Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-47

ZITTING 2004-2005

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Ontwikkelingssamenwerking

Vraag nr. 3-2997 van de heer Brotcorne van 8 juli 2005 (Fr.) :
Democratische Republiek Congo. — Ontwikkelingssamenwerking. — Het sturen van schoolboeken.

In september 2004 hebt u een officieel bezoek gebracht aan de Democratische Republiek Congo om te herinneren aan de steun die België aan het land heeft verleend en opnieuw te bevestigen hoe belangrijk België het vindt dat de overgang in dat land slaagt. Bij diezelfde gelegenheid hebt u deelgenomen aan de verdeling van schoolboeken in de Congolese scholen.

Deze operatie had plaats in het raam van de bijzondere overeenkomst van 6 oktober 2003 met betrekking tot het project « levering van schoolboeken » dat België en de Democratische Republiek Congo bindt sinds de ondertekening door de heer Verwilghen, die toen minister van Ontwikkelingssamenwerking was.

Zoals in het bestek voor de offerte bepaald werd was het de bedoeling van het project om bij te dragen tot de kwaliteitsverbetering van het lager onderwijs in de Democratische Republiek Congo, door aan iedere leerling van de vijfde en zesde klas van de lagere school op het grondgebied een handboek Frans en een handboek Wiskunde ter beschikking te stellen, samen met de pedagogische gidsen. Aldus heeft België zich ertoe verbonden om drie miljoen handboeken aan te bieden in het raam van dat project, voor een totaal bedrag van vijf miljoen euro. Die handboeken worden gefinancierd door België, uitgegeven door Afrique Éditions — het filiaal van de uitgaven De Boeck in Kinshasa — en gedrukt in Polen en Italië.

Nu de tweede fase van de gratis bedeling van handboeken in februari 2005 begonnen is, brengt men mij op de hoogte van de onvrede die het project bij de Congolese uitgevers heeft veroorzaakt. Daarom wil ik u enkele vragen stellen, maar vooraf wil ik u nog herinneren aan enkele gegevens.

De Congolese uitgevers zijn ontevreden omdat zij van oordeel zijn dat het offerteaanbod Congolese uitgevers van handboeken uitsluiten. Zij zijn van oordeel dat alleen de uitgeverij Afrique Éditions, een filiaal van de uitgaven De Boeck in Kinshasa, aan de voorwaarden voor de aanbesteding kon voldoen.

Als antwoord op die uitsluiting had Ontwikkelingssamenwerking in België beloofd om met die gift het geheel van het lager onderwijs te bestrijken. De negatieve gevolgen van die operatie zijn echter ernstig, omdat daardoor direct wordt bijgedragen tot de achteruitgang van de Congolese uitgevers van schoolboeken. Door een Belgische uitgever te bevoordelen, worden Congolese uitgevers, auteurs en drukkers uit de markt gestoten. Dat is in strijd met de doelstellingen van het ontwikkelingsbeleid zoals het wordt geformuleerd in het raam van de strategische nota « Opvoeding en vorming » : « de Belgische bilaterale samenwerking zal bijdragen tot de vermindering van de armoede en de sociaal-economische ontwikkeling van het partnerland ».

In het licht van die gegevens zou ik u willen ondervragen over verschillende punten :

1. Wie is de aanbesteder geweest in het project : de uitgeverij De Boeck of Afrique Éditions en welk criterium voor de toekenning van de aanbesteding heeft uw keuze gemotiveerd ?

2. Wie heeft medegewerkt aan het opmaken van die handboeken ?

3. Waarom is geen beroep gedaan op Congolese drukkers, terwijl Afrique Éditions in Kinshasa gevestigd is ? En als dat niet mogelijk geweest is, waarom heeft men dan een beroep gedaan op buitenlandse drukkerijen en niet op Belgische ?

4. Denkt u met dit project door te gaan voor de andere jaren van de lagere school ?

5. De strategische nota « Opvoeding en vorming » wil lessen trekken uit het verleden en daarom een langetermijnvisie ontwikkelen op het stuk van steun aan het opvoedingsbeleid van de partners en de politieke dialoog versterken. Wordt in dat opzicht en naar het voorbeeld van wat de Franse Gemeenschap plant, voorzien in een politiek van steun aan de Congolese schooluitgaven ?