3-140

3-140

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 15 DECEMBER 2005 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Anke Van dermeersch aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over «de compensatie voor de hoge olieprijzen» (nr. 3-1209)

De voorzitter. - Mevrouw Sabine Laruelle, minister van Middenstand en Landbouw, antwoordt namens de heer Didier Reynders, vice-eerste minister en minister van Financiën.

Mevrouw Anke Van dermeersch (VL. BELANG). - Zoals wij weten zijn de BTW-inkomsten toegenomen door de hogere prijs van de stookolie. Scholen en andere instellingen in de non-profitsector die van de gemeenschappen afhankelijk zijn, betalen deze BTW ook en deze komt dus terecht bij het federale ministerie van Financiën.

Ik verneem dat de regering maatregelen zal nemen met betrekking tot de toegenomen stookoliefactuur voor de scholen en de non-profitsector. De regering zou de gemeenschappen een éénmalige steun geven van 10 miljoen euro voor de winter van 2005-2006. Ook zou de federale regering de gemeenschappen uitnodigen om te onderhandelen over de voorfinanciering van bepaalde energiebesparende investeringen.

Hoeveel bedragen de meerinkomsten in de BTW door de stijgende prijzen van de stookolie die door scholen en andere instellingen in de non-profitsector moet worden betaald? De federale regering springt voor 10 miljoen euro bij. Dit zal onvoldoende blijken en bovendien ligt dit lager dan het voordeel dat gehaald wordt uit de meerinkomsten in de BTW. Heeft de regering in de mogelijkheid voorzien om dit bedrag nog op te trekken om aan de werkelijke noden te voldoen? Welke zijn de concrete modaliteiten voor het toekennen van deze steun van 10 miljoen euro aan de gemeenschappen? Hoever staan de onderhandelingen met de gemeenschappen over de voorfinanciering van bepaalde energiebesparende investeringen?

Mevrouw Sabine Laruelle, minister van Middenstand en Landbouw. - De prijsstijging van de aardolieproducten is in geen geval aan de Belgische overheid toe te schrijven. Extra BTW-ontvangsten zijn een logisch gevolg van elke prijsstijging, ongeacht het product. Overigens leidt prijsdaling steeds tot minder BTW-ontvangsten. De prijzen van de aardolieproducten worden geregeld in de programmaovereenkomst die met de Petroleumfederatie werd gesloten. Dit jaar werd een zeer groot aantal prijswijzigingen, zowel in stijgende als in dalende lijn, opgetekend.

De berekening van de extra BTW-ontvangsten is complex omdat de basisprijs voor de berekening moet worden vastgesteld. We hebben de deelgebieden gevraagd dat ze ons hun schattingen van de meerkosten voor de scholen en andere collectieve structuren zouden meedelen.

Aangezien voor de schatting van die meerkosten verschillende methodes zijn gebruikt, moest een gemeenschappelijke methode worden bepaald. Die methode moet gebaseerd zijn op het aantal liter dat in de loop van 2004 werd verbruikt, vermenigvuldigd met de gemiddelde prijs in 2004 en de gewogen gemiddelde prijsstijging (39,21%). Aan de hand van deze methode kunnen de meerkosten voor 2005 worden berekend. Voor het onderwijs bedragen de meerkosten voor het volledige jaar 2005 op grond van deze methode 33,7 miljoen euro.

De verwarmingstoelage voor particulieren wordt toegekend voor de periode van 1 juni tot 31 december 2005. In die periode werd echter maar 49% verbruikt van de totale verbruikte hoeveelheid voor 2005. Hieruit kan dus worden afgeleid dat de meerkosten voor de scholen voor de desbetreffende periode 16,5 miljoen euro bedragen.

Op het Interministerieel Comité van 7 december 2005 werd beslist dat de federale regering 10 miljoen euro zal uittrekken, naast de 5 miljoen euro van de Vlaamse regering en de 4,3 miljoen euro van de Waalse regering en de Franse Gemeenschap. Dit bedrag zal worden verdeeld op basis van een verslag van de werkgroep die staatssecretaris Hervé Jamar heeft opgericht en die op 14 december 2005 voor de eerste maal vergaderde. Die werkgroep zal zich ook over de praktische regels voor de prefinanciering van bepaalde energiebesparende investeringen in dit domein beraden.

Mevrouw Anke Van dermeersch (VL. BELANG). - Ik dank de minister voor het antwoord maar jammer genoeg heeft het weinig zin om een bijkomende vraag te stellen over de eerste vergadering van de werkgroep.