3-161 | 3-161 |
(Pour le texte adopté par le Comité d'avis fédéral chargé des questions européennes, voir document 3-578/2.)
Mme la présidente. - M. Noreilde se réfère à son rapport écrit.
M. Philippe Mahoux (PS). - Le Comité d'avis des questions européennes a organisé des auditions à propos de la mobilité des patients centrées sur la législation européenne, la possibilité de mettre en valeur l'expertise de la médecine hospitalière belge et les impératifs budgétaires.
M. Germeaux et moi avons ensuite déposé une proposition de résolution qui a été examinée par les membres du Comité. Par ailleurs, un avis a été demandé aux commissions des Affaires sociales de la Chambre et du Sénat.
Finalement, le Comité d'avis des questions européennes a adopté la proposition de résolution, ce qui permet son renvoi direct en séance plénière.
Mevrouw Annemie Van de Casteele (VLD). - Het oorspronkelijke initiatief van deze resolutie komt van de heer Germeaux, die onlangs naar de Kamer is verhuisd. Ik dank de heer Mahoux omdat hij de resolutie samen met de heer Germeaux in het Federaal Adviescomité voor de Europese aangelegenheden heeft ingediend. Europa beheerst immers meer en meer ons leven, ook al zijn we ons daar niet altijd van bewust.
Het adviescomité probeert de agenda's van de Europese ministerraden voor te zijn en ons tijdig alle nodige documenten te bezorgen, maar soms hebben we toch het gevoel dat Europa onze agenda bepaalt en wij gewoon achterna hinken.
Het was dus goed dat wij deze kwestie tijdig hebben onderzocht. Gezondheidszorg is terecht een nationale bevoegdheid gebleven. België bewijst dat behoeften en cultuurverschillen regionaal sterk kunnen verschillen, zeker in de gezondheidszorg. Het is dus goed dat wij de gezondheidszorg zo dicht mogelijk bij de mensen houden. Ik wil van dit debat geen gebruik maken om te pleiten voor de defederalisering van de gezondheidszorg, al ben ik ervan overtuigd dat dit een noodzaak is, maar wil vooral duidelijk maken dat ik het geen goede zaak zou vinden dat Europa zich met de organisatie van de gezondheidszorg bezighoudt.
Sinds de arresten van Kohll en Decker wordt het evenwel duidelijk dat de Europese spelregels ons via andere wegen toch onrechtstreeks beïnvloeden en een grote invloed hebben op de gezondheidszorg in Europa. Uit de jurisprudentie die daarover de voorbije jaren is ontstaan, blijkt dat de patiënt, binnen bepaalde grenzen, het recht heeft om zijn gezondheidszorg in een ander land te halen en er terugbetaling voor te krijgen in het land waarin hij woont en verzekerd is.
Met deze resolutie willen wij, ingaande op die evolutie, volop onze troeven uitspelen. Het is ook niet toevallig dat de heer Germeaux dat debat heeft aangezwengeld. Hij heeft dat niet alleen gedaan omdat hij liberaal is en de voordelen van het vrije markt principe in de gezondheidszorg ten volle wil gebruiken ten voordele van de patiënten, maar ook omdat hij in een regio woont en werkt die gekenmerkt wordt door patiëntenmobiliteit. Hij woont namelijk in Genk, vlakbij Nederland en Duitsland en stelt vast dat patiënten uit die landen vaak gebruik maken van de gezondheidsinfrastructuur in Belgisch Limburg.
Deze resolutie wil dan ook de krachtlijnen uittekenen voor de houding van ons land ten opzichte van de patiënten die hun gezondheidszorg doelbewust komen halen in België.
In de voorbije jaren hebben enkele ziekenhuizen ervaring kunnen opdoen met vooral Nederlandse en Engelse patiënten. We hebben met minister Vandenbroucke destijds discussies gevoerd over de overeenkomsten die daarover moesten worden gesloten. Nederland en Engeland werden geconfronteerd met onaanvaardbaar lange wachtlijsten voor sommige aandoeningen en hebben die patiënten binnen een redelijke termijn willen helpen door de mogelijkheid te bieden om een beroep te doen op de gezondheidszorg in onze Belgische ziekenhuizen.
