3-143 | 3-143 |
M. François Roelants du Vivier (MR). - Je vous remercie, madame la Présidente, d'avoir interrompu mon exposé pour souligner l'intérêt de cette démarche. Sans doute les jeunes qui se trouvent à la tribune suivront-ils avec intérêt l'évolution du dossier dont nous discutons maintenant et qui concerne l'Iran, pays voisin de l'Afghanistan.
Sur le dossier nucléaire, la France, l'Allemagne et la Grande-Bretagne, donc les trois pays de l'Union européenne qui avaient entrepris des négociations avec l'Iran, viennent de reprendre celles-ci. Cependant, chacun des négociateurs a des objectifs radicalement opposés : la détermination d'un calendrier précis pour reprendre les activités d'enrichissement d'uranium, pour l'Iran, et la jouissance par l'Iran de l'énergie nucléaire civile sans détournement possible vers le nucléaire militaire, pour l'Union européenne.
Notre commission s'est saisie de ce dossier iranien pour connaître de façon approfondie l'évolution politique de l'Iran. Les propos rassurants que nous a tenus l'ambassadeur d'Iran ne nous ont pas convaincus.
Je cite un propos de l'ambassadeur d'Iran : « En ce qui concerne le respect des droits de l'homme, des progrès ont été réalisés, mais il ne faut pas aller trop vite en besogne pour ne pas être bloqué par des éléments d'ordre culturel ou traditionnel ». Cette phrase me semble très significative.
À nos yeux, il y a en Iran une dégradation des droits de l'homme, un recul de la démocratie. Or, les droits de l'homme sont universels et chaque homme, chaque femme vivant en Iran doit en bénéficier. La patience prônée par l'ambassadeur d'Iran n'est pas de mise quand on connaît le dernier chiffre des exécutions de mineurs dans ce pays.
Il est grand temps que l'Iran comprenne qu'il doit saisir toutes les opportunités de dialogue que lui donne la communauté internationale, sinon ce pays sera au ban des nations. Il faut arrêter cette fuite en avant qui est la sienne aujourd'hui.
Mme la présidente. - Je réitère mes félicitations à la commission des Affaires étrangères pour le travail qu'elle a accompli.
De heer Lionel Vandenberghe (SP.A-SPIRIT). - Ik hoef niets toe te voegen aan deze schitterende inleidingen. Er was een goede samenwerking tussen de indieners van de eerste en van de tweede resolutie om tot een gemeenschappelijke resolutie te komen. In tegenstelling tot wat mijn collega en naamgenoot, de charmante professor Vandenberghe, hier enkele uren geleden over zijn commissie heeft laten verstaan, druk ik mijn waardering uit voor de mensen van de diensten die voor onze commissie hebben gewerkt.
De tweede resolutie was scherper. In de commissie werd ze op een meer diplomatische wijze geformuleerd. Zo werd de uitdrukking `eisen' veranderd in `aandringen' en `vragen'. Het belangrijkste is dat we deze resolutie vandaag, in een periode waarin we over vrede en verdraagzaamheid spreken, kunnen goedkeuren.
M. Pierre Galand (PS). - Madame la présidente, je tenais à prendre la parole pour souligner l'excellent travail que nous avons réalisé en commission. Je serais dès lors très heureux que cette assemblée adopte les propositions de résolution que nous avons rédigées.
Je souhaite également vous donner lecture d'un petit texte qui vous fera comprendre pourquoi il est tellement important que nous agissions.
« La manipulation des masses menée par le sionisme en Europe, en dépit de la politique raciste et répressive du régime israélien contre le peuple palestinien, a eu pour conséquence le fait que les autorités politiques et parlementaires, chercheurs et universitaires et même les journalistes et les gens ordinaires n'ont pas le droit, dans les pays européens, de poser une simple question et de montrer le moindre doute sur les dimensions de l'Holocauste sous peine de paiement de grosses amendes et d'emprisonnement, ce qui est contraire au principe de la liberté d'expression. Il est étonnant que vous jugiez comme antisémite l'opposition du président iranien à ce flagrant manquement dans la démocratie européenne. »
Savez-vous qui est l'auteur de cette déclaration ? Il s'agit de l'ambassadeur d'Iran en Belgique, en réponse à une lettre dans laquelle je lui faisais part du fait que les déclarations du président iranien venaient de ruiner toute possibilité pour nous d'encore aller rendre visite à ce pays pour l'instant.
Je trouve cela parfaitement scandaleux.
Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Ik dank de rapporteur voor haar uitgebreid en interessant verslag. Ik dank de collega's van de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen voor het goede werk dat gisterenochtend werd verricht. We zijn erin geslaagd een unaniem standpunt te kunnen innemen.
De gebeurtenissen in Iran moeten ons zorgen baren. Het gebrek aan respect voor de mensenrechten, de mogelijke aanmaak van kernwapens en de expliciete uitspraken van de Iraanse president aan het adres van de staat Israël drijven de spanningen op in een regio waar de lijn tussen vrede en geweld zeer dun is.
Voor CD&V, net zoals voor alle democraten, is het onaanvaardbaar dat minderjarigen ter dood worden veroordeeld, dat onmenselijke lijfstraffen worden toegepast, dat vrouwen gediscrimineerd worden, dat religieuze en etnische minderheden worden vervolgd en dat mensen willekeurig worden gearresteerd en zonder enige vorm van proces in hechtenis blijven. Ook de Iraanse staat is gebonden aan de internationale verdragen die ze ondertekend heeft.
Het doelbewuste gebrek aan samenwerking van de Iraanse autoriteiten met de internationale gemeenschap en meer in het bijzonder met het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie, IAEA, moet ons nog het meest zorgen baren, zeker in combinatie met de recente uitspraken van president Ahmadinejad. Uiteraard wil de internationale gemeenschap aan Iran het recht op een nucleair programma voor civiele doeleinden niet miskennen. Maar het feit dat het IAEA geen volledige toegang krijgt tot alle sites en dat Iran niet ingaat op het aanbod van Rusland met betrekking tot het gezamenlijk beheer van de verwerking van uranium op Russische bodem, is een veeg teken aan de wand en roept heel wat verdenkingen op. Iran moet daarom vrije toegang verlenen aan de IAEA en moet zich houden aan het non-proliferatieverdrag. Alleen op die wijze kan het land bewijzen dat het enkel het welzijn van zijn burgers dient.
We beseffen dat langs diplomatieke weg alles in het werk moet worden gesteld om het lont uit dit `nucleair kruitvat' te halen. Deze zware taak rust op de schouders van de EU, terwijl de grote mogendheden China, VS en Rusland, elk vanuit hun eigen geostrategische en historische belangen, het gebeuren met argusogen volgen.
We hebben toch heel wat bedenkingen bij de onaanvaardbare uitspraken van president Ahmadinejad aan het adres van de staat Israël. Die uitspraken zijn eigenaardig op een moment dat Iran onder druk staat van de internationale gemeenschap omtrent het nucleair programma. De Iraanse president maakt evenwel gebruik van de verdeeldheid binnen de internationale gemeenschap om dergelijke uitspraken te doen. Bovendien tracht hij op deze manier zijn positie bij brede lagen van de arme bevolking in Iran te versterken. Het is een strategische zet van de Iraanse president om de interne problemen te verdoezelen. Dat is evenwel een zeer gevaarlijke kortetermijnpolitiek die een gevaar voor de wereldvrede betekent. Het is overigens zeer de vraag of de uitspraken van de Iraanse president over Israël en het joodse volk de Palestijnse zaak dient. Gelukkig zijn de Palestijnen zich daarvan bewust en distantiëren ze zich ervan.
CD&V zal deze resolutie dan ook steunen omdat voor ons, zoals voor alle aanwezigen hier, mensenrechten belangrijk zijn, omdat voor ons aan de soevereiniteit van de staat Israël niet kan worden getwijfeld, omdat voor ons de miskenning van de holocaust onaanvaardbaar is en omdat de ontwikkeling van de nucleaire wapens een grote bedreiging voor de vrede in een explosieve regio betekent.