Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-55

ZITTING 2005-2006

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 3-3603 van de heer Delacroix d.d. 21 oktober 2005 (Fr.) :
Open centra. — Aanwezigheid van illegalen.

Op zaterdag 24 september 2005 vond een manifestatie plaats als eerbetoon aan Semira Adamu, waarop de sluiting van de gesloten centra en de stopzetting van de uitwijzing van de mensen zonder papieren werd geëist. De pers — La Libre Belgique van 26 september 2005, bladzijde 8 — meldt de aanwezigheid van verschillende mensen zonder papieren uit de open centra van Fraipont, Morlanwelz of Florennes.

Rekening houdend met het onderscheid dat moet worden gemaakt tussen asielzoekers, van wie de gegrondheid van de aanvraag moet worden onderzocht, en mensen zonder papieren, die illegaal op ons nationaal grondgebied verblijven; rekening houdend met de massale regularisatie van illegalen krachtens de wet van 22 december 1999 betreffende de regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk, waarover de federale regering meermaals heeft gezegd dat ze eenmalig is en dat het uitgesloten is dat ze wordt herhaald; en rekening houdend met het feit dat die illegalen zodra ze opduiken bijgevolg logischerwijze moeten worden gerepatrieerd naar hun land van oorsprong :

1. Hoe motiveert u de aanwezigheid van illegalen in de bovenvermelde open centra ?

2. Wachten die illegalen op hun uitwijzing ?

3. Wat is hun huidig statuut ?

4. Hoeveel bedraagt de kostprijs per dag van een illegaal in een open centrum ?

5. Hoe lang verblijven de illegalen gemiddeld in die open centra ?

6. Over hoeveel illegalen gaat het voor alle open centra samen ?

7. Wat is het aandeel van de illegalen in het totale aantal bewoners van elk centrum en van alle centra samen ?

8. Wat zal men aanvangen met die illegalen op korte, middellange en lange termijn ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid de volgende informatie mee te delen.

Mijn collega, de minister van Maatschappelijke Integratie, is bevoegd voor uw eerste vraag en de vragen 4 tot 7.

Met betrekking tot vraag 2 breng ik u op de hoogte van het feit dat deze illegaal verblijvende vreemdelingen een uitvoerbaar bevel om het grondgebied te verlaten, dat vrijwillig moet worden uitgevoerd, hebben ontvangen. Indien een bevel om het grondgebied te verlaten aan hem wordt afgegeven beschikt de vreemdeling altijd over de mogelijkheid om op eigen initiatief of met de hulp van een niet-gouvernementele organisatie, zoals de Internationale Organisatie voor migratie, naar zijn land van herkomst terug te keren.

Enkel indien de vreemdeling binnen de gestelde termijn geen gevolg heeft gegeven aan het bevel om het grondgebied te verlaten dat aan hem werd afgegeven zal de Dienst Vreemdelingenzaken dus beslissen om een gedwongen verwijdering uit te voeren. De vreemdeling zal het voorwerp uitmaken van een beslissing tot opsluiting (1) op een bepaalde plaats, met het oog op een gedwongen terugleiding naar de grens van zijn keuze, voorzover hij aan de voorwaarden voor de toegang voldoet.

Met betrekking tot vraag 3 wil ik u meedelen dat ze aanvankelijk asielzoekers waren en dat ze daarom naar een opvangcentrum werden doorverwezen, maar de aanvraag van de vreemdelingen waarvan hier sprake is werd intussen afgewezen en ze hebben een bevel om het grondgebied te verlaten ontvangen. De meesten onder hen hebben een beroep tot nietigverklaring ingediend tegen de beslissing tot weigering van verblijf, maar dit beroep is niet opschortend en het verhindert de verwijdering dus niet.

Met betrekking tot vraag 8 ben ik van mening dat er geen reden is om de vreemdelingen in kwestie anders te behandelen als de andere illegaal verblijvende vreemdelingen. Zoals in het antwoord op vraag 2 al wordt vermeld kunnen ze, indien ze niet vrijwillig vertrekken, in overeenstemming met de wet met dwang worden verwijderd.


(1) Artikel 27 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.