Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-44

ZITTING 2004-2005

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Ontwikkelingssamenwerking

Vraag nr. 3-2097 van mevrouw De Roeck d.d. 21 januari 2005 (N.) :
Tobintaks. — Ontwikkelingshulp. — Standpunt.

De vraag naar alternatieve financieringsmechanismen is door de ramp in Azië weer luider gaan klinken. De huidige — tijdelijke — solidariteitsgolf volstaat niet om de regio er opnieuw bovenop te helpen en kan niet voor structurele veranderingen zorgen. Sinds jaren schieten ook de officiële hulpgelden tekort om aan reëel bestaande noden in de Derde Wereld te beantwoorden. Het dichten van de kloof tussen rijk en arm is de belangrijkste morele en humanitaire uitdaging van vandaag. Daarom moet er worden gezocht naar andere, structurele, maatregelen die op langere termijn werken en een aanvulling kunnen vormen op de officiële ontwikkelingssteun. Het momentum om te spreken over alternatieve financieringsmiddelen voor ontwikkeling is er. Ik steun u dan ook in uw intenties om de Tobin-Spahntaks, zoals we die in dit land kennen sinds 19 november 2004, op Europees niveau aan te kaarten.

Toch heb ik ter zake enkele vragen :

1. Ervaart u voldoende steun van andere landen op het Europese niveau ? Hebt u — naast de resolutie die in Frankrijk gestemd is — voorbeelden van landen waarin gelijkaardige initiatieven als onze Tobintakswet op tafel liggen of binnen afzienbare tijd aan bod zullen komen ? Wat is uw mening over het voorstel van de Britse overheid om een Marshallplan voor ontwikkelingslanden te lanceren ?

2. Zijn er garanties dat de nationale regeringen de opbrengsten van de Tobintaks niet zullen verrekenen in hun officiële ontwikkelingshulp ? Met andere woorden, in welke mechanismen wordt er voorzien waardoor het de regeringen onmogelijk wordt gemaakt om de Tobintaks te gebruiken om de 0,7 %-norm te ontlopen ?

3. Wat zijn de effecten als de Tobintaks alleen maar in Europa wordt geïnd ? Heeft u een inschatting van wat dit aan hulpvolume zou opleveren ? Denkt u dat op termijn andere landen waar een groot percentage van de wisseltransacties plaatsvinden, zoals de Verenigde Staten en Japan, zullen volgen ?

4. Op de algemene Vergadering van de VN zullen dit jaar zeven alternatieve financieringsmechanismen worden besproken, waaronder de Tobintaks. Een ander mechanisme dat aan bod zal komen is de internationale milieubelasting op fossiele brandstoffen of de zogenaamde « carbon-use tax », die zowel financiële als ecologische opbrengsten kan genereren. Wat is het Belgische standpunt ten aanzien van een internationale milieubelasting op fossiele brandstoffen ?

Antwoord : Als minister van Ontwikkelingssamenwerking heb ik me uitgesproken voor de invoering van een Tobintaks op de schaal van de Europese Unie. U bent er inderdaad van op de hoogte dat een wet betreffende de Tobin-Spahntaks is gestemd in het Belgisch Parlement en dat deze wet enkel toegepast kan worden via een invoering ervan op het niveau van de Europese Unie. Bovenop werden verschillende rapporten gepubliceerd die aantonen dat er bijkomende financiële middelen nodig zijn indien men de Millenium Development Goals wilt bereiken.

Dat is waarom het me gepast leek dit idee voor te stellen. Op Europees niveau hebben andere politieke leiders, met name uit Frankrijk, dit idee van alternatieve financiering gesteund. Niettemin bestaat er geen unanimiteit over de Tobintaks. Het lijkt er zelfs op dat het voorstel om een taks in te voeren op brandstof of op tickets in de luchtvaartsector een grotere populariteit kent.

O Europees niveau, en a fortiori op mondiaal niveau, bevindt het debat over de Tobintaks zich dus nog maar in het stadium van de verkennende gesprekken en is de uitvoering ervan dus nog niet uitgewerkt.

Indien over de Tobintaks gediscussieerd wordt als een alternatief en complementair mechanisme voor de publieke ontwikkelingssamenwerking, is geen enkel mechanisme ontwikkeld om te verzekeren dat deze middelen bovenop de klassieke publieke ontwikkelingssamenwerking zouden komen. Tot op heden is evenmin bestudeerd welke impact een dergelijke taks zou hebben, mocht ze enkel op Europees niveau worden ingevoerd.

Er moet dus nog heel wat werk verricht worden, zowel om de praktische invoering van een dergelijke taks te bestuderen als om deze maatregel te vergelijken met andere alternatieve financieringsvormen die momenteel ter tafel liggen. België staat open voor de verschillende mogelijkheden, met inbegrip van een « milieutaks », en wenst ze te kunnen evalueren in nauwe samenwerking met de andere geïnteresseerde landen, zoals Groot-Brittannië.

Groot-Brittannië heeft overigens verschillende initiatieven en voorstellen gelanceerd voor Afrika, met name via de « Commission for Africa ». België steunt vanzelfsprekend alle initiatieven die dit deel van de wereld vooruit kunnen helpen. Niettemin is het noodzakelijk om meer in detail de praktische modaliteiten te bespreken om bepaalde maatregelen uit te voeren.