3-143

3-143

Belgische Senaat

Handelingen

VRIJDAG 23 DECEMBER 2005 - OCHTENDVERGADERING

(Vervolg)

Voorstel van resolutie betreffende de politieke toestand in Iran en de betrekkingen van dat land met de Europese Unie (van de heer François Roelants du Vivier, Stuk 3-1057)

Voorstel van resolutie betreffende het bewind in Iran en de oppositie ertegen (van de heer Staf Nimmegeers c.s., Stuk 3-1065)

Bespreking

(Voor de tekst aangenomen door de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging: zie stuk 3-1057/4.)

De voorzitter. - Ik dank de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen voor haar snelle en uitstekende werk.

Mevrouw Annemie Van de Casteele (VLD), rapporteur. - De commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging heeft snel gehandeld zodat de plenaire vergadering vandaag nog over de resoluties kan stemmen en het regime in Teheran een duidelijk signaal kan sturen.

Aangezien het schriftelijk verslag nog niet klaar is, zal ik de werkzaamheden van de commissie mondeling toelichten.

Het voorstel van resolutie van de heer Roelants du Vivier (Stuk 3-1057) werd ingediend op 23 februari. Het voorstel van resolutie van de heer Nimmegeers en consorten werd iets later ingediend en om die reden werd het voorstel van de heer Roelants du Vivier als basis voor de discussie genomen.

De commissie heeft de voorstellen besproken tijdens haar vergaderingen van 3 mei, 29 november en 20 en 22 december 2005.

Le 29 novembre, M. Ali Ahani, ambassadeur d'Iran, a fait un exposé introductif. L'orateur a estimé que les relations entre la Belgique et l'Iran revêtaient un caractère important, de même que les rapports entre l'Union européenne et son pays. Il convient de les renforcer et d'utiliser tous les leviers économiques et la bonne volonté politique des parties.

Selon M. l'ambassadeur, l'importance accordée par l'Iran à la question des droits de l'homme n'est pas comparable à celle que lui attribue l'Union européenne. Un dialogue avec l'Union européenne a été entamé à ce sujet. Il permet à l'Iran de progresser en la matière.

M. l'ambassadeur a aussi expliqué que les droits des femmes avaient également bien progressé dans son pays.

Uiteraard hebben we kanttekeningen geplaatst bij de woorden van de ambassadeur.

L'Iran ne cherche pas à développer l'arme nucléaire parce qu'elle ne garantirait pas la sécurité dans la région. Depuis la signature du protocole additionnel avec l'Agence de l'énergie atomique internationale, l'Iran a reçu plus de mille inspecteurs, avec lesquels il a bien collaboré. Selon l'ambassadeur, les inspecteurs n'ont trouvé aucune preuve d'une quelconque violation des engagements pris dans le cadre du protocole.

Uiteraard heeft de inleidende uiteenzetting van de ambassadeur heel wat reacties en vragen losgeweekt, onder meer waarom bij de verkiezingen geen internationale waarnemers aanwezig mochten zijn en over de vermeende inmenging van Iran in Irak.

Des questions sur le point de savoir si l'Iran entendait se mettre en conformité avec les conventions internationales en matière de droits de l'homme ont également surgi.

Er werden ook vragen gesteld over de nucleaire energie, de doodstraffen, meer specifiek omwille van homoseksualiteit, en over de rechten van de vrouw, alsmede over de redenen waarom geen vrouwelijke kandidaten mochten opkomen voor de presidentsverkiezingen van 17 juni 2005, over het engagement van Iran tegenover de Europese Unie om het verrijkingsproces van uranium stop te zetten en over de verhouding van dat land tot zijn buurlanden. Er werd ook gepeild naar de definitie die Iran hanteert voor terrorisme.

