3-167

3-167

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 1 JUNI 2006 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Fatma Pehlivan aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over «het stralingsgevaar van digitale draadloze telefoons» (nr. 3-1654)

De voorzitter. - De heer Vincent Van Quickenborne, staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste minister, antwoordt.

Mevrouw Fatma Pehlivan (SP.A-SPIRIT). - Straling van gsm-masten en toestellen heeft een nefaste invloed op de volksgezondheid. Er is hierover al heel wat te doen geweest. Maar de digitale DECT-toestellen, zijnde draadloze telefoons, houden een nog groter gezondheidsrisico in.

In Duitsland hebben artsen en specialisten onderzoeken uitgevoerd. Hierbij werd geconstateerd dat gepulseerde elektromagnetische straling, het soort straling dat bij DECT wordt gebruikt, hersenstromen kan wijzigen en dat de negatieve invloeden nog uren na het uitschakelen van de stralingsbron aanwezig blijven. Het digitale DECT-systeem zendt, net als gsm-masten, een ononderbroken straling uit in huis, ook als er niet wordt gebeld. De straling van een DECT-toestel zou zelfs niet beperkt blijven tot de eigen woning, maar ook bij de buren, bijvoorbeeld in appartementsgebouwen, een invloed hebben.

De nefaste gevolgen van gepulste straling voor de volksgezondheid werden reeds in de praktijk vastgesteld, bijvoorbeeld symptomen en ziekten bij jonge patiënten waarvan de ouders DECT-toestellen in huis hadden. Er wordt dan ook geijverd tegen de gevolgen van de gepulste straling en een verbod op DECT-toestellen geëist. De bevindingen worden intussen ook onderschreven door artsen uit andere landen, zoals Nieuw-Zeeland.

De sterk pulserende elektromagnetische straling kan vooral bij kinderen en gevoelige volwassenen zware slaapstoornissen, leerstoornissen, gedragsstoornissen, migraineaanvallen, depressiviteit en tal van andere symptomen veroorzaken. De jongste jaren werden ook clusters van ziekten in een zelfde stralingsbelaste omgeving en een toename van zware en chronische aandoeningen geconstateerd. Concreet vormt de straling een groot gevaar voor zwangere vrouwen, kinderen, tieners, bejaarden en zieke mensen. Er worden verschillende maatregelen geëist tegen de DECT-straling, waaronder een onafhankelijk onderzoek, waarbij niet alleen experimenten in het labo worden uitgevoerd, maar ook rekening wordt gehouden met de ervaringen van de artsen op het terrein.

Is deze kwestie ook reeds in België bekend? Zo ja, is men op de hoogte van de nefaste gevolgen van DECT-straling voor de volksgezondheid? Werd er reeds een onafhankelijk onderzoek uitgevoerd naar de mogelijke nefaste gevolgen van DECT-toestellen? Welke andere maatregelen is de minister van plan te nemen om de volksgezondheid te beschermen tegen een dergelijke schadelijke technologie?

De heer Vincent Van Quickenborne, staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste minister. - Ik lees het antwoord van minister Demotte.

De Belgische overheid is zich bewust van deze problematiek. Zij blijft dan ook waakzaam en volgt nauwlettend de resultaten van relevante studies op.

Volgens de databank van de Wereldgezondheidsorganisatie lopen er momenteel tientallen specifieke onderzoeken, met een breder opzet, zowel epidemiologische als experimentele, in-vitro- en provocatiestudies, die betrekking hebben op verschillende vormen van mobiele telefonie. Er zijn ook enkele meetcampagnes aan de gang met als doel de blootstelling van het publiek aan de velden afkomstig van DECT, WLAN en Bluetooth te evalueren. Wij hopen na afloop van deze onderzoeken en na de zorgvuldige analyse van de resultaten een betere kennis te hebben van de aangehaalde problematiek.

Indien nefaste effecten van de radiogolven afkomstig van de DECT-toestellen gevonden worden, zal de overheid de nodige maatregelen treffen om de blootstelling op één of andere manier tot een veilig niveau te verminderen. Daarbij zullen wij ons steunen op relevante adviezen van de Hoge Gezondheidsraad, het wetenschappelijke adviesorgaan van de federale overheid.

Mevrouw Fatma Pehlivan (SP.A-SPIRIT). - Ik besluit uit het antwoord van minister Demotte dat we vooral waakzaam moeten blijven. Ik neem me dan ook voor deze problematiek te blijven opvolgen.