3-171 | 3-171 |
De voorzitter. - De heer Hervé Jamar, staatssecretaris voor Modernisering van de Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financiën, antwoordt.
De heer Lionel Vandenberghe (SP.A-SPIRIT). - Volgens de criteria van het Ontwikkelingshulpcomité, DAC, van de OESO is de officiële ontwikkelingshulp van België in de periode 20042005 gestegen van 0,41% tot 0,53% van het bruto nationaal inkomen. Deze stijging zou voortkomen uit een reële stijging van het federale budget van de ontwikkelingssamenwerking en uit schuldkwijtscheldingen.
Volgens de officiële regels van de OESO mogen schuldverlichting en schuldkwijtschelding als ontwikkelingshulp worden ingeschreven, maar er zijn heel wat argumenten om dat niet te doen. Donoren dragen immers mee de verantwoordelijkheid voor deze grote schuldenberg. Daarnaast mogen donorlanden de kwijtschelding inschrijven voor het volledige nominale bedrag van de schuld. Er is daardoor nauwelijks een verband tussen het cijfer voor schuldkwijtschelding in de statistieken en de budgettaire ruimte die het hulpontvangende land krijgt.
Donoren beseffen zelf ook dat dit een verkeerde redenering is. De Belgische regering heeft hiertoe een voorstel ingediend bij het DAC om een studie uit te voeren naar de aanrekenbaarheid van schuldkwijtschelding. In april van dit jaar zei de minister in antwoord op een vraag van collega Hugo Vandenberghe dat het DAC nagaat of deze problematiek in 2007-2008 kan worden bestudeerd.
Schuldkwijtschelding en -verlichting zijn natuurlijk een goede zaak. Schulden hangen als een steen rond de nek van ontwikkelingslanden: ze belemmeren hun geloofwaardigheid op het internationale toneel en wegen zwaar op de begroting, indien ze tenminste nog terug betaald worden. Dat is echter niet altijd het geval. Zo meldt het maandblad MO* in zijn juni-nummer dat Nigeria, dat in 2005 een schuldkwijtschelding kreeg van 113,1 miljoen euro, al jaren niets meer afbetaalde. In zo'n geval is de schuldverlichting natuurlijk alleen goed om het Belgische cijfer voor ontwikkelingssamenwerking op te krikken. Nigeria krijgt immers door die kwijtschelding geen extra financiële middelen ter beschikking.
Hoeveel uitstaande schulden kan en zal België nog kwijtschelden en aan welke landen?
In 2005 was schuldkwijtschelding in België goed voor 23% van het budget voor ontwikkelingssamenwerking. Wanneer dit aandeel wegvalt zal België dus met een heel pak meer geld op de proppen moeten komen om de doelstelling van 0,7% van het bruto nationaal inkomen te halen. Waar denkt de minister die grote som geld te vinden om de schuldkwijtscheldingen te vervangen? Of vindt hij dat dit een probleem is voor de volgende regering?
Komt de bestelde studie binnen het DAC over de verrekenbaarheid van kwijtscheldingen nog op tijd, gezien de schuldkwijtschelding dreigt op te drogen in 2007?
In 2007 beraden de donoren zich in het DAC over de vraag welke uitgaven onder de noemer ontwikkelingssamenwerking kunnen vallen. Opvang voor asielzoekers zit daar nu al in. Er is bovendien sprake om militaire en veiligheidsuitgaven ook op te nemen in de officiële cijfers. Wat is de positie van België hieromtrent?
Nigeria loste zijn schulden niet meer af. Is dit ook het geval met de schulden van Irak, die werden kwijt gescholden in 2005, en met de geplande kwijtscheldingen in 2006 van Kameroen, de Democratische Republiek Congo en Congo-Brazzaville? Indien dit zo is, is de kwestie of schulden al dan niet tegen hun reële waarde worden ingeschreven, irrelevant.
Lijkt het niet beter om schuldkwijtschelding los te zien van ontwikkelingshulp? Gaat België tijdens de discussies binnen het DAC volgend jaar pleiten om schuldkwijtschelding buiten de officiële berekening van de 0,7%-norm te houden, om tot een `zuivere' definitie van ontwikkelingshulp te komen, ook ontdaan van andere nepcriteria zoals opvang voor asielzoekers?
Het is jammer dat de minister niet zelf antwoordt. Op een vraag om uitleg antwoordt de minister ook niet zelf, dus we staan hier voor Piet Snot. Schuldkwijtschelding opnemen in de cijfers voor ontwikkelingssamenwerking is nochtans een belangrijk thema.
De heer Hervé Jamar, staatssecretaris voor Modernisering van de Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financiën. - Ik lees het antwoord van minister De Decker.
In het kader van het HIPC-initiatief wordt in 2006 een bedrag van 10.247.776,56 euro aan schulden kwijtgescholden en in 2007 een bedrag van 12.728.218,32 euro.
Ik zal er nauwlettend op toezien dat België zijn uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking tegen 2010 verder optrekt tot 0,7% van het bruto nationaal product. Als er geen omvangrijke schuldkwijtscheldingen meer zijn, zal de enige oplossing erin bestaan dat de regering het budget voor ontwikkelingssamenwerking verhoogt. België zal de verbintenis die ze in 2002 te Monterrey heeft aangegaan, nakomen door de inschrijving van bijkomende kredieten. De regering is zich hier terdege van bewust.
De heer Vandenberghe vraagt mijn mening over de studie van de OESO over de verrekening van de schulden in de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking. Ik heb niet te oordelen over de initiatieven van een internationale organisatie.
De OESO zal ongetwijfeld een consensus over de conclusies van die kwaliteitsvolle studie bereiken.
De uitgaven voor de opvang van asielaanvragers worden alleen het eerste jaar bij het budget voor ontwikkelingssamenwerking geteld. Jaarlijks wordt hiervoor ongeveer 35 miljoen euro uitgetrokken.
De militaire uitgaven zijn een delicate kwestie, want reële ontwikkeling is maar mogelijk als er geen oorlog wordt gevoerd. België heeft zich akkoord verklaard met de consensus inzake veiligheidsuitgaven die in maart 2005 werd bereikt in het DAC.
Over de opleiding van militair personeel in niet-militaire kwesties, zoals bijvoorbeeld de mensenrechten, en over de uitbreiding van de tussenkomst in operaties voor vredeshandhaving werd echter geen consensus bereikt en is bijgevolg een moratorium ingesteld tot in 2007.
Kameroen, de Democratische Republiek Congo en Congo-Brazzaville komen hun terugbetalingsverplichtingen na.
Volgend jaar zal het DAC discussiëren over het verder opnemen van de schuldkwijtschelding in de ODA. Met het oog op die discussies zal België samen met andere lidstaten naar de beste oplossing voor een correcte berekening van de ODA zoeken.
De heer Lionel Vandenberghe (SP.A-SPIRIT). - De minister heeft mijn vragen blijkbaar aandachtig gelezen en op een aantal ervan duidelijk geantwoord. Toch blijven er nog vraagtekens over?
Ik zal dan ook op dezelfde nagel blijven hameren.