(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans
De accijns op koffie is jaarlijks goed voor zo'n 13 miljoen euro. Deze accijns is redelijk gecontesteerd, omdat ze kan worden beschouwd als tegenstrijdig met het gevoerde beleid van Ontwikkelingssamenwerking. Dit departement steunt elk jaar via het Fair Trade Centre een reeks acties op het domein van Fair Trade en subsidieert NGO's die Fair Trade koffie importeren. Het zou dan onlogisch zijn om een taks te heffen, en zo de aankoop van koffie duurder te maken, aangezien nagenoeg alle koffie uit ontwikkelingslanden komt.
De accijns op koffie is een nationale accijns, geheven volgens de wet van 13 februari 2005. Dit maakt dat de Belgische staat nog mogelijkheid heeft om de nadere regels van deze accijns aan te passen. In het verleden werd al één mogelijke piste geopperd, namelijk om de accijns op koffie rechtstreeks toe te wijzen aan het departement Ontwikkelingssamenwerking. In het kader van de 0,7 % norm zou dit perfect te verantwoorden zijn. Toen waren er echter wettelijke bezwaren. Zo zou het onmogelijk zijn om accijnzen exclusief toe te wijzen aan een specifieke bevoegdheid of departement. Eind juli kwam het nieuws dat er toch een principeakkoord was bereikt tussen de overheid, de NGO's en de koffiesector over de toekenning van de koffieaccijns aan ontwikkelingssamenwerking. Goed nieuws, maar er zijn nog onduidelijkheden. Zo is het niet duidelijk hoe men de mogelijke wettelijke bezwaren gaat aanpakken. Zal men een bepaald bedrag inschrijven in het budget van ontwikkelingssamenwerking, of zal men de opbrengsten van de accijnzen op koffie integraal inschrijven ? Bovendien blijft de vraag aan welke onderdelen binnen Ontwikkelingssamenwerking de extra middelen zullen worden besteed.
Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen :
1. Welke waren de wettelijke bezwaren die de toewijzing van de inkomsten door de nationale accijns op koffie in de weg stonden ? Op welke manier zullen deze bezwaren aangepakt worden, zoals overeengekomen in het principeakkoord, getekend samen met de NGO's en koffiesector ? Betekent dit dat er juridische aanpassingen nodig zijn ? Zo ja, welke zullen dit zijn ?
2. Welke voorwaarden koppelt de overheid aan de toekenning van de inkomsten van de koffieaccijns ? Zal men de inkomsten uit de koffieaccijnzen integraal toekennen aan ontwikkelingssamenwerking, of voorziet u een andere verdeelsleutel ?
3. Hoe ziet de technische uitwerking van dit principeakkoord er in detail uit ? Welke impact heeft die technische uitwerking voor de koffiesector en de NGO's ?
4. Hoe zal worden beslist over de besteding van de extra middelen ? Onder welke onderdelen van Ontwikkelingssamenwerking zullen deze extra middelen verdeeld worden ? Indien bepaald, hoe motiveert u deze beslissing ? Op basis van welke parameters zal de verdeling van extra middelen gebeuren, en wie neemt hierin beslissingsverantwoordelijkheid ?
5. Wanneer zal dit principeakkoord officieel bekrachtigd worden via de nodige juridische aanpassingen ? Zijn de opbrengsten uit de koffieaccijns als ingeschreven onder ontwikkelingssamenwerking voor de Begroting van 2006 ? Indien niet, kan dat nog gebeuren in 2006 zelf ?
6. Hoe werden de middelen afkomstig uit de koffieaccijns in 2003, 2004 en 2005 in de begroting ingeschreven ? Zal de verschuiving van deze middelen geen budgettair deficit laten in deze bestedingsposten ? Hoe wordt dit budget-technisch opgelost ?
Antwoord : Ik wens het geachte lid te verwijzen naar het antwoord op uw vraag nr. 3-3677 dat door de minister van Financiën medegedeeld werd aan de Senaat.