Belgische Senaat

ZITTING 2005-2006

15 JUNI 2006

Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 31, § 5, van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis

(Ingediend door de heer Michel Delacroix)

TOELICHTING

Artikel 13 van de wet van 31 mei 2005 tot wijziging van de wet van 13 maart 1973 betreffende de vergoeding voor de onwerkzame voorlopige hechtenis, van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis en van sommige bepalingen van het Wetboek van strafvordering, wijzigt de termijn waarin artikel 31, § 4, derde lid, van de wet van 20 juli 1990 voorziet. Het verlengt namelijk tot één maand de geldigheid van de titel van hechtenis van de gedetineerde wiens voorlopige hechtenis is gehandhaafd door een arrest van de Kamer van inbeschuldigingstelling, gewezen nadat hoger beroep was ingesteld tegen een beschikking van de Raadkamer.

Het doel van deze bepaling was de onderzoeksgerechten te ontlasten.

Wanneer de gedetineerde cassatieberoep instelt tegen een beslissing van de Kamer van inbeschuldigingstelling om de voorlopige hechtenis te handhaven, moet het Hof van Cassatie binnen vijftien dagen beslissen, te rekenen van het instellen van het beroep. Indien het Hof het arrest vernietigt, verwijst het de zaak naar een andere Kamer van inbeschuldigingstelling, die op haar beurt binnen vijftien dagen moet beslissen. Indien het Hof van Cassatie het arrest bevestigt, moet de Raadkamer ook binnen vijftien dagen beslissen over de voorlopige hechtenis.

Als de gedetineerde echter geen cassatieberoep had ingesteld, was zijn titel van hechtenis voor één maand geldig geweest.

Dat leidt tot een feitelijke ongelijke behandeling van de gedetineerden die cassatieberoep instellen — waardoor hun zaak binnen een kortere termijn wordt behandeld — en de gedetineerden die geen beroep instellen.

Het doel van dit voorstel is deze ongelijkheid weg te werken en de gedetineerden die cassatieberoep instellen op dezelfde manier te behandelen als diegenen die dat niet doen, zodat de onderzoeksgerechten ontlast worden.

WETSVOORSTEL

Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

In artikel 31, § 5, van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, ingevoegd bij wet van 28 november 1990, worden de woorden « vijftien dagen » vervangen door de woorden « een maand ».

29 maart 2006.