(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans
Na de Tsunami-ramp kwam er een golf van solidariteit los : nooit werd er meer geld gegeven om de slachtoffers van een ramp ter hulp te komen. Gelukkig slaagde men erin de wereldbevolking snel te informeren en massaal te sensibiliseren zodat hulp snel ter plaatse kwam en dit was betaalbaar dankzij de vele geldinzamelingsacties. Nu er in Pakistan een ramp heerst, reageert de wereld bijna niet.
Meer dan ooit is een noodfonds nodig dat altijd beschikbaar is en waarvan het geld snel inzetbaar is. Er wordt momenteel gewerkt aan de oprichting van zo'n fonds. België lijkt die oprichting af te wachten, om middelen vrij te maken voor dat fonds, en meer specifiek voor de humanitaire ramp in Kasjmir.
Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen :
1. In welke fase zit de oprichting van dit fonds ? Kan u mij meer informatie geven over het bedrag dat de andere donorlanden reeds hebben overgemaakt aan dit fonds ? Over welk bedrag beschikt het fonds op dit moment, de dag van indiening van deze vraag ? Welk bedrag zal België overmaken aan dit hulpfonds ?
2. Zal er een structurele financiering worden opgezet ? Zal u dit hulpfonds inschrijven in het koninklijk besluit van 2 april 2003 betreffende de multilaterale samenwerking ?
3. Welk bedrag heeft België al vrijgemaakt om de humanitaire ramp in Kasjmir te verhelpen ? Aan welke middelen werd dit geld besteed ? Gaat dit hier om extra middelen, of gaat het om middelen die al waren voorzien voor noodhulp, volgens de begroting van 2005 ?
4. Waaraan zullen de middelen van dit noodfonds besteed worden ?
5. Heeft België als geldsponsor inzage in de transparantie van dit fonds ? Op welke manier zal de monitoring en de coördinatie van dit fonds verlopen ? Is er een streefdoel vooropgesteld over de geldelijke capaciteit van dit fonds ? Wanneer zal dit fonds specifiek kunnen ingezet worden ?
Antwoord : Centraal interventie fonds voor humanitaire nood
De oprichting van het humanitaire noodfonds, het eerste concrete resultaat van de wereldtop van de Verenigde Naties van september 2005, werd goedgekeurd door de Algemene Assemblee van de Verenigde Naties eind december 2005. De officiële lancering is voorzien te New York op 9 maart 2006.
De Algemene Assemblee heeft zo beslist om het huidige autoverlengbare centrale Noodfonds (CERF) te transformeren in het Centrale interventiefonds voor humanitaire nood dat zal bevoorraad worden door vrijwillige bijdragen en op regelmatige tijdstippen opnieuw zal worden samengesteld.
De etappes van de oprichting van het fonds :
— Eerder dan een nieuw globaal fonds te creëren om noodoperaties te financieren zoals voorgesteld door de Britten, verkiezen de donors (waaronder België) een aanpassing van de bestaande middelen op het niveau van het systeem van de Verenigde Naties en met name de aanpassing van het « CERF — Central Emergency Revolving Fund ». Gezien dit fonds in 1992 werd opgericht met een beperking tot leningen, werd voorgesteld om het CERF uit te breiden tot de toekenning van giften.
— Dit idee werd weerhouden tijdens de ECOSOC-Raad in juli 2005 (resolutie van het humanitaire segment voorgezeten door België).
— De aanpassing van het CERF komt ook voor in de eindverklaring van de Top van de Verenigde Naties van september 2005 (59e AA).
— De resolutie van de Algemene Assemblee vraagt aan de secretaris-generaal om het mechanisme te preciseren van het beheer van het fonds, om een « Advisory Group » te vormen en om de criteria op te stellen voor het gebruik van het fonds. Dit werk is nog altijd bezig.
— De rampencoördinator van de Verenigde Naties Jan Egeland heeft de vorming van het Fonds voorgesteld met een bedrag van 500 mio$ (50 miljoen dollar aan leningen en 450 miljoen dollar aan giften).
Bijdragen van de donors : De deelname aan het fonds zal geen enkel bindend karakter hebben. De « beloften » van bijdrage lopen momenteel (24 januari 2006) op tot 186,3 miljoen dollar, verdeeld over de 11 donors : het Verenigd Koninkrijk, Canada, Zweden, Noorwegen, Nederland, Ierland, Luxemburg, Zwitserland, Frankrijk, Denemarken en Estland.
Op heden werd door België nog geen enkele financiële verbintenis aangegaan. Het budget 2006 van de multilaterale samenwerking beschikt momenteel niet over fondsen die deze bijkomende uitgave toelaten, zonder er rekening mee te houden dat de budgettaire programmering meerjaarlijks is (2004-2007).
Het is niet nodig dit fonds in te schrijven in het koninklijk besluit van 2 april 2003 betreffende de multilaterale samenwerking om eraan te kunnen bijdragen. Het fonds zal worden beheerd door OCHA, dat een partnerorganisatie is, vermeld in het genoemde koninklijk besluit.
Daarentegen, als we wensen bij te dragen aan zo een fonds in de toekomst, zal het nodig zijn om bijkomende kredieten te voorzien voor het budget van de ontwikkelingssamenwerking zodat dit type bijdrage niet leidt tot een vermindering van de hulp die gewoonlijk wordt toegekend via de humanitaire organisaties (NGO's en internationale organisaties). De resolutie voorziet inderdaad dat het fonds zal worden bevoorraad door bijkomende bijdragen.
Momenteel loopt de Belgische bijdrage op tot 2 885 000 euro in Kasjmir. De bedragen die hieronder zijn opgenomen, komen voort uit de Basisallocaties afhangend van de ministeries van Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking uit het gewone budget van 2005.
BA Voedselhulp (saldo's) 42 3582 42
Organiserende minister : Armand De Decker, minister van Ontwikkelingssamenwerking
Bedragen in euro | Partners |
1 400 000 | WFP/PAM |
Sub/totaal | |
1 400 000 | |
BA Noodhulp (41 3580 04)
Organiserende minister : Karel De Gucht, minister van Buitenlandse Zaken
Bedragen in euro | Partners |
1 000 000 | CICR |
350 000 | Franstalige Rode Kruis |
Sub/totaal | |
1 350 000 | |
BA 41 1201 87 B-Fast- Operaties
Organiserende minister : Karel De Gucht, minister van Buitenlandse Zaken
Bedragen in euro | Partners |
135 000 | B-Fast |
Sub/totaal | |
135 000 | |