3-1406/1 | 3-1406/1 |
21 OKTOBER 2005
De laatste jaren is met verschillende initiatieven getracht consumenten makkelijker van kredietinstelling te laten wisselen. Naar aanleiding van een akkoord dat in 2004 is gesloten tussen de banksector en de overheid, is een bankverhuisdienst opgericht. Ondanks deze initiatieven wordt de « mobiliteit » van de consument nog altijd door een aantal factoren afgeremd. Dit wetsvoorstel wil een oplossing bieden voor de problemen in verband met het sluiten van zichtrekeningen.
Momenteel worden de formaliteiten en de kosten met betrekking tot het sluiten van een zichtrekening geregeld door het koninklijk besluit van 3 maart 1995 betreffende de prijsaanduiding van homogene financiële diensten en, wat de basisbankdienst betreft, door de wet van 24 maart 2003 tot instelling van een basisbankdienst en het uitvoeringsbesluit daarbij.
In de praktijk blijken de gebruiken van de kredietinstellingen erg te verschillen en kan de consument er nauwelijks zijn weg in vinden. Zo verschillen de voorwaarden voor het sluiten van een zichtrekening naar gelang van de partij die de beslissing neemt om de rekening te sluiten. Als de bank beslist om de rekening te sluiten, gebeurt dat in bepaalde kredietinstellingen gratis. Als de consument de sluiting vraagt, eisen de kredietinstellingen steeds hogere sluitingskosten die overeenkomstig de momenteel gehanteerde tarieven tot 15 euro kunnen oplopen.
Uiteraard zijn die sluitingskosten een obstakel voor de consument die van bank wil veranderen. Dit voorstel bevat een efficiënte, eenvoudige en duidelijke oplossing voor dit specifieke probleem.
Een verbintenis van de representatieve organisaties van de banksector volstaat niet. De wetgever moet optreden opdat alle bankinstellingen de voorgestelde oplossing op een eenvormige manier toepassen. De grotere vrijheid die de consumenten zo krijgen, zal de concurrentie tussen de kredietinstellingen zeker bevorderen.
Artikel 2
Dit artikel stelt de werkingssfeer van dit wetsvoorstel vast. Die blijft beperkt tot de privé-consument en sluit dus de professionele zichtrekeningen uit. De definitie van de concepten « kredietinstelling » en « consument » is overgenomen uit de wet van 24 maart 2003 tot instelling van een basisbankdienst.
Artikel 3
§ 1. Dit wetsvoorstel strekt ertoe te waarborgen dat zichtrekeningen kosteloos kunnen worden gesloten als de houders van de rekening en de kredietinstellingen binnen de werkingssfeer van dit voorstel vallen.
§ 2. Voor het sluiten van een zichtrekening op initiatief van de kredietinstelling moeten een aantal waarborgen gelden inzake de bescherming en het informeren van de consument. De kredietinstelling moet de consument uiterlijk dertig dagen voor de definitieve sluiting van de zichtrekening formeel kennis geven van haar voornemen om de zichtrekening op te zeggen. Binnen die termijn kan de consument eventueel de nodige maatregelen nemen om een andere zichtrekening te openen bij een andere kredietinstelling.
§ 3. Ook voor het sluiten van de zichtrekening op initiatief van de consument, moeten een aantal formaliteiten gelden. De consument krijgt een ontvangstbewijs met de datum van de sluiting.
§ 4. Het positief saldo van de gesloten zichtrekening wordt, volgens de keuze van de consument, gestort op de zichtrekening die hij de kredietinstelling aanwijst of contant uitbetaald.
Artikel 4
De wet mag pas binnen zes maanden in werking treden opdat de bankinstellingen zich kunnen organiseren op technisch en informaticavlak.
Joëlle KAPOMPOLÉ. Olga ZRIHEN. |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2
Voor de toepassing van deze wet moet worden verstaan onder :
1º kredietinstelling : de kredietinstelling zoals gedefinieerd in artikel 1 van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, voor zover de activiteit er onder meer in bestaat zichtrekeningen aan te bieden aan de consumenten;
2º consument : iedere natuurlijke persoon die in het kader van de onder deze wet vallende verrichtingen handelt met een oogmerk dat kan worden geacht vreemd te zijn aan zijn handels-, beroeps- of ambachtelijke activiteiten en die in België zijn hoofdverblijf heeft.
Art. 3
§ 1. Het sluiten van een zichtrekening is kosteloos.
§ 2. De kredietinstelling die een rekening wil sluiten, waarschuwt de houder van de rekening minstens dertig dagen voor de sluiting van de rekening door middel van een per gewone post verzonden rekeninguittreksel.
Het drukken en mededelen ervan mogen geen extra kosten voor de consument meebrengen.
§ 3. De consument kan een zichtrekening sluiten bij het loket van de kredietinstelling; hij krijgt een ontvangstbewijs met vermelding van de datum van de sluiting, die de datum is waarop hij de sluiting heeft meegedeeld.
§ 4. Het positief saldo van de zichtrekening wordt op de dag van de sluiting kosteloos aan de consument uitbetaald, hetzij contant, hetzij door storting op een andere zichtrekening die de consument aanwijst.
Art. 4
Deze wet treedt in werking de eerste dag van de zesde maand die volgt op de maand waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
23 juni 2005.
Joëlle KAPOMPOLÉ. Olga ZRIHEN. |