Dat ook omgekeerde bewegingen kunnen ontstaan, hebben wij gisteren nog kunnen leren in de hoorzitting met experts inzake hadrontherapie die de commissie voor de Sociale Aangelegenheden had georganiseerd. Die therapie is in België nog niet beschikbaar, zodat jonge kankerpatiëntjes van bij ons in Zwitserland en zelfs in de Verenigde Staten worden behandeld met een therapie waarvan ze effectief beter worden.
Die problematiek overstijgt de grenzen van Europa: mensen die het zich kunnen veroorloven, gaan wereldwijd op zoek naar de beste verzorging in de landen die dat kunnen aanbieden.
De bestaande overeenkomsten met Groot-Brittannië en Nederland vormden eigenlijk een interessant leerproces en hebben ons geleerd dat de verzorging van buitenlandse patiënten voordelen biedt, maar dat er ook valkuilen aan verbonden zijn. De extra capaciteit leverde een aantal ziekenhuizen extra inkomsten op, zodat ze extra konden investeren in medische apparatuur en de kwaliteit voor de eigen patiënten kon worden verbeterd. Het werd echter ook duidelijk dat de gevraagde prijs de kosten niet dekte omdat onder meer de kosten voor infrastructuur, vooral voor zware pathologieën waarvoor patiënten naar België werden gestuurd, niet werden opgenomen in de vergoeding. Ik heb minister Vandenbroucke daar destijds meermaals op gewezen. We hebben immers een zeer ingewikkeld financieringssysteem. Enerzijds zijn er kosten die vergoed worden door de ziekteverzekering. Anderzijds zijn er kosten die via andere kanalen worden vergoed. Zo wordt ook geld van de gemeenschap, afkomstig uit de belastingen die iedereen betaalt, gebruikt voor ons zorgaanbod, zoals voor infrastructuur en kosten die niet rechtstreeks door het RIZIV worden terugbetaald en op die wijze betaalt de gemeenschap ook mee voor de verzorging van buitenlandse patiënten.
Voor de VLD is deze resolutie belangrijk om drie redenen.
Ten eerste stellen we uitdrukkelijk dat we de ontvangst van buitenlandse patiënten beschouwen als een uitdaging die we met beide handen willen grijpen in het raam van onze kenniseconomie. België en Vlaanderen hebben de afgelopen jaren bewust geïnvesteerd in de kenniseconomie. Ons land is trouwens bekend om zijn uitstekende gezondheidszorg. We hebben expertise in medische en farmaceutische research en ontwikkeling, wij hebben veel getalenteerde artsen en uitstekend verplegend en verzorgend personeel (helaas te weinig, zodat we ze ook over de grens moeten zoeken, met alle problemen van dien). Er is dan ook geen reden dat we die knowhow niet zouden aanwenden om hooggeschoolden in te zetten voor de verzorging van buitenlandse patiënten. Het is dan ook positief dat de minister heeft toegezegd dat ziekenhuizen overtollige capaciteit mogen aanwenden voor de verzorging van die patiënten.
Ten tweede willen we de kans aangrijpen om in België centres of excellence in de gezondheidszorg uit te bouwen. We zijn niet aan ons proefstuk toe. België staat met de VUB aan de wereldtop inzake vruchtbaarheidsbehandelingen. In het kader van de ethische dossiers hebben we in dat verband al verschillende experts gehoord. We mogen daar fier op zijn. Het ziekenhuis van Aalst is wereldberoemd om zijn hartchirurgie. Andere ziekenhuizen laten zich evenmin onbetuigd.
Het is positief dat wordt gesteld dat we die weg verder willen bewandelen en dat we nog meer centres of excellence willen oprichten. Daardoor kunnen we ook meer specialiseren, want voor bepaalde zeldzame aandoeningen is het niet zinnig dat elk land afzonderlijk een centre of excellence opricht. We moeten op Europees niveau dus overgaan tot taakverdeling en specialisatie.
In de resolutie wordt de regering dan ook gevraagd om samenwerkingsakkoorden te sluiten met andere Europese landen om zo ook voor Belgische patiënten gemakkelijker toegang te krijgen tot referentiecentra in andere landen. Zo kunnen we in Europa meer van die centra krijgen en een kwalitatief hoogstaander gezondheidszorgbeleid uitbouwen.
