3-142 | 3-142 |
Mevrouw Erika Thijs (CD&V). - Een aantal aangelegenheden uit de programmawet moeten bij koninklijk besluit worden geregeld. Het is de bedoeling dat jaarlijks 100 jongeren naar het Zuiden kunnen vertrekken. De kosten worden gedragen door de Belgische overheid en de jongeren krijgen een vergoeding die overeenstemt met het minimumloon. De jongeren kunnen maximaal 3 jaar blijven, met een minimum van 1 jaar. Kandidaten nemen deel aan een selectieproef en volgen een opleiding georganiseerd door de Belgische Technische Coöperatie (BTC). Met dit plan wil de minister meer jongeren bewust maken van de Noord-Zuid-problematiek.
Kunnen we een informatiecampagne over de vrijwillige dienst voor ontwikkelingssamenwerking verwachten? Wanneer worden de eerste selectieproeven ingericht en waaruit bestaan ze? Hoe lang zal de opleiding van de vrijwilligers duren? Werd al beslist wanneer de vrijwilligers vertrekken?
Het terreinwerk dat de jongeren ter plekke kunnen verrichten gebeurt in samenwerking met de BTC of NGO's. Om welke NGO's gaat het precies? Bestaat daarvan een inventaris? Werd reeds overleg gepleegd met de NGO's?
De minister wil blijkbaar investeren in sensibilisering voor de ontwikkelingsproblematiek en dat juich ik toe. Ik ben immers pas zelf terug uit Kongo, waar ik het referendum heb gevolgd. Het was bijzonder interessant, maar het leerde ons dat er nog ontzettend veel nodig is. We moeten daar met alle macht aan meewerken.
Ik vraag mij echter af of voorzien werd in een opvangtraject voor de jongeren die terugkomen. Jongeren die via NGO's of sociale organisaties naar het buitenland vertrekken, kunnen bij hun terugkeer meestal bij die NGO's terecht voor het verwerken van hun emoties over armoede, onmacht en andere culturen. Zal de BTC instaan voor die opvang bij de terugkeer van deze jongeren? Hoe zal dat worden aangepakt?
Wanneer we spreken over vrijwilligerswerk en ontwikkelingssamenwerking dan denken we vaak aan het werk dat in het zuiden wordt gepresteerd, terwijl duizenden jongeren zich jaar na jaar inzetten voor deze problematiek vanuit het noorden. Bijvoorbeeld de mensen die voor 11.11.11 de straat op gaan, maken net als vrijwilligers in het buitenland deel uit van het maatschappelijke draagvlak voor internationale solidariteit en stellen zich ook ten dienste van ontwikkelingslanden. Het kan niet de bedoeling zijn dat inzet voor ontwikkelingssamenwerking in het buitenland meer beloond wordt dan inzet vanuit eigen land, gezien het hier allebei in de eerste plaats vrijwilligerswerk betreft. Voorziet de minister op termijn ook voor hen in mogelijkheden tot vergoeding?
Ik denk in dit verband ook aan de discussie die gevoerd werd bij de afschaffing van de dienstplicht, met name over het invoeren van een vrijwillige gemeenschapsdienst. Toen werd er gezegd dat als die jongeren naar het buitenland gingen dat ook gold als wachttijd voor een werkloosheidsuitkering.
Op welke manier houdt de minister rekening met het potentiële effect dat jongeren via deze vrijwillige dienst op het terrein meer vergoed worden dan hun collega's in andere NGO's?
De heer Armand De Decker, minister van Ontwikkelingssamenwerking. - Het gestandaardiseerde elektronische inschrijvingsformulier en de invulling ervan online worden momenteel uitgewerkt. De kandidaturen moeten binnen zijn voor het einde van het eerste trimester van 2006. De opleiding van de geselecteerde kandidaten zal in België door de BTC worden georganiseerd gedurende ongeveer drie weken. Ze zal vervolgens gedurende de volledige dienst worden voortgezet in rechtstreeks contact met het terrein en met het personeel van de BTC ter plaatse. De eerste vrijwilligers zouden op het terrein moeten aankomen in de loop van de zomer van 2006. In een eerste fase zullen de vrijwilligers enkel worden betrokken bij projecten die vallen onder de bevoegdheid van de BTC. Het wetsontwerp dat voorgelegd wordt aan het parlement voorziet in een mogelijkheid tot uitbreiding naar andere partners van de samenwerking. Het is echter pas na een test en een evaluatieperiode van het globale programma dat deze uitbreiding naar NGO's of naar multilaterale instellingen zal worden overwogen.
Uw vraag over de opvolging die zal worden georganiseerd na de terugkeer van de jonge vrijwilligers is zeer relevant. Dit aspect is van primordiaal belang en verdient een diepgaande overdenking. Het wordt momenteel onderzocht binnen de BTC zodat dit element kan worden opgenomen in het koninklijk besluit. De jongeren zullen bij hun terugkeer het sociaal statuut en de sociale rechten hebben van iemand die drie jaar voor de BTC heeft gewerkt.
Wat de vergoeding van de jonge vrijwilligers betreft, wijs ik op twee essentiële punten. Mijn project wil een eerste professionele ervaring bieden aan jongeren. Dat impliceert een arbeidscontract met een kwaliteitsvolle vergoeding en sociale bescherming. Het is dus niet opportuun en ook niet mogelijk hun het gegarandeerde maandelijkse minimumloon uit te betalen.
Ces jeunes gens - c'est par ailleurs le but principal de l'exercice - auront donc l'occasion de se former aux différentes techniques de coopération au développement sur place, dans le cadre d'un contrat avec la Coopération technique belge qui assurera également leur encadrement. Ils seront payés sur la base du minimum garanti. Je suis en outre certain que ceux qui auront eu cette chance trouveront très rapidement un travail dans ce secteur. En effet, la caractéristique de ce secteur est qu'on n'y cherche à recruter que des personnes qui ont au minimum trois ans d'expérience dans les pays en voie de développement.
In sommige landen is zoveel te doen dat dit initiatief zeker zijn nut zal bewijzen.
Mevrouw Erika Thijs (CD&V). - Kunnen we naar aanleiding van de eerste evaluatie volgend jaar ook niet overwegen oudere werknemers, bruggepensioneerden met veel ervaring, bij het initiatief te betrekken?
In de commissie werd gezegd dat we moeten opletten voor de financiële implicaties. Ik pleit ervoor de honderd jongeren niet naar alle landen in de wereld te sturen en ons bijvoorbeeld te concentreren op Centraal-Afrika, een regio die we goed kennen en waar vele NGO's actief zijn.