tot gisteravond amper te overzien.
De oorzaak van de problemen is niet duidelijk. Sommigen wijzen op de weersomstandigheden. Ook in de winterperiode hebben weersomstandigheden het spoorverkeer ernstig verstoord. In Zwitserland, Oostenrijk en Zuid-Duitsland, gebieden die ook wel eens met extreme weersomstandigheden hebben af te rekenen, doen zich blijkbaar minder problemen voor. Treingebruikers kunnen wel begrip opbrengen voor overmacht, maar telkens opnieuw beklagen ze zich toch over de gebrekkige communicatie van de NMBS.
Worden de problemen op de spoorlijn Gent-Aalst-Brussel veroorzaakt door de weersomstandigheden of door meer structurele problemen te wijten aan een gebrek aan onderhoud?
Hoe kunnen die problemen in de toekomst worden voorkomen?
Welke initiatieven worden genomen om bij incidenten op het treinnet de communicatie met de treingebruikers te verbeteren?
De heer Bruno Tuybens, staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken. - De incidenten waarnaar de heer Willems verwijst, zijn voldoende bekend. We hadden in elk geval af te rekenen met enkele bemoeilijkende factoren, zoals de herhaling van identieke incidenten op dezelfde lijn, de kettingreactie aan vertragingen door de werken op de alternatieve lijn via Jette en het reële gevaar op elektrocutie tijdens het onweer in de nacht van dinsdag op woensdag.
Door de zogenaamde laattijdige evacuatie van de gestrande treinreizigers kan het erop lijken dat pas laat op de incidenten werd gereageerd. De gestrande treinen zijn echter niet altijd via de weg bereikbaar. De achterop komende treinen moeten soms eerst worden verplaatst met behulp van een dieselstel. Dat maakt het er allemaal niet makkelijker op. Bovendien speelde de bewuste wet van Murphy ons parten. Ik kan u echter verzekeren dat Infrabel vrijwel onmiddellijk heeft gereageerd.
De wisselzone van Sint-Katherina-Lombeek, waar de incidenten de grootste schade hebben veroorzaakt, werd tussen 2000 en 2002 volledig gemoderniseerd.
Het gaat dus om relatief recent materiaal. Het feit dat de schade zich in die zone concentreerde, heeft echter te maken met de concentratie van de wissels op de aftakking naar Denderleeuw, een druk bereden spoorlijn.
Het onderhoud en de vervanging van de bovenleidingen gebeurt volgens de principes van het preventieve onderhoud, wat een vast onderhoudsschema inhoudt.
Elke treinbegeleider krijgt geregeld een opleiding over hoe in geval van verstoord verkeer moet worden gecommuniceerd. Daarnaast moeten nog diverse richtlijnen worden gevolgd. Zo moeten de reizigers drie minuten na het incident een eerste informatie krijgen. Na inlichtingen te hebben ingewonnen, geeft de boordchef maximum vijf minuten na de eerste aankondiging een tweede informatie. Met regelmatige tussenpauzes van maximum 10 minuten worden de reizigers ingelicht over de evolutie en de vooruitzichten. We mogen echter niet uit het oog verliezen dat bij grote incidenten, waar de situatie van minuut tot minuut verandert, het personeel dat op de plaats van het incident aanwezig is, geconfronteerd wordt met een veelheid aan vragen en voortdurend wisselende informatie.
Er moeten uit deze incidenten zeker lessen worden getrokken. Er zullen maatregelen worden genomen en in de NMBS-groep zullen evaluaties worden gestart met het oog op het voorkomen van gelijksoortige incidenten in de toekomst.
De heer Luc Willems (VLD). - Ik heb nog twee opmerkingen.
Ik maak me zorgen over de infrastructuur omdat we vaststellen dat weersomstandigheden in enkele maanden tijd herhaaldelijk problemen kunnen veroorzaken. We wonen in een vrij dicht bevolkt land, wat met zich brengt dat daaraan voldoende aandacht moet worden besteed. Ik vraag me toch af of er voldoende geïnvesteerd wordt in die infrastructuur, maar de toekomst zal dat uitwijzen.
Ik vind het bovendien absoluut noodzakelijk te zoeken naar manieren om een massacommunicatie te organiseren bij incidenten in grote stations, bijvoorbeeld in Antwerpen, Gent of Brussel. Misschien kan men de reizigers via grote beeldschermen op de hoogte houden van het verloop van de gebeurtenissen. Ik heb in de voorbije dagen zelf ondervonden dat dit nog niet het geval is.