(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans
De echtgenote van de kroonprins begaf zich reeds naar ontwikkelingslanden, een eerste keer naar Niger en bijvoorbeeld onlangs naar Mali in het gezelschap van de geachte minister.
Naar verluidt, onder meer volgens het maandblad « L'Éventail » van april 2005 (blz. 4), zou de echtgenote van de kroonprins bij deze gelegenheden « een persoonlijk werk verder zetten dat als doelstelling heeft, een gelaat en een bijzondere luister te geven aan onze ontwikkelingssamenwerking in Afrika ».
Graag zou ik van de geachte minister een antwoord ontvangen op de volgende vragen :
A) 1. Is de bovenstaande omschrijving juist en wat behelst ze precies ?
2. Op welke beleidsprincipes is dit werk gestoeld ?
3. Hoe kaderen deze reizen praktisch in het regeringswerk en de agenda van de geachte minister ?
B) Welke reizen naar welke bestemmingen heeft de prinses reeds voltooid in het kader van haar werk als aangegeven in « L'Éventail » en welke zijn er voor de toekomst gepland ?
C) Zijn er onder de reeds ondernomen reizen naar ontwikkelingslanden, reizen die geheel of gedeeltelijk ten laste vielen van het budget voor Ontwikkelingssamenwerking ? Indien ja, voor welke bedragen voor elk van de bedoelde ondernomen reizen ?
Antwoord : De missie van Prinses Mathilde naar Mali van februari 2005 was een officieel bezoek op uitnodiging van de Malinese regering. Zoals de traditie het wil, werden de kosten voor haar verblijf gedragen door het gastland.
Tijdens deze missie is het accent gelegd op de prioritaire thema's van de ontwikkelingssamenwerking zoals ze bepaald zijn in de wet op de ontwikkelingssamenwerking en herhaald in mijn beleidsnota die aan het parlement is medegedeeld met name basisonderwijs, basisgezondheidszorg en de bevordering van de vrouw.
Op mijn verzoek heeft Prinses Mathilde een getuigenis gebracht over de steun van ons land aan concrete projecten op deze vlakken.
In 2004 heeft de Prinses een gelijkaardig bezoek gebracht aan Niger. Tijdens dit bezoek heeft ze, als speciaal vertegenwoordiger van UNICEF België, de bijzondere aandacht gevestigd op onderwijs voor meisjes.
« Het persoonlijke engagement van de Prinses » waarnaar het geachte lid verwijst, komt dus niet alleen overeen met de prioriteiten van het Belgisch beleid inzake ontwikkelingssamenwerking maar beantwoordt ook aan de bezorgdheid van de civiele maatschappij van ons land. Dit engagement kan bovendien bijdragen aan de sensibiliseringsinspanningen naar de Belgische publieke opinie omtrent de Millenniumontwikkelingsdoelstellingen die ons land onderschrijft.
Deze missies worden ad hoc bepaald. Zij vallen niet ten laste van de begroting Ontwikkelingssamenwerking.