3-132

3-132

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 10 NOVEMBRE 2005 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de Mme Nele Jansegers au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur «la situation en ce qui concerne les membres du personnel unilingues de la police au sein des corps de police bruxellois» (nº 3-1076)

M. le président. - Mme Sabine Laruelle, ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture, répondra au nom de M. Patrick Dewael, vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur.

Mevrouw Nele Jansegers (VL. BELANG). - Op 30 juni stelde ik de minister een vraag over het verstrijken van de termijn van 5 jaar die de wet van 12 juli 2002 oplegde aan personeelsleden van de politie om een taalbrevet te behalen. Deze overgangsperiode was nodig om eentalige personeelsleden van de federale politie die werden geïncorporeerd in de plaatselijke korpsen van de gemeenten van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, de kans te geven een taalbrevet over hun kennis van de tweede taal te verwerven. De politieagenten in de Brusselse plaatselijke diensten moeten immers tweetalig zijn. De termijn loopt af op 1 april 2006.

Meer dan vier jaar later blijkt dat het overgrote deel van de betrokkenen niet de nodige inspanningen heeft geleverd om dit taalbrevet te behalen. Zoals gewoonlijk situeert het probleem zich vooral langs Franstalige kant. De laatste cijfers waarover wij beschikken, gaven aan dat 65% van de Nederlandstaligen het brevet over de kennis van het Frans heeft behaald, maar dat slechts 18% van de Franstaligen erin geslaagd is om zijn kennis van het Nederlands te bewijzen.

Op onze vraag wat de minister zou doen na het verstrijken van deze termijn op 1 april 2006, heeft hij in juli niet echt geantwoord. De jongste maanden wordt de Franstalige druk om deze termijn te verlengen sterk opgedreven. Wij vinden dat onaanvaardbaar.

Wat is, vijf maanden voor het verstrijken van de bewuste termijn, het slaagpercentage voor het behalen van het taalbrevet. Hoeveel Nederlandstaligen en Franstaligen hebben momenteel hun taalbrevet en hoeveel nog niet?

Welke besluiten trekt de minister uit deze resultaten?

Welke houding overweegt de minister aan te nemen ten aanzien van diegenen die bij het verstrijken van de termijn niet over het taalbrevet beschikken? Waarborgt de minister dat deze termijn niet wordt verlengd?

Mevrouw Sabine Laruelle, minister van Middenstand en Landbouw. - Er lopen heel wat initiatieven op het vlak van taalopleidingen. Het is wachten op de resultaten van de taalexamens niveau 2 die Selor begin 2006 zal organiseren. Hopelijk kunnen we dan een verbetering van de taalsituatie noteren. Politiemensen moeten vooral hun communicatievaardigheid, in alle betekenissen van het woord, voortdurend verbeteren.

Er is steeds meer interesse om te werken bij de Brusselse korpsen. Dat mag niet worden ontmoedigd en de betrokkenen moeten de tijd krijgen om in hun baan te groeien. Er kan meer worden bereikt door de verplichte wettelijke tweetaligheid niet als een bedreiging voor te stellen, maar als een opportuniteit waarvoor de politievrouw of -man net als voor de andere vaardigheden van zijn moeilijke baan dagelijks vorderingen maakt.

Op 1 april 2006, nadat de eerstvolgende taalexamens achter de rug zijn, zal een eerste evaluatie worden gemaakt. Het komt de wetgever toe de overgangstermijn al dan niet te verlengen.

Mevrouw Nele Jansegers (VL. BELANG). - In welke maand zullen de taalexamens plaatsvinden? Wat het behalen van een taalcertificaat betreft, gaat het noch om een opportuniteit of een bedreiging; het gaat hier om een wettelijke verplichting.