Ten derde is ook het financiële luik van belang. We zijn blij dat de resolutie duidelijk stelt dat ziekenhuizen een correcte prijs voor deze medische dienstverlening moeten kunnen vragen. De gevraagde prijs was toch wel een minder positief element in de ervaring die we in het verleden hebben opgedaan. Door de maatregelen van de toenmalige minister van Sociale Zaken werd de vergoeding die de ziekenhuizen konden vragen beperkt. Zo werd de infrastructuur nooit in rekening gebracht. Dat is niet redelijk. De resolutie stelt nu duidelijk dat het moet gaan om een totaalprijs die kostendekkend is, ook voor wat de infrastructuur betreft.
Uiteraard moet de ontvangst van buitenlandse patiënten ook gebeuren met de nodige garanties voor de toegankelijkheid en de kwaliteit van de zorg. De resolutie voorziet daarom uitdrukkelijk in een registratie van de ziekenhuisopnames in België om te voorkomen dat er wachtlijsten zouden ontstaan voor de eigen bevolking. De toegankelijkheid van onze gezondheidszorg is vandaag één van de sterkste troeven van de Belgische gezondheidszorg. Dit mag niet worden gehypothekeerd door onze voorzieningen ook open te stellen voor buitenlanders. Ik denk dat iedereen het daarover eens is.
De resolutie waakt ook over de kwaliteit van de verstrekte zorg. Ook indien ziekenhuizen in het raam van patiëntenmobiliteit investeringen willen doen die niet gedekt zijn door subsidies, blijven we als Belgische overheid toch dezelfde eisen stellen in verband met de kwaliteit van de geleverde gezondheidszorg. Op dit punt toegevingen doen zou onaanvaardbaar zijn. Alleen indien we kwalitatief hoogstaande zorg blijven bieden, hebben we kans op succes.
Met het goedkeuren van deze resolutie geven we een belangrijk signaal dat wij koploper willen blijven in de gezondheidszorg en dat we een groot vertrouwen hebben in de opleiding, het onderzoek en de ontwikkeling ervan in ons land. Ik hoop dat België veel centres of excellence zal zien ontwikkelen en dat die vooral de patiënt ten goede zullen komen.
M. Philippe Mahoux (PS). - Je remercie Mme Van de Casteele de ses appréciations, de ses commentaires et de son importante contribution à cette proposition de résolution.
Je voudrais formuler quatre remarques.
Tout d'abord, il va de soi que l'effet souhaité n'est certainement pas un transfert vers notre pays - et donc nos hôpitaux - des files d'attente spécifiques à certains pays étrangers.
Ensuite, dans la prise en charge du patient, il faut éviter cette dérive qui consisterait à favoriser les mieux nantis et à établir qu'une personne sera ou non soignée en fonction de ses moyens financiers. Une telle situation serait contraire, non seulement à l'éthique, mais aussi à notre système de sécurité sociale.
Par ailleurs, l'accueil de patients étrangers dans nos hôpitaux, en conformité avec la législation européenne, est fonction des équipements disponibles. Il existe dans notre pays des normes concernant l'installation d'équipements lourds. L'arrivée de patients étrangers ne doit pas être l'élément qui permet d'atteindre les seuils de patientèle requis pour les équipements lourds dans les hôpitaux concernés. Ce serait une forme de détournement des règles qui président à l'agrément de ces équipements.
Enfin, Mme Van de Casteele a eu raison de souligner l'importance d'une coordination à l'échelon européen, sur la création de centres d'excellence. Par exemple, j'ai récemment appris l'existence d'un « enfant de la lune » - le nom est poétique, mais la maladie l'est beaucoup moins ! - dans ma région. Un enfant atteint de cette maladie extrêmement rare ne peut en aucun cas être exposé à la lumière, au risque de développer des tumeurs cutanées qui doivent être opérées. Ces opérations doivent être réalisées dans des conditions tout à fait particulières, puisque le chirurgien doit bénéficier d'une bonne visibilité, sans que la lumière nuise au patient. Des centres adaptés ont été créés dans d'autres pays. Dans pareil cas, il me semble préférable de ne pas multiplier les centres et de donner les moyens - y compris financiers - au patient de se déplacer.
-La discussion est close.
-Il sera procédé ultérieurement au vote sur l'ensemble de la proposition de résolution.