3-112

3-112

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 19 MEI 2005 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van de heer Joris Van Hauthem aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over «de oprichting van een MUG-dienst in Halle» (nr. 3-692)

De heer Joris Van Hauthem (VL. BELANG). - Er werden in het recente verleden al heel wat vragen gesteld over de mogelijke oprichting van een MUG-dienst door het ziekenhuis van Halle. De verantwoordelijkheid voor de oprichting van een MUG-dienst ligt in de eerste plaats bij het ziekenhuis zelf. In het verleden was er al een MUG-dienst in Halle, die nadien evenwel werd afgeschaft omdat hij het ziekenhuis te veel kostte.

Gisteren heeft de Vlaamse regering in het Vlaams Parlement een aantal maatregelen aangekondigd om het vertrouwen tussen de Vlaamse coalitiepartners te versterken. Zo zal de Vlaamse regering de nodige maatregelen nemen om een medische urgentiedienst in Halle op te richten. De Vlaamse regering is daartoe evenwel niet bevoegd.

De federale minister van Sociale Zaken of zijn kabinet zou gedurende het voorbije weekeinde zijn gecontacteerd om te informeren of de oprichting van zulke dienst mogelijk is. De onderhandelingen ter zake zouden zich inmiddels in een laatste fase bevinden. Enkel de infrastructuur moet nog worden geregeld. De financiering van de dienst zou evenwel al rond zijn.

Is het correct dat er op korte termijn een MUG-dienst in Halle zal komen? Zo ja, wanneer zal hij operationeel zijