3-157

3-157

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 30 MARS 2006 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de M. Frank Creyelman au premier ministre, à la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture et au ministre de l'Emploi sur «l'augmentation du nombre de dimanches d'ouverture pour les magasins» (nº 3-1075)

De heer Frank Creyelman (VL. BELANG). - Op 17 maart keurde de ministerraad een wijziging goed van de wetgeving over de wekelijkse rustdag en de openingstijden. De maatregel komt onder meer neer op een verruiming van het zondagswinkelen. Niet alleen wordt het aantal koopzondagen van 3 naar 9 opgetrokken, bovendien wordt de regeling voor de erkenning als toeristisch centrum versoepeld, waardoor elke beperking wegvalt.

De maatregel stuit op vrij groot verzet niet alleen van werkgeversorganisaties, maar ook van werknemersorganisaties. Weinigen zijn vragende partij voor meer koopzondagen. Het is dan ook merkwaardig dat de regering die beslissing neemt, en zeker als men weet dat in het verleden wegens grootschalig verzet van de maatregel werd afgezien.

UNIZO-voorzitter Karel Van Eetvelt beschuldigt de regering er zelfs van te zijn gezwicht voor druk uit Amerika om een welbepaald Amerikaans winkelcentrum in Maasmechelen ter wille te zijn.

Is het correct dat er vanuit de Verenigde Staten of vanuit VS-vertegenwoordigers hier te lande bij regeringsleden werd gelobbyd om het winkelen op zondag te versoepelen? Welke personen en welke instanties hebben dat lobbywerk verricht, in welke zin werd er gelobbyd, en in welke zin werd daarop ingegaan?

Is de regering, gelet op het vrij grote verzet, de maatregel aan te passen? Zo ja, in welke zin?

De heer Peter Vanvelthoven, minister van Werk. - Volgens de huidige reglementering mogen zelfstandige winkeliers hun winkel op zondag openen en mogen alle winkels gedurende drie zogenaamde koopzondagen personeel tewerkstellen. De regeling `toeristische centra' staat daar los van. In toeristische centra worden ruimere openingstijden toegestaan omdat de kleinhandelszaken in die centra hun omzet vooral tijdens het toeristisch seizoen halen. De twee dossiers hebben dus niets met mekaar te maken. De bewering van UNIZO-voorzitter Van Eetvelt dat de regeling inzake de zondagsopening te maken zou hebben met een bepaald toeristisch centrum klopt dus niet.

De regering wil in ieder geval de regelgeving rond openingstijden en zondagsrust moderniseren, rekening houdend met het gewijzigde koopgedrag. De regeling koopzondagen dateert van 1987 en is 20 jaar ongewijzigd gebleven. De zondagstewerkstelling kan de werkgelegenheid in de sector ten goede komen, zeker in de grenssteden. Als Nederland soepelere regels hanteert dan België dan is dat nadelig voor de Belgische winkels of winkelcentra en zelfs voor onze werkgelegenheid.

De regeling toeristische centra dateert van 1966 en is dus 40 jaar ongewijzigd gebleven. Bovendien bevat het bestaande koninklijk besluit geen duidelijke criteria voor toeristische centra. De regering wil nu duidelijke criteria invoeren zodat een transparanter beleid mogelijk wordt op basis van objectieve beslissingen. Het is dus geenszins de bedoeling het aantal erkenningen inzake toeristische centra drastisch te verhogen. In haar notificatie spreek de regering overigens niet over een versoepeling van de erkenning, maar over een vereenvoudiging en een verkorting van de procedure.

Persoonlijk heb ik geen lobbyisten ontvangen met betrekking tot de regeling rond het zondagswinkelen. Ik kan dus ook niet zeggen wie eventueel al dan niet zou hebben gelobbyd.

Het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1987 over de koopzondagen werd inmiddels voor advies naar de Nationale Arbeidsraad (NAR) verzonden, zoals wettelijk voorgeschreven. De NAR wordt om advies gevraagd omdat het toepassingsgebied van het koninklijk besluit verschillende paritaire comités betreft. De NAR wint in dergelijke gevallen gewoonlijk het advies in van de betrokken paritaire comités.

Na advies van de NAR bespreekt de regering het koninklijk besluit opnieuw op de ministerraad. Op dat ogenblik zal de regering weten of en in welke mate het project gedragen wordt door de sector en de sociale partners.

De wijziging van de erkenning als toeristisch centrum zal eveneens zoals bepaald in de arbeidswet aan de NAR voor advies voorgelegd worden. Momenteel werken we nog aan de criteria voor de nieuwe procedure.

De heer Frank Creyelman (VL. BELANG). - Het is toch eigenaardig dat niemand vragende partij is voor het optrekken van het aantal koopzondagen tot 9 en dat een gemeente als Maasmechelen nu plots een toeristisch centrum wordt. Noch de werkgeversorganisaties noch de werknemersorganisaties zijn vragende partij. Toch wil de regering de maatregel doordrukken. Twee jaar geleden kon het niet en nu moet het plots wel.

Ik ben zeker geen tegenstander van de Verenigde Staten van Amerika, maar ik vind niet dat we de VS in alles moeten volgen. Als het gaat om de bescherming van werknemers denk ik dat ons Europees model beter is dan dat van de VS en ik neem aan dat de minister het daar wel mee eens zal zijn.

Wat ik uit het antwoord van de minister leer is dat Maasmechelen nu een toeristisch centrum is en ik zal dat vanavond nog gaan controleren.