3-134

3-134

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 24 NOVEMBER 2005 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van de heer Lionel Vandenberghe aan de minister van Buitenlandse Zaken over «de problematische situatie van de Koerden in Turkije» (nr. 3-874)

De heer Lionel Vandenberghe (SP.A-SPIRIT). - De berichten die ons de jongste dagen bereiken over de situatie van de Koerden in Turkije zijn alarmerender dan ooit. Op 9 november 2005 vonden twee aanslagen plaats tegen Koerdische doelwitten in Hakkari en Şemdinli, in het Koerdisch deel van Turkije. De daders werden in hun vlucht onderschept en bleken leden van de Turkse civiele politie te zijn.

De aanslagen van 9 november waren niet de eerste. Sinds 15 juli vonden er al meer dan twintig plaats in Turkije. Een deel daarvan werd toegeschreven aan de PKK, maar in sommige gevallen, zoals de aanslagen van 9 november, werd bewezen dat niet de PKK, maar wel de Turkse overheid achter de aanslagen zat. Onder meer de Turkse afdeling van de BBC heeft een reportage gemaakt waarin daarvan het bewijs wordt geleverd.

Er is nog meer aan de hand. Op 16 november heeft het Turks gerecht twee hoogleraren aangeklaagd die in een overheidsrapport hadden gepleit voor meer rechten voor minderheden in het land. De twee uitten kritiek op het feit dat enkel christenen en joden als officiële minderheden worden erkend, en niet de Koerden, Grieken en Armeniërs. Volgens het openbaar ministerie hebben de twee hoogleraren zich schuldig gemaakt aan het beledigen van de staat en aangezet tot haat tegen minderheden.

Dat is helaas geen alleenstaand geval. Ook Orhan Pamuk moet voor de rechter verschijnen omdat hij het land zou hebben beledigd met zijn uitspraak dat in Turkije 1 miljoen Armeniërs en 30.000 Koerden werden gedood.

De recente evolutie in Turkije is verontrustend. In augustus dit jaar zocht premier Erdoğan nog dialoog en toenadering inzake de Koerdische kwestie. Hij zei namelijk dat `een grote staat zijn fouten erkent'. Naast de identiteitserkenning zou zijn regering zorgen voor economische, sociale en culturele ontplooiing.

Die nieuwe stap zorgde voor tevredenheid bij de Koerden en bracht de PKK-strijdkrachten ertoe een staakt-het-vuren van één maand af te kondigen, meer bepaald tot 20 september. Het werd zelfs verlengd om Turkije de mogelijkheid te bieden gevolg te geven aan de oproep van Erdoğan.

De Turkse acties tegen de Koerden gingen echter voort en de militaire acties in Koerdistan werden nog opgedreven.

Mensenrechtenorganisaties schreeuwen om aandacht voor de Koerdische kwestie. De toetredingsonderhandelingen met de Europese Unie bieden immers de gelegenheid om Turkije van koers te doen wijzigen en de mensenrechten in dat land te doen respecteren, ook ten aanzien van de Koerdische bevolking.

Heeft ons land al diplomatieke acties ondernomen om Erdoğans poging tot toenadering te ondersteunen? Zo ja, welke?

Heeft ons land al diplomatieke acties ondernomen om het geweld tegen de Koerdische bevolking af te keuren? Zo ja, welke?

Heeft ons land al diplomatieke stappen gedaan om de juridische veroordelingen ten aanzien van de intelligentsia af te keuren? Die veroordelingen druisen immers in tegen het recht op vrije meningsuiting.

Vormen respect voor mensenrechten en rechten van minderheden cruciale voorwaarden voor de voortzetting van de toetredingsonderhandelingen met Turkije?

Wordt vanuit de Europese Unie druk uitgeoefend op Turkije om een oplossing te vinden voor het Koerdische conflict? Zo ja, op welke manier? Wat is daarin de bijdrage van België?

De heer Karel De Gucht, minister van Buitenlandse Zaken. - Ik ben inderdaad op de hoogte van de gebeurtenissen in Şemdinli en ik betreur ze. De situatie in het zuidoosten van Turkije waar het leger en PKK-aanhangers geregeld slaags raken, blijft zorgwekkend. Het is niet uitgesloten dat leden van de Turkse veiligheidsdiensten bij de incidenten betrokken waren. De Turkse premier Erdoğan heeft een parlementair onderzoek bevolen om uit te maken wat er is gebeurd en de schuldigen te straffen.

Turkije is begonnen met hervormingen om aan de Europese verwachtingen te voldoen. Het periodiek verslag van de Europese Commissie van november 2005 verklaart dat Turkije aantoonbare vooruitgang heeft geboekt in het naleven van de politieke criteria van Kopenhagen. Op bepaalde gebieden, zoals de situatie in het zuidoosten van Turkije, laat de vooruitgang echter nog te wensen over.

De Europese commissaris voor Uitbreiding, Olli Rehn, benadrukte dat een van de belangrijkste prioriteiten de versterking is van de vrijheid van meningsuiting, meer bepaald voor opposanten die op vreedzame wijze hun mening uiten en voor journalisten. Daarnaast verklaarde hij dat indien de trend zich voortzet om tegen opposanten vorderingen in te stellen, er werk moet worden gemaakt van een wijziging van de bepalingen ter zake in het strafwetboek.

De Europese Unie volgt nauwlettend de vooruitgang die Turkije in het hervormingsproces boekt. Hetzelfde kan worden gezegd van de Belgische regering, zeker ook in het kader van de Europese Unie waar we zeer geregeld een dialoog hebben met commissaris Olli Rehn.

De heer Lionel Vandenberghe (SP.A-SPIRIT). - De minister verwijst naar Europa en de rol die België zal spelen om de naleving van de mensenrechten in het oog te houden. Ik dank hem daarvoor.