3-1374/2

3-1374/2

Belgische Senaat

ZITTING 2005-2006

8 NOVEMBER 2005


Wetsontwerp houdende instemming met het Zetelakkoord tussen het Koninkrijk België en de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid, ondertekend te Brussel op 9 oktober 1985 en met de Uitwisseling van brieven van 9 oktober 1985 en van 29 juni 1998 tussen het Koninkrijk België en de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid


VERSLAG

NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE BUITENLANDSE BETREKKINGEN EN VOOR DE LANDSVERDEDIGING UITGEBRACHT DOOR

DE HEER LIONEL VANDENBERGHE


I. INLEIDING

De commissie heeft dit wetsontwerp besproken tijdens haar vergadering van 8 november 2005.

II. INLEIDENDE UITEENZETTING DOOR DE VERTEGENWOORDIGERVAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN BESPREKING

De heer Roelants du Vivier merkt op dat de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid (OAE) niet meer bestaat. Ze heet nu « de Afrikaanse Unie ». Het verdrag werd twintig jaar geleden ondertekend.

De vertegenwoordiger van de minister van Buitenlandse Zaken legt uit dat er geen probleem van rechtsopvolging is van deze organisatie. Het akkoord heeft twee luiken. Een eerste luik betreft de voorrechten en immuniteiten voor de bureaus en hun personeel. Een tweede, fiscaal luik wil dubbele heffingen voorkomen. De Organisatie voor Afrikaanse Eenheid (OAE) heeft lang hoge eisen gesteld op het vlak van immuniteiten en fiscaliteit. Men vroeg meer dan gebruikelijk is voor internationale organisaties. Hier is lang over onderhandeld en ons land heeft uiteindelijk in 1998 besloten slechts de gebruikelijke immuniteiten en fiscaliteit te hanteren. Daarom heeft deze kwestie zo lang aangesleept. Toch is de ratificatie-procedure is ook niet zo snel verlopen.

De heer Roelants du Vivier is het ermee eens dat het lang geduurd heeft om het ontwerp te redigeren. Hij wijst erop dat de OAE een fiscale afhouding heeft geaccepteerd en dat de onderhandelingen daarover met de OAE moeizaam zijn verlopen.

Mevrouw Van de Casteele stelt vast dat het advies van de Raad van State dateert van 2001. De procedure sleept dus reeds 4 jaar aan. De Raad van State stelt dat het om een gemengd verdrag gaat. Wat is er gebeurd op het niveau van de gemeenschappen en de gewesten ? Immuniteit van de lokalen en bepaalde fiscale bepalingen behoren tot hun bevoegdheid.

De heer Roelants du Vivier legt uit dat er inmiddels in de Interministeriële Conferentie voor het buitenlands beleid een akkoord is bereikt.

Mevrouw Van de Casteele besluit dat men het advies van de Raad van State naast zich heeft neergelegd.

III. STEMMINGEN

De artikelen 1 tot 3 alsook het wetsontwerp nr. 3-1374/1 in zijn geheel worden eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.


Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit verslag.

De rapporteur, De voorzitter,
Lionel VANDENBERGHE. François ROELANTS du VIVIER.

De door de commissie aangenomen tekst is dezelfde als de tekst van het wetsontwerp (zie stuk Senaat, nr. 3-1374/1 - 2005/2006)