3-165

3-165

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 18 MEI 2006 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Anke Van dermeersch aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over «de geldigheid van onvolledige processen-verbaal» (nr. 3-1629)

De voorzitter. - De heer Hervé Jamar, staatssecretaris voor Modernisering van de Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financiën, antwoordt.

Mevrouw Anke Van dermeersch (VL. BELANG). - Agenten van de zone MIRA, in Zuid-West-Vlaanderen, bekeurden eind vorig jaar een automobilist wegens een zware overtreding. In het proces-verbaal dat nadien werd toegestuurd, was geen enkele handtekening terug te vinden en ontbraken de namen van de verbalisanten. Dit gebrekkige proces-verbaal riep bij de geverbaliseerde persoon vragen op en zette hem ertoe aan de korpschef hierover om uitleg te vragen. Daarop liet de commissaris weten dat op die manier `vergeldingen' worden uitgesloten en dat hierover een overeenkomst bestond met de procureur van Kortrijk.

Intussen betaalde de betrokken persoon zijn boete voor de begane overtreding. Toch liet de persoon niet na ook het Comité P hierover in te lichten. Dat antwoordde `dat het Comité zware bedenkingen bij zulke praktijken heeft' en dat `zware juridische vragen bij dergelijk PV kunnen gesteld worden'.

Klopt het dat er terzake een overeenkomst bestaat tussen de politiezone MIRA en het parket?

Zijn dergelijke overeenkomsten over `onvolledige PV's' rechtsgeldig?

Zo ja, is dat ook het geval als noch de namen van de verbalisant(en) op het proces-verbaal vermeld staan, noch een handtekening op het proces-verbaal voorkomt? Zo neen, welke maatregelen zal de vice-eerste minister nemen?

De heer Hervé Jamar, staatssecretaris voor Modernisering van de Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financiën. - Ik antwoord namens de minister van Justitie.

De handelswijze waarnaar mevrouw Van dermeersch verwijst, werd destijds overeengekomen tussen de vroegere procureur des Konings en de politie van Waregem. Zo trachtte men te voorkomen dat personen die werden geverbaliseerd de betrokken verbalisanten zouden overstelpen met nutteloze telefonische oproepen voor een persoonlijk onderhoud over de begane inbreuk. De geverbaliseerde personen konden uiteraard hun versie geven op het bijgevoegde antwoordformulier.

Deze werkwijze, die eigenlijk niet onwettig is, wordt ondertussen op initiatief van de huidige procureur des Konings, niet meer toegepast. De verbalisanten van de zone MIRA vermelden nu ook hun naam en graad op alle processen-verbaal.

Ik kan het initiatief van de procureur des Konings alleen maar toejuichen. Ik vind het immers overdreven dat de verbalisanten hun naam en graad niet vermelden bij een vaststelling van een verkeersovertreding.