3-155 | 3-155 |
M. le président. - Mme Gisèle Mandaila Malamba, secrétaire d'État aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, répondra.
Mevrouw Annemie Van de Casteele (VLD). - De Christelijke Mutualiteiten hebben recent een tegemoetkoming aangekondigd voor psychotherapie. De minister weet dat wij al heel lang over een wettelijke regeling voor psychotherapeuten discussiëren en dat daarover zowel in de Senaat als in de Kamer verschillende voorstellen werden ingediend.
De CM wil dat 50%, in sommige gevallen 75%, van het honorarium van psychotherapeuten wordt terugbetaald voor de behandeling van psychologische problemen bij kinderen, op voorschrift van een arts, een Centrum voor geestelijke gezondheidszorg, een Centrum voor leerlingenbegeleiding of een Centrum voor algemeen welzijnswerk.
De CM sloot een overeenkomst met verschillende psychotherapeuten. Daarmee loopt de verzekeringsinstelling vooruit op een wettelijke regeling of erkenning van psychotherapeuten en voert zij de druk op om een aantal prestaties in de psychotherapie terugbetaalbaar te maken.
Is de minister op de hoogte? Welke voorwaarden koppelt de CM aan de samenwerking met de psychotherapeuten? Moet er niet dringend een wettelijke regeling komen? Zijn er ook andere mutualiteiten die tussenkomen in de geestelijke gezondheidszorg via hun aanvullende verzekeringen? Zal daardoor de druk niet groot worden om die prestaties ook door de ziekteverzekering te laten terugbetalen? Wat is het standpunt van de minister in verband met een eventuele terugbetaling?
Mevrouw Gisèle Mandaila Malamba, staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. - Ik lees het antwoord van minister Demotte.
De statuten van de ziekenfondsen en hun wijziging door de algemene vergadering, worden goedgekeurd door de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen en niet langer door de minister van Sociale Zaken zoals dat tot 1998 het geval was. Ik ben dus niet op de hoogte van de statutaire bepalingen van de meer dan honderd ziekenfondsen.
Uit hun statuten blijkt dat de CM er onder andere naar streven om voor de prestaties inzake psychotherapie een aanvaardbaar tarief te waarborgen en deze te laten uitvoeren door psychotherapeuten die aan bepaalde voorwaarden voldoen, vooral dan wat opleiding betreft.
De erkenning van de psychotherapie maakt deel uit van een voorontwerp van wet betreffende de uitoefening van geestelijke gezondheidsberoepen dat op dit ogenblik wordt besproken. Dit voorontwerp, noch enige andere wet of reglementaire bepaling, verhinderen evenwel dat de ziekenfondsen in het kader van hun aanvullende verzekering kunnen tussen komen in de kosten van dergelijke prestaties. Als het voorontwerp wet zal zijn geworden, zullen de ziekenfondsen er wel moeten op toezien dat hun statuten niet in strijd zijn met erin vervatte wettelijke bepalingen.
Ook andere ziekenfondsen betalen dergelijke prestaties terug, zoals één psychotherapeutische behandeling van personen jonger dan 21 jaar, ofwel een dergelijke behandeling als zij samenvalt met een logopedische behandeling, ofwel consultaties bij een psychiater, neuropsychiater en/of een psycholoog.
Via de aanvullende verzekering kunnen de ziekenfondsen snel inspelen op de nieuwe behoeften van hun leden, die ontstaan door het gebruik van nieuwe medische technologieën. In een aantal gevallen leidt de terugbetaling van dergelijke prestaties later tot een bijdrage van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging. Dat was bijvoorbeeld zo voor het endoscopisch en viscerosynthesemateriaal. Bovendien kan via de integratie van voordelen in de aanvullende verzekering worden nagegaan hoeveel personen een beroep doen op de betrokken prestaties en welke kosten dat met zich meebrengt voor de betrokkenen en de aldus ingerichte dienst.
Ik wijs er wel op dat de uitoefening van een geestelijk gezondheidsberoep binnen een wettelijk kader niet automatisch inhoudt dat de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging de kosten van de geleverde prestaties op zich neemt.
Mevrouw Annemie Van de Casteele (VLD). - Ook in de geestelijke gezondheidszorg nemen de noden toe. We moeten hiervoor de nodige wettelijke omkadering opstellen. Op het terrein bestaat een feitelijke toestand waarbij een aantal psychotherapeuten zijn erkend, weliswaar niet door de overheid, maar door een semi-overheidsinstantie zoals een ziekenfonds.
De gebruiken en gewoonten in beide landsgedeelten zijn zeer verschillend. Het is dan ook mogelijk dat de psychotherapeuten die in Wallonië worden erkend een heel ander profiel hebben dan de psychotherapeuten die in Vlaanderen worden erkend. Het is al zo moeilijk om een gemeenschappelijk wettelijk kader uit te werken.
Ik roep de minister dan ook op zo snel mogelijk verder te werken aan een consensus om een wettelijk kader op te stellen. Uit het antwoord heb ik begrepen dat het nog een hele tijd zal duren alvorens over de terugbetaling van prestaties in de geestelijke gezondheidszorg door psychotherapeuten zal worden gesproken.