3-125

3-125

Belgische Senaat

Handelingen

VRIJDAG 15 JULI 2005 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Hugo Vandenberghe aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over «de gevolgen van een arrest van de Raad van State betreffende de benoeming van tien directeurs-generaal en adjunct-directeurs-generaal bij de federale politie» (nr. 3-979)

De voorzitter. - De heer Armand De Decker, minister van Ontwikkelingssamenwerking, antwoordt namens de heer Patrick Dewael, vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken.

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - De Raad van State heeft in twee arresten de benoeming vernietigd van tien directeurs-generaal en adjunct-directeurs-generaal van de Federale Politie.

Sedert de politiehervorming van 2000 staat de Federale Politie onder het gezag van een commissaris-generaal, omringd door vijf algemene directies. Deze directies zijn: de algemene directie van de bestuurlijke politie, de algemene directie gerechtelijke politie, de algemene directie operationele ondersteuning, de algemene directie personeel en de algemene directie materiële middelen.

Deze directies hebben aan het hoofd een directeur-generaal en een adjunct-directeur-generaal, benoemd door een selectiecommissie op basis van een assessment-procedure.

Uiteindelijk werden vier Nederlandstaligen en één Franstalige benoemd tot directeur-generaal, zodat de posten van adjunct-directeur-generaal toekwamen aan vier Franstaligen en één Nederlandstalige.

Een gewezen officier van de Rijkswacht trok echter ten strijde tegen deze benoemingen. Hij was onder meer van mening dat de selectiecommissie de evaluatie die ten tijde van de assessmentprocedure was gemaakt verstoord had, dat ze niet nagegaan had of de kandidaten voldeden aan het profiel van de functie en dat ze blijk had gegeven van partijdigheid door de Franstalige kandidaten te declasseren.

De Raad van State geeft hem gelijk. De Raad heeft namelijk beslist dat een handeling die leidt tot de aanwijzing voor een publieke functie de verdiensten van de gekozen kandidaat moet aantonen en de redenen vermelden die de steller van de handeling er na vergelijking toe hebben gebracht deze kandidaat te verkiezen boven de anderen.

De strengheid van deze eis is des te belangrijker als de autoriteit over input beschikt die deze vergelijking kan vergemakkelijken. In casu wordt in het arrest gesteld dat de motivering van de in dit geval gestelde handelingen zich beperkte tot het aangeven van de erkende kwaliteiten van de aangewezen personen maar geen enkel element bevatte van vergelijking en de redenen van de keuze niet uiteenzette. Er zijn weliswaar appreciaties geuit over elkeen, maar zonder enig element van vergelijking, een lacune die des te erger is omdat de appreciaties voor dezelfde kandidaten verschillend waren in de verschillende stappen van de procedure. Het dossier maakt het niet mogelijk uit te maken hoe en waarom de appreciaties geëvolueerd zijn en hoe de commissie is overgegaan tot een vergelijkend onderzoek van de verdiensten van de kandidaten. Het Koninklijk Besluit van 18 december 2000 wordt om die redenen vernietigd.

Intussen stelde de minister voor een hervorming van de hervorming door te voeren waardoor het aantal algemene directies zouden worden gereduceerd van vijf tot drie.

Welke gevolgen heeft dit arrest voor de werking van de politietop?

Welke gevolgen heeft dit arrest voor de voorgestelde hervorming van de hervorming die het aantal algemene directies tot drie zou verminderen?

Binnen welke termijnen tracht de minister de hervorming van de hervorming te realiseren?

De heer Armand De Decker, minister van Ontwikkelingssamenwerking. - Ik lees het antwoord voor van de minister van Binnenlandse zaken.

De vernietigingsarresten hebben geen gevolgen voor de dagelijkse werking van de federale politie. Het mandaat van commissaris-generaal staat buiten deze zaak en ik heb onmiddellijk waarnemende directeurs-generaal en adjunct-directeurs-generaal aangewezen om de continuïteit te verzekeren.

Nu deze dringende maatregel genomen is, onderzoek ik wat er moet gebeuren om ten gronde rechtsherstel tot stand te brengen, aangezien ik uiteraard het gezag van het gewijsde van de beide arresten respecteer. Ik heb daarbij twee opties: de fout herstellen vanaf het ogenblik waarop de Raad van State een fout heeft vastgesteld of de waarnemers in functie laten tot de nieuwe structuur operationeel is.

Het toeval wil dat de vernietigingen samenvallen met het begin van de herstructurering van de centrale diensten van de federale politie. Het rechtsherstel, voortvloeiend uit de arresten, komt dus in een nieuwe context terecht en het is zeer de vraag of we energie moeten steken in een reconstructie van een oude toestand, terwijl we reeds bezig zijn met de creatie van een nieuwe. In elk geval ga ik door met de hervorming en het is die hervorming die zal primeren.

Ik verwacht dat de nieuwe structuur van de centrale diensten van de federale politie uiterlijk over één jaar operationeel zal zijn.

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Het antwoord laat nog een paar vragen open waarop ik na het reces zal terugkomen. De minister zegt namelijk dat hij de hervorming binnen een jaar zal doorvoeren. Ondertussen zal een interim-situatie ontstaan met een tijdelijke functietoewijzing. Het is nu de vraag of dit een juiste uitvoering is van het arrest van de Raad van State.