3-162

3-162

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 4 MEI 2006 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Jacinta De Roeck aan de minister van Buitenlandse Zaken en aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking over «het intrekken van steun aan de Palestijnse gebieden door de Europese Commissie» (nr. 3-1590)

Mevrouw Jacinta De Roeck (SP.A-SPIRIT). - De Europese Commissie dreigde onlangs met het intrekken van de subsidies aan de Palestijnse Gebieden zolang ze het bestaansrecht van Israël niet erkennen en het routeplan naar de vrede niet verder uitvoeren. De anti-Israëlische houding van de nieuwe Palestijnse regering is problematisch. De goedkeuring van de aanslag van 17 april te Tel Aviv illustreert de houding van Hamas ten opzichte van Israël. Ook president Abbas laat de regering weten dat onderhandelen met Israël de enige optie is. Als gevolg van de anti-Israëlische houding zal nu een eerste schijf van 30 miljoen euro niet worden gestort.

Deze keuze is verdedigbaar, maar roept ook vragen op. Eerder verscheen het bericht dat Iran en Qatar 90 miljoen euro zouden schenken aan de Palestijnse gebieden. Het opschorten van de steun aan de Palestijnse gebieden uit morele overwegingen dreigt het land verder weg te duwen van een oplossing voor het Joods-Palestijnse probleem. Als men Palestina niet volledig in de armen wil duwen van landen met een sterk anti-Israëlische houding - de Iraanse president staat de uitroeiing van het Joodse volk voor - dan is het van primordiaal belang dat ook de Europese Unie een partner blijft.

De hamvraag is hoe het nu verder moet met Palestina. Men moet grondig nadenken over de eventuele gevolgen voor de Palestijnse burgers als de Europese geldkraan richting Palestina dichtgaat. Het Belgische ontwikkelingsbeleid moet ook beslissen of het zich al dan niet bij de Europese houding aansluit. De Palestijnse Gebieden behoren namelijk tot de 18 officiële partnerlanden in ons ontwikkelingsbeleid. In 2003 en 2004 besteedde België respectievelijk 6.672.800 en 4.959.906 euro aan bilaterale hulp voor projecten in Palestina.

Welke standpunt vertolkt België in de Europese Commissie over het stopzetten van de geldelijke steun aan de Palestijnse gebieden? Steunt die beslissing op een brede consultatie binnen de Europese Commissie? Zal België eenzelfde demarche ondernemen in het nationale beleid, aangezien de Palestijnse Gebieden behoren tot de 18 partnerlanden van het Belgische ontwikkelingsbeleid? Zo ja, welke maatregelen zal de minister hieromtrent ondernemen? Is er hiervoor een wettelijk draagvlak? Welk standpunt aangaande de steun aan Palestina vertolkte de minister op de lenteontmoeting van het Ontwikkelingscomité van het IMF in New York? Zijn er op die bijeenkomst engagementen inzake de steun aan Palestina aangegaan?

De heer Armand De Decker, minister van Ontwikkelingssamenwerking. - Sedert de Palestijnse verkiezingen van januari die Hamas aan de macht brachten, heeft het Kwartet en de Europese Unie - met Belgische steun - aangedrongen op de aanvaarding door Hamas van drie principes, namelijk afzweren van geweld, erkenning van het bestaansrecht van Israël en aanvaarding van bestaande vredesplannen. Toen de Hamasregering eind maart gevormd was, hun programma bekend werd en bleek dat die beweging geenszins bereid was de drie principes na te leven heeft de EU, in lijn met het Kwartet, beslist om de rechtstreekse steun aan of via de Palestijnse Autoriteit tijdelijk op te schorten.

Het voortzetten van de humanitaire hulp aan het Palestijnse volk werd nooit ter discussie gesteld. Voor de EU dekt de humanitaire steun ook de domeinen gezondheid en onderwijs. België steunt die houding en zal ze toepassen in haar ontwikkelingsprogramma's voor de Palestijnen.

België sluit zich aan bij het Europees standpunt. De Europese Commissie en de lidstaten verduidelijken thans de impact van de RAZEB-conclusies op technisch gebied in de werkgroep Mashrek/Maghreb. We ondervragen onze ambassades in de 25 EU-lidstaten om de beslissing van de jongste RAZEB te interpreteren en uit te werken. Vervolgens zullen we zeer nauwkeurig de projecten bepalen die in het kader van de humanitaire hulp passen. De Raad heeft beslist het humanitaire karakter ruim te interpreteren en voor de sectoren onderwijs en gezondheidszorg ook hulp te geven, twee prioritaire sectoren voor België.

In tegenstelling tot wat soms wordt gezegd, is België niet uit op het sanctioneren van de Palestijnse bevolking, noch op het faillissement van de Palestijnse Autoriteit. Wel integendeel. In februari heb ik, naar aanleiding van vragen die hier werden gesteld, gewezen op twee doelstellingen van onze actie, namelijk de Palestijnse bevolking steunen en Hamas doen evolueren.

Met onze steun aan de Palestijnse bevolking moeten we creatief zijn en nieuwe manieren zoeken om tegemoet te komen aan de meest dringende noden van de bevolking, zonder de Palestijnse Autoriteit erbij te betrekken. We kunnen een deel van onze gouvernementele hulp heroriënteren naar projecten die in aanmerking komen voor indirecte of multilaterale hulp. Dat wordt thans onderzocht.

De rol van de internationale gemeenschap bestaat erin Hamas tot verandering aan te sporen. Ik hoop dat het lukt. De Europese Unie is vastberaden omdat ze ervan overtuigd is dat Hamas zal veranderen. Als dat effectief zo is, zullen de verkiezingen van januari het vredesproces hebben gediend. Volgens peilingen kort na de verkiezingen is 84% van de Palestijnen voor een onderhandelde vrede met Israël. De Palestijnse regering wordt dagelijks geconfronteerd met moeilijke keuzes, maar een evolutie is mogelijk. Het beste wat we kunnen doen is de Palestijnse Autoritei ertoe aanzetten de drie voorwaarden die haar werden opgelegd te respecteren. We moeten geduld hebben, want dat proces zal enige tijd vergen.

Twee weken geleden heb ik deelgenomen aan de lentevergadering van de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds. Ik heb meer bepaald een werkvergadering bijgewoond met de personen die verantwoordelijk zijn voor de dossiers van het Midden-Oosten en daar heb ik de hulp aan de Palestijnse Autoriteit ter sprake gebracht. De Wereldbank lijkt meer tijd nodig te hebben om zich te kunnen uitspreken over het standpunt van alle geldschieters. De projecten van de Wereldbank hebben evenwel voor het overgrote deel betrekking op sectoren in de humanitaire sfeer waardoor de Europese Commissie en de lidstaten verder zouden kunnen blijven financieren.

Mevrouw Jacinta De Roeck (SP.A-SPIRIT). - Ik dank de minister voor zijn antwoord en het standpunt van België ten aanzien van Palestina stelt me redelijk gerust. Er wordt dus geprobeerd om Hamas drie voorwaarden te doen aanvaarden. Zijn er genoeg hefbomen om dat te blijven doen? Op welke manier gaat dat gebeuren? Wil de minister ons daar regelmatig van op de hoogte houden in de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen?

De deur moet openblijven voor Palestina, maar evengoed voor Israël. Het is van belang dat de beide deuren open blijven en daar moet België op aandringen. Ik ben vooral ongerust voor de bevolking in Palestina. Ik ben blij van de minister te horen dat we al het mogelijk gaan blijven doen om te blijven werken aan onderwijs en gezondheid, want dat is hard nodig.

De heer Armand De Decker, minister van Ontwikkelingssamenwerking. - We zijn ook ongerust, net zoals iedereen. Voor alle duidelijkheid, de Belgische regering heeft precies dezelfde houding als alle andere lidstaten van de Europese Unie. Opmerkelijk is dat de Hamas-regering op haar vraag om hulp aan de rijke Golfstaten, een antwoord kreeg waarin dezelfde drie voorwaarden werden gesteld. Dat moeten we in gedachten houden voor de toekomst.