Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-60

ZITTING 2005-2006

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Ontwikkelingssamenwerking

Vraag nr. 3-4116 van mevrouw De Roeck d.d. 10 januari 2006 (N.) :
Ontwikkelingssamenwerking. — Schoolprojecten in afgelegen en rurale gebieden. — Vzw « Mobile school ».

Heel wat ontwikkelingslanden pompen erg veel energie in scholarisatie. Men beseft stilaan dat scholing heel vaak de deur opent voor ontwikkeling en vooruitgang en dat er tegelijkertijd een democratiseringsproces gebeurt.

Erg veel landen kampen in hun projecten met logistieke problemen : enorme afstanden en verafgelegen en moeilijk bereikbare gebieden verhinderen een vlotte coördinatie van de projecten, temeer ook omdat lokale overheden vaak te weinig zijn uitgebouwd. Voor landen als Peru, Chili, maar zelfs voor Marokko is de scholingsgraad op het platteland heel wat lager dan in de steden. Dit zorgt voor ongelijkheden met de steden op vlak van kennis, ontwikkeling en arbeidskansen.

Degenen die het vaakst uit de boot vallen, zijn de meisjes. Zo blijft voor deze landen emancipatie en gelijkstelling van de vrouw een moeilijk te bereiken ideaal.

Nochtans zijn er methoden ontwikkeld die ervoor kunnen zorgen dat er ambulant gewerkt kan worden. Voor de steden zijn deze scholingsprojecten erg functioneel omdat moeilijk bereikbare kinderen en jongeren zoals straatkinderen op deze (vlotte) manier een basiseducatie krijgen.

Zo bestaan er al drie jaar projecten die een beroep doen op mobiele schooltjes. Dit project werd al succesvol toegepast in enkele landen in Zuid-Amerika. De positieve resultaten bij straatkinderen zijn zeer groot. Men bereikt hiermee zelfs dikwijls een dubbel doel : er is een alfabetisering bij jongeren en kinderen, maar men doet tegelijkertijd aan drugpreventie, waardoor de jeugdcriminaliteit kan dalen.

Ons beleid ondersteunt heel wat scholingsprojecten in afgelegen gebieden. Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen :

1. Heeft België scholingsprojecten lopen in rurale gebieden in ontwikkelingslanden ? Over welke gebieden gaat het ? Sinds wanneer lopen deze projecten, en kan de geachte minister een beschrijving geven van deze projecten ?

2. Hoe gebeurt de evaluatie van deze projecten ? Wordt hieromtrent samengewerkt met andere institutionele partners (departement onderwijs) ?

3. Kent de geachte minister het project van VZW « mobile school » ? Heeft dit project al projectsubsidies ontvangen in het kader van ontwikkelingssamenwerking ? Zijn er projecten, gesubsidieerd door het Directoraat-Generaal Ontwikkelingssamenwerking (DGOS) die deze methodiek gebruiken ?

4. Acht hij een toekomstige ondersteuning van dit project mogelijk ?