L'enlisement du dialogue entre l'Union européenne et l'Iran a été abordé. La question de savoir si l'octroi du prix Nobel à la première femme à devenir juge en Iran avait contribué à améliorer la situation des Iraniennes a été soulevée. Le rejet de certaines candidatures aux élections présidentielles par le conseil des gardiens de la révolution a été évoqué. Une question a été posée sur le point de savoir si la liberté d'expression et les droits de l'homme avaient été respectés à tous les niveaux lors de la campagne électorale. Enfin, l'adhésion de l'Iran aux statuts de la Cour pénale internationale a été mise sur le tapis.

L'ambassadeur a répondu que la situation des femmes en Iran avait évolué. Selon lui, elles sont désormais actives dans tous les domaines.

Il a reconnu le caractère universel des valeurs du monde occidental mais a il insisté sur la nécessité de respecter les valeurs traditionnelles de son pays. La peine de mort est en vigueur, conformément à la loi islamique, mais l'exécution des mineurs fait actuellement l'objet d'un moratoire. En outre, le gouvernement prépare un projet de loi visant à l'interdire. La lapidation est toujours en vigueur mais elle n'est en principe plus appliquée, sauf dans les petits villages.

En conclusion, l'ambassadeur estime que son pays est sur la bonne voie mais qu'il faut être patient. Des progrès ont été accomplis en matière de respect des droits de l'homme mais, selon lui, il ne faut pas aller trop vite en besogne de façon à éviter que des éléments d'ordre culturel ou traditionnel ne viennent enrayer le processus.

La liberté d'expression, notamment de la presse, est un concept qui doit progresser lentement si l'on veut qu'il soit accepté par l'ensemble de la société.

En ce qui concerne la campagne électorale, tous les candidats officiels ont pu accéder aux médias à dater du 10 mai.

En Iran, le système des partis est, selon l'ambassadeur, encore jeune et dès lors délicat. Les avis sont partagés concernant la candidature des femmes à ces élections, mais l'ambassadeur estime que la possibilité demeure.

Il a ajouté que l'Iran, qui compte quelque 70 millions d'habitants, doit diversifier ses ressources d'énergie et d'utilisation de l'uranium à des fins pacifiques. Cet objectif fait, selon lui, l'objet d'un consensus national. L'Iran condamne fermement le terrorisme sous toutes ses formes, mais n'accepte toutefois pas l'approche unilatérale et militaire des Américains dans la région.

Op basis van deze uiteenzetting en de discussie erover in de commissie hebben de indieners van de resoluties een gedachtewisseling gehad over de formulering en de herformulering van een stuk van de tekst. Vooral naar aanleiding van bepaalde heel recente uitspraken werd gevraagd de teksten wat forser te maken.

Ook de vertegenwoordiger van de minister van Buitenlandse Zaken heeft een uiteenzetting gehouden. We vonden het immers niet onbelangrijk toch een beetje te weten hoe de minister tegen de problematiek in Iran aankijkt.

Le représentant du ministre des Affaires étrangères explique qu'en matière de droits de l'homme, la situation est préoccupante depuis de nombreuses années. Lors de ses rencontres avec l'ambassadeur de la République islamique d'Iran, il a d'ailleurs mis l'accent sur la nécessité d'y remédier.

De vertegenwoordiger van de minister van Buitenlandse Zaken legde ook uit dat de gewapende groepering `Mujahedin-e-Khalq Organization' (MKO) in 1965 gericht was tegen de sjah. In 1970 werkte ze mee aan de Iraanse revolutie en in 1981 werd ze in Iran buiten de wet gesteld. Ze vestigde zich daarop in Irak en hangt de marxistisch-leninistische leer aan. Sinds 2002 staat de MKO op de lijst met terroristische organisaties van zowel de Verenigde Staten als de Europese Unie. De National Council of Resistance of Iran, de NCRI, staat alleen op de Amerikaanse lijst. Dat is allemaal belangrijk omdat een deel van de resolutie ook gaat over de aanpak van `terroristische' organisaties.

