3-146

3-146

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 19 JANVIER 2006 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de M. Hugo Vandenberghe au secrétaire d'État aux Entreprises publiques sur «la répartition des subventions de la Loterie nationale» (nº 3-956)

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Aangezien deze mondelinge vraag vanmiddag reeds in de Kamer is gesteld, kan ik inspelen op het antwoord dat de minister aldaar heeft gegeven.

De Nationale Loterij is de Belgische versie van de grot van Ali Baba. Toen ik in De Tijd een artikel over de verdeling van de opbrengsten van de Nationale Loterij las, stelde ik me de vraag hoeveel rovers er zijn.

De Nationale Loterij schenkt jaarlijks ruim 113 miljoen euro subsidies en weet niet waaraan die worden besteed. De directie van de Loterij heeft de organisaties die de subsidies ontvangen tevergeefs gevraagd de eindbestemming van het geld bekend te maken, aldus de woordvoerster van de Loterij. De Loterij heeft dus geen zicht op de bestemming van de geldstromen.

Veruit de meeste subsidies, meer bepaald 69,728 miljoen euro, gaan naar ontwikkelingssamenwerking. Wat het Directoraat-Generaal Ontwikkelingssamenwerking met dat geld doet, weet de Loterij niet. De directie van de Loterij kent ook de eindbestemming niet van 17,35 miljoen euro voor het Belgisch Overlevingsfonds, noch van 9,91 miljoen euro voor de Regie der Gebouwen of van 11,87 miljoen euro voor het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding en van 4,33 miljoen euro voor het Rampenfonds. Evenmin heeft de directie duidelijkheid over de subsidies aan de gemeenschappen, al zijn die niet gelijk verdeeld.

De Loterij vermoedt niet dat de subsidies misbruikt of verkeerd besteed worden, maar vindt het niet meer aanvaardbaar dat zulke grote subsidiebedragen blindelings, zonder enige verantwoording omtrent de besteding, worden toegekend.

In de legislatuur 1995-1999 werd door een bijzondere strafbepaling in het Strafwetboek het misbruik van subsidies uitdrukkelijk strafbaar gemaakt, wat impliceert dat de subsidieverlenende overheid institutioneel verplicht is controle te doen.

Onwillekeurig rijst de vraag of sommige subsidies niet worden gebruikt in het kader van politiek dienstbetoon en of de opbrengsten van de Loterij niet door louter persoonlijke beslissingen van overheidspersonen worden toegekend aan bevriende organisaties, sportverenigingen en dergelijke. Is dat zo en welke zijn de intenties op dit vlak van de staatssecretaris? Ik had ook graag vernomen hoe en door welke instanties de regering de geldstromen van de Nationale Loterij systematischer wil laten opvolgen en controleren.

Kan de staatssecretaris garanderen dat de subsidies niet door een nieuwe vorm van politiek dienstbetoon werden of worden bedongen? Hoe hoopt de regering een meer gelijke verdeling van de subsidies tussen de gemeenschappen te bekomen? Welke maatregelen zal de regering nemen om de subsidiestromen van de Loterij transparanter te maken voor het Parlement, de pers en het publiek?

De heer Bruno Tuybens, staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken. - De transparantie in elk overheidsbedrijf neemt een centrale plaats in in mijn beleid voor het resterende anderhalf jaar van deze legislatuur. Ik ben de heer Vandenberghe en de twee kamerleden naar wie hij heeft verwezen erkentelijk, dat zij me de kans geven mijn beleidslijn op dit vlak in het daglicht te plaatsen.

Het lijkt me niet meer dan normaal dat de winsten van de Nationale Loterij, die voortkomen uit de samenleving, diezelfde samenleving ten goede komen. De 113 miljoen euro waarnaar de heer Vandenberghe verwijst, zijn subsidies voor materies die door de wet zijn vastgelegd. De Loterij heeft een lange traditie van steun aan ontwikkelingssamenwerking, het Rampenfonds, het Belgische Overlevingsfonds, enzovoort. Daarnaast gaat er ook geld naar domeinen van openbaar nut, specifieke dossiers zoals het Rode Kruis, Child Focus en andere. Tot slot wordt een derde van de middelen, als gevolg van de Lambermontakkoorden, volgens een strikte verdeelsleutel meteen naar de deelstaten doorgestort. De Vlaamse, Franse en Duitstalige Gemeenschap beslissen autonoom hoe zij hun dotatie besteden. Gelukkig is de Loterij niet zelf verantwoordelijk voor de precieze besteding ervan en zijn het de minister van Ontwikkelingssamenwerking en de Vlaamse, Franse en Duitstalige regeringen die daarover verantwoording moeten afleggen bij hun respectieve parlementen. Op dat gebied is er dus geen enkel probleem.

Gisteren heeft de Loterij me wel laten weten dat ze een bepaalde transparantie wenst voor het specifieke bedrag dat ze ter beschikking stelt. Ik wil dat verder onderzoeken, maar geloof niet dat het goed zou zijn dat bijvoorbeeld het deel van het Loterijgeld voor ontwikkelingssamenwerking ook specifiek naar een bepaald land zou gaan en dat dit dossier dan het stempel `loterijdossier' zou krijgen. Het lijkt me belangrijk dat de diensten voor ontwikkelingssamenwerking de middelen die ze krijgen, aan hun volledige beleid kunnen besteden. De controle op de besteding dient dus te gebeuren door de volksvertegenwoordiging.

Ik wil eraan toevoegen dat ik begin deze week zelf al heb beslist zeer transparant te zijn over het pakket waarvoor ik zelf bevoegd ben, namelijk de verschillende materies van nationaal prestige. Ik heb ook beslist met terugwerkende kracht, dus vanaf 2003, openbaar te maken welke organisaties op dit terrein reeds een subsidie hebben gekregen. Op deze basis hoop ik de transparantie een extra steun te geven.

Er zijn ook vragen gesteld over de onderzoeksmethodiek. De bevoegde dienst van de Loterij zelf onderzoekt eerst de subsidieaanvragen op hun maatschappelijke waarde en kijkt of aan alle criteria is voldaan. Het Subsidiecomité beraadslaagt over de voorstellen van de dienst Subsidies. Het lijkt me logisch dat er een comité is opgericht waarin vertegenwoordigers zitten van onder andere de Loterij en de regering. De eindbeslissing ligt inderdaad bij mij, behalve dan voor de dotaties die worden toegekend overeenkomstig de wet. Het artikel had het over de 113 miljoen euro waarover de wetgever zelf bepaalt naar welke instanties ze gaan.

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Ik ben de staatssecretaris dankbaar voor zijn beleidsintentie voor een transparant beleid. Het verheugt me ook dat het parlement inzicht zal krijgen in dat wat als een nationaal prestige wordt beschouwd. Dit begrip is echter zeer vaag. Wat voor de ene prestige is, is voor de andere wellicht lachwekkend.

Ik blijf de rechtsverplichtingen op een andere wijze bekijken. Als de Loterij subsidies aan bepaalde diensten verleent, ook al gaat het om een wettelijke verplichting, heeft ze een eigen controleplicht. Indien de parlementsleden vragen moeten stellen over de besteding van de gelden voor ontwikkelingssamenwerking, waarom zou de Loterij dan niet hetzelfde kunnen doen? Zij heeft immers een controletaak.

De overheid moet nagaan of er geen misbruik wordt gemaakt van een dergelijke financiering. Het gaat immers om grote bedragen. Het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding ontvangt bijna een half miljard Belgische frank. Het is misschien nuttig te weten waaraan dit wordt besteed. Men kan bijvoorbeeld verschillende opvattingen hebben over de homoadoptie. Het Centrum neemt terzake evenwel een uitdrukkelijk standpunt in en beschouwt ieder ander standpunt als discriminatoir. Op een ogenblik waarop het parlement over deze aangelegenheid discussieert, is er een organisatie van de uitvoerende macht, gesubsidieerd door de overheid, die zich onmiddellijk mengt in een parlementair debat. Dat kan niet. Er doen ook allerlei indianenverhalen de ronde over de machtigen van onze samenleving die rondgaan als sinterklaas om individuele initiatieven met geld van de Loterij te ondersteunen. Het is nuttig te weten of die geruchten al dan niet een grond van waarheid hebben.