3-125 | 3-125 |
Mevrouw Fauzaya Talhaoui (SP.A-SPIRIT). - Talrijke recente studies tonen duidelijk aan dat er in ons land een enorm, onbenut potentieel aan energie-efficiëntie bestaat. Zowel het Fraunhofer-instituut als een nieuw rapport van Greenpeace, alsook het Internationale Agentschap voor Energie, IEA, wijzen erop dat België hierdoor, zonder zijn economie te benadelen, de kernuitstap kan realiseren én de Kyoto-doelstellingen kan halen.
In België kosten stroomlekken via toestellen als kabelmodems, muziekinstallaties, tv's, pc's, printers, scanners en faxen een gemiddeld gezin 60 tot 100 euro per jaar. Alleen al door dergelijke lekken te vermijden zou jaarlijks 2,5 miljard kilowattuur elektriciteit bespaard kunnen worden, het equivalent van het totale elektriciteitsverbruik van 620.000 gezinnen of twee derde van de jaarlijkse productie van Doel 1. Dat kan worden gerealiseerd door de toestellen aan te sluiten op een powersaver of op de bekende aan/uit-schakelaars met rode knop. Ook het beeldscherm van een computer zo instellen dat het wordt uitgeschakeld wanneer er niet op wordt gewerkt, levert een enorme besparing op, op voorwaarde dat men niet kiest voor een screensaver, want die bespaart geen elektriciteit.
Daarnaast kan nog eens een veelvoud bespaard worden in kantoor- en schoolgebouwen door renovatie van de verlichting, omschakeling van elektrische boilers naar gasgeisers, waarvoor de overheid premies uitkeert, in de industrie door optimalisatie van de perslucht en in grote gebouwen door circulatiepompen voor de verwarming.
Het rapport van Greenpeace, via het energieauditbureau e-ster, beveelt meerdere maatregelen aan die grote energiebesparingen mogelijk maken voor een kost die nul of negatief is. Die maatregelen kunnen op zeer korte termijn, minder dan twee jaar, genomen worden. Alles samen kan jaarlijks 9,5 miljard kWh bespaard worden. Dat komt overeen met het elektriciteitsverbruik van ongeveer 2,3 miljoen huishoudens of de jaarproductie van driekwart van de steenkoolcentrales én van Doel 1.
Op middellange termijn kan zelfs een slordige 23,7 miljard kWh bespaard worden, of ongeveer 30 procent van onze totale elektriciteitsconsumptie. Dat is meer dan het equivalent van de productie van onze zeven steenkoolcentrales én van de drie kerncentrales waarvan de sluiting in de wet op de kernuitstap is vastgelegd voor 2015. Dat zijn indrukwekkende cijfers.
Voorbeelden uit het buitenland bewijzen dat het kan: in Californië bleek het mogelijk om in een beperkte tijdsspanne, van twee weken tot enkele maanden, grote hoeveelheden energie te besparen, namelijk tussen 7 en 20 procent. In Frankrijk bespaarde het Belgische bedrijf ETAP maar liefst 85 procent op de elektriciteitsfactuur door de verlichting te renoveren. En in Duitsland zorgt de stijging van zulke energie-efficiëntie ook voor een stijging van de werkgelegenheid. Daar heeft men zich tot doel gesteld 300.000 woningen per jaar te renoveren en 200.000 jobs te creëren in de bouw, in de producten en de technologieën die bijdragen aan de bescherming van het milieu, de onderzoekscentra en de consultingbureaus.
Een literatuurstudie die gepresenteerd werd tijdens een workshop van de OESO, toont aan dat het positieve effect op de werkgelegenheid de negatieve effecten in de distributie en de productie van elektriciteit meer dan compenseert. De maatregelen die de overheid moet nemen om deze besparingen te realiseren hebben te maken met energiebeheersing inzake verlichting, verwarming en informatie- en communicatietechnologie zowel in de administratie, de huishoudens als in de bedrijven en de dienstensector. De overheid heeft hier een belangrijke voorbeeldrol te spelen.
1. Welke energie-efficiënte maatregelen kunnen er volgens de staatssecretaris genomen worden om op korte termijn onze elektriciteitsconsumptie in alle sectoren, in het bijzonder bij de overheid, fors te verminderen?
2. Kan de staatssecretaris er bij de betrokken ministers op aandringen dat er meer energie-efficiënte maatregelen genomen worden?
Mevrouw Els Van Weert, staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven. - We staan inderdaad voor belangrijke uitdagingen. België wil de Kyoto-doelstellingen realiseren en de broeikasgassen met 7,5% verminderen. De regering heeft al verschillende initiatieven genomen, vooral in domeinen waar de overheid zelf het heft in handen heeft. Zoals mevrouw Talhaoui terecht vermeldt, kunnen we daarbij niet alleen milieuwinst boeken, maar ook banen creëren.
Zo heeft de ministerraad die in maart 2004 in Oostende plaatsvond, beslist een milieuzorgsysteem tegen eind 2005 verplicht te maken in alle FOD's, POD's en semi-overheidsinstellingen. Tot op heden hebben de opeenvolgende regeringen geopteerd voor vrijwilligheid, maar dat blijkt weinig succesvol. In het bedrijfsleven werken steeds meer ondernemingen met een gecertificeerd milieuzorgsysteem, maar bij de overheid lukt dat niet zo goed. Om een ommekeer op gang te brengen, stel ik voor bij de federale instellingen het milieuzorgsysteem van het type EMAS in te voeren. Ik heb mijn secretariaat, de beleidscellen en de POD Duurzame Ontwikkeling alvast opdracht te gegeven tegen de herfst van 2005 een EMAS-registratie te behalen.
Ik wens tevens te verwijzen naar de begrotingscirculaire 2006, opgemaakt door de minister van Begroting, volgens welke de gerealiseerde besparingen inzake milieuzorg (energie, water, ...) binnen de respectieve FOD en POD moeten worden aangewend voor nieuwe initiatieven inzake verduurzaming van de eigen huishouding. Dat moet leiden tot een energiebesparing in 2006 van 2% ten opzichte van het gemiddelde van 2002, 2003 en 2004. De administraties met een door het directiecomité gevalideerd actieplan van de cel duurzame ontwikkeling mogen 1% van de besparing behouden voor duidelijk definieerbare energiebesparende maatregelen. Hopelijk geeft dat aanleiding tot een sneeuwbaleffect.
We hebben daartoe de nodige instrumenten ter beschikking gesteld. Ik verwijs naar het softwaresysteem `Environment Information System' of EIS, dat de administraties in staat moet stellen tegemoet te komen aan de bepalingen van het eerste Federaal Plan Duurzame Ontwikkeling. Om de inzameling en de analyse van de gegevens te vergemakkelijken en te automatiseren heeft de Regie der Gebouwen een federaal softwareprogramma met milieu-informatie ontwikkeld. Voor de gebouwen die ze beheert, biedt de Regie der Gebouwen aan de FOD's en POD's dit programma aan met de volgende gepersonaliseerde elementen: een organogram van meetpunten voor energie en water, een beschrijving van de bezetting van de gebouwen, een follow-up en een analyse van het maandverbruik, verbruiksindicatoren en ratio's, een follow-up van diverse categorieën van afval en statistieken en syntheserapporten.
Samen met collega's Reynders en Dupont heb ik ook maatregelen genomen om het effectieve gebruik van dit systeem mogelijk te maken. Aan de ene kant hebben minister Reynders en ikzelf een circulaire opgemaakt voor alle beheerders van de gebouwen in eigendom of in huur via de Regie der Gebouwen, waarin hen gewezen wordt op het verplichte gebruik van het EIS-softwarepakket. De circulaire zal een van de komende dagen in het Belgisch Staatsblad verschijnen. Daarnaast lanceren we een informatie- en bewustmakingscampagne en organiseert de POD Duurzame Ontwikkeling zeer binnenkort ook een opleiding voor deze beheerders.
Hoewel de Regie der Gebouwen een belangrijke rol speelt in het hele gebeuren, is de actieve inzet van elke dienst afzonderlijk zeker even belangrijk. Een efficiënt beleid van rationeel energieverbruik leidt effectief tot een daling van het energieverbruik, maar is pas mogelijk als iedereen dagelijks inspanningen doet.
Een ander instrument is de derdepartijfinanciering. Om energiebesparende maatregelen te nemen zijn vaak behoorlijke investeringen nodig. Met het oog daarop werd op 2 maart 2005 de NV FEDESCO opgericht, met een startkapitaal van 1,5 miljoen euro uit het Kyoto-fonds.
Die vennootschap gaat projecten bestuderen die kunnen bijdragen tot de economische en ecologische vooruitgang op het vlak van de eco-efficiëntie in overheidsgebouwen. De vennootschap past in de globale filosofie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling en in het kader van het Kyoto-protocol.
De belangrijkste opdrachten van FEDESCO zijn: ervaring verwerven met de praktijk van derde-investeerder als Energy Service Company (ESCO) binnen de overheidssector, deze ervaring ter beschikking stellen van andere marktspelers met het oog op de promotie en ondersteuning van de ESCO-markt in België, partnerschappen opbouwen om de reeds bestaande expertise te valoriseren en marktspelers te versterken. FEDESCO zal een beroep doen op en samenwerken met bestaande studiebureaus en vennootschappen om projecten op te stellen, te financieren en te realiseren. Hierbij wordt zeker ook een nauwe samenwerking met de Regie der Gebouwen nagestreefd, namelijk het coördineren en samenvoegen van projecten om zo de realisatie van projecten met verschillende rentabiliteit en terugbetalingstermijnen mogelijk te maken.
Concreet zal FEDESCO zich richten op een rol als coördinator en facilitator, steeds in overleg met de overheidsdienst, het overheidsbedrijf of de publieke instelling die een gebouw in gebruik heeft. Er zullen energieaudits worden uitgevoerd op basis waarvan investeringsprojecten kunnen worden opgesteld; er zal een prefinanciering worden voorgesteld voor deze projecten waardoor de energiefactuur van de gebruikers kan verminderen. Het voorgeschoten bedrag kan worden terugbetaald a rato van de besparing op de energiefactuur. FEDESCO zal de projecten laten uitvoeren en instaan voor de follow-up.
Enkele dagen geleden heb ik samen met de minister van Overheidsbedrijven, Johan Vande Lanotte, en de zes overheidsbedrijven, De Post, de NMBS-holding, de NMBS, Infrabel, Belgacom en de Nationale Loterij, een overeenkomst bereikt over energiebesparing binnen overheidsbedrijven. Ieder overheidsbedrijf gaat de verbintenis aan om tegen de periode 2008-2012 het energieverbruik van de gebouwen en het wagenpark te verminderen met 7,5% ten opzichte van het jaar 2005. Deze doelstelling komt dus bovenop de reeds geleverde inspanningen. De federale overheid neemt ook hier haar voorbeeldrol op.
Daarnaast hebben we op Batibouw 2005 een informatiestand ondersteund over duurzaam bouwen en verbouwen, die gericht was zowel op particulieren als op architecten en vakmensen in de bouwsector die klanten kunnen sturen in de richting van duurzaam en energievriendelijk bouwen en verbouwen. De informatiestand kon op veel belangstelling rekenen. Meer dan 500 mensen hebben planadvies gevraagd. Samen met de partners zullen we dit initiatief herhalen op Batibouw 2006.
Ten slotte ondersteunen we een aantal ad-hocprojecten op het terrein. Zo liepen er energiebesparende projecten in sociale woonwijken in Kortrijk en Leuven waardoor mensen die het moeilijk hebben ook energiebesparende investeringen kunnen doen. Het zijn projecten met kleine investeringen en een grote winst, zowel voor het milieu als voor de portemonnee.
Om de collega-ministers aan te sporen, beschikken we over een goed instrument, namelijk de Interdepartementale Commissie Duurzame Ontwikkeling, waarin alle ministers en alle administraties samen zitting hebben en waar ook de maatregelen die zijn opgenomen in het federaal plan, die een verbintenis inhouden van de diverse spelers op het federale niveau, heel concreet kunnen worden opgevolgd. De acties in het plan die specifiek het terrein betreffen waar de senator over sprak, zijn 21, 23 en 25, namelijk duurzaam energiebeleid, energiezuinige gebouwen en de mondiale aanpak van het energieverbruik.
Laten we niet vergeten dat we dit alles vanuit internationaal perspectief moeten bekijken. Met veel plezier zal ik u de uitgebreide lijst van acties bezorgen. Wij trachten een aantal zaken te doen. Er liggen nog zeer veel kansen en wij zullen daar heel hard werk van blijven maken.
Mevrouw Fauzaya Talhaoui (SP.A-SPIRIT). - Ik dank de staatssecretaris voor haar uitgebreide antwoord. Ik ben heel blij dat de overheid haar voorbeeldfunctie ernstig opneemt. Over een jaar zullen wij samen met haar de energiefactuur evalueren.
Ik juich de sensibiliseringscampagnes voor het grote publiek op de VRT en de RTBF toe. Ze zetten mensen er direct toe aan energie te bezuinigen door hun tv, hun muziekinstallatie en hun computer na gebruik volledig uit te schakelen.