De vertegenwoordiger van de minister legde uit dat de Europese Unie, overeenkomstig resolutie 1373 van de Veiligheidsraad, op 27 december 2001 een lijst opstelde `houdende terroristische organisaties en personen waartegen beperkende maatregelen worden genomen'. Het gaat hierbij vooral om het bevriezen van tegoeden en gerechtelijke samenwerking op Europees niveau. De lijst is dus niet politiek-declaratoir, maar heeft concrete juridische gevolgen. Het gemeenschappelijk standpunt 931 van de Europese Raad van 27 december 2001 bevat de criteria waaraan de personen of organisaties op de lijst voldoen. Men kan zich daarbij enkel baseren op inlichtingen ingewonnen op om het even wel ogenblik in een gerechtelijk onderzoek. De lidstaten van de Europese Unie kunnen een voorstel indienen om een bepaalde persoon of groep op de lijst te zetten. Alle lidstaten hebben daarvoor een interne procedure. In België komt er in dat geval een groep van experts samen om een technisch advies uit te brengen. De NCRI, de politieke vleugel van de MKO, komt niet op de lijsten voor.

Volgens de vertegenwoordiger van minister De Gucht is de MKO in Iran zo goed als volledig geïsoleerd van de lokale oppositie, omdat ze in 1979 aan de revolutie heeft meegewerkt. De MKO is trouwens bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen in beroep gegaan tegen de beslissing om haar op de lijst van terroristische organisaties te zetten.

Na al die uiteenzettingen volgde een lange discussie tussen de commissieleden over de overwegingen die hebben geleid tot het op de lijst zetten van de MKO. Onder anderen de heer Vankrunkelsven dacht dat dit grotendeels was gebeurd om de relaties met het Iraanse regime te verbeteren. De vertegenwoordiger van de minister ontkende dat.

M. Roelants du Vivier estime qu'il importe de prendre position, non seulement vis-à-vis des propos du président iranien, mais également par rapport à la dérive d'un régime de plus en plus totalitaire qui se dirige vers l'utilisation des armes de destruction massive. Selon notre collègue, la commission des Relations extérieures du Sénat ne dispose toutefois pas de suffisamment d'éléments pour porter un jugement définitif sur la décision de l'Union européenne de mettre la MKO sur la liste. Il faut, le plus rapidement possible, qu'une réunion à huis clos se tienne entre le Sénat et la Chambre des représentants. Il convient également de mener une concertation au niveau européen.

Als gevolg daarvan werden amendementen ingediend.

Amendement 25 van de heer Roelants du Vivier vervangt de hele tekst door een kortere, krachtigere resolutie.

De subsidiaire amendementen van de heer Vankrunkelsven gaan meer specifiek over: het ontbreken van een eenduidige definitie van terrorisme, het aandringen bij de regering om aan de Europese Unie te vragen de MKO niet meer op de lijst met terroristische organisaties te plaatsen, het benadrukken van de dialoog die al is gevoerd en Iran wijzen op zijn verplichtingen tegenover de internationale gemeenschap betreffende het nucleaire programma.

Er werd over deze amendementen gestemd. Amendement 25 van de heer Roelants du Vivier werd eenparig aangenomen. De subamendementen werden eveneens eenparig aangenomen, behalve amendement 29 waarvoor er twee onthoudingen waren. Het door het subamendement aangepaste amendement werd eenparig aangenomen door de 13 aanwezige leden.

In de resolutie zegt de Senaat het volgende. De Iraanse president wordt krachtig veroordeeld. Naar aanleiding van de herhaalde oproepen van de president tot de vernietiging van de staat Israël en zijn ontkenning van de joodse genocide tijdens de Tweede Wereldoorlog vraagt de Senaat aan de regering om zijn protest over te maken en vraagt hij onze ambassadeur in Teheran terug te roepen voor beraadslaging.

De Iraanse overheid wordt er ook aan herinnerd dat zij haar verplichtingen betreffende de mensenrechten moet naleven. Er wordt bij de Iraanse overheid aangedrongen om een einde te maken aan de terechtstellingen en stenigingen, om de doodstraffen, in de eerste plaats die van minderjarigen, om te zetten en om de doodstraf af te schaffen. Er wordt verder aangedrongen om de wettelijke bepalingen die martelingen verbieden toe te passen en te doen respecteren.

De Iraanse overheid wordt ook gevraagd om de nodige wet- en regelgeving in te voeren om voor gerechtsprocedures te zorgen die een transparant, rechtvaardig en billijk proces waarborgen.

Er wordt aangedrongen opdat de Iraanse overheid elke vorm van discriminatie op grond van religie of etnische afkomst zou doen verdwijnen.

De Iraanse overheid wordt ook gevraagd om een einde te maken aan de beperkingen van de vrijheid van mening en meningsuiting en het werk van mensenrechtenactivisten te respecteren.

Zij wordt eraan herinnerd een wettelijk kader aan te nemen om ervoor te zorgen dat de Iraanse vrouwen onverkort de fundamentele rechten genieten en het verdrag daartoe te ratificeren, ondanks de afwijzing door de Raad van Wachters.

Zij moet erover waken dat het ratificatieproces van de toetreding van Iran tot het Internationaal Strafhof wordt afgewerkt.

Er wordt aangedrongen om de VN-verdragen tegen het terrorisme en de financiering ervan te bekrachtigen en uit te voeren.

In het kader van de Europese Unie moet worden onderzocht of het op basis van alle relevante en geactualiseerde gegevens gerechtvaardigd is om de MKO al dan niet op de Europese lijst van terroristische organisaties te handhaven.

Er wordt ook gevraagd om op Europees niveau de onderhandelingen tussen de EU en Iran op nucleair vlak terug op te nemen en het vertrouwen van de internationale gemeenschap in het civiele karakter van het nucleaire programma van Iran te herstellen.

Ten slotte wordt gevraagd om alle democratische krachten te steunen die binnen en buiten Iran werken aan de vestiging van een democratische rechtsstaat die de mensenrechten eerbiedigt.

Ik dank alle collega's die aan deze resolutie hebben meegewerkt en ook de diensten van de Senaat voor hun efficiënte werking. Ik hoop dat deze belangrijke resolutie zal worden aangenomen.

M. François Roelants du Vivier (MR). - Je remercie Mme Van de Casteele pour son excellent rapport ainsi que Mme la Présidente pour les compliments qu'elle a bien voulu adresser à la commission des Relations extérieures et de la Défense. Je remercie également les services qui ont réalisé un travail remarquable en cette fin d'année.

Nous sommes appelés à nous prononcer sur une proposition de résolution, dont j'avais pris l'initiative, concernant la situation politique et le respect des droits de l'homme en Iran, notamment pour que le Sénat condamne les propos indignes d'un chef d'État relatifs, d'une part, à la destruction d'un autre État, en l'occurrence l'État d'Israël, et d'autre part, à la négation du génocide juif commis par le régime nazi.

Notre commission a adopté à l'unanimité un texte qui demande le rappel pour consultation de notre ambassadeur en poste à Téhéran. Le vote qui, je l'espère, sera aussi large ce soir qu'il l'a été en commission, vient bien à propos puisque cette semaine, l'Union européenne a publié une déclaration qui reprend une longue série de violations des droits de l'homme par les autorités iraniennes : recours à la peine de mort, même pour des mineurs, et cela encore très récemment ; recours à la torture ; limitation à la liberté d'expression, censure de la presse et d'internet ; restrictions nombreuses aux liberté politiques, à la liberté religieuse... Devant l'énoncé de ces vérités, l'Iran a repoussé à nouveau le dialogue avec l'Union sur les droits de l'homme, dialogue qui est gelé depuis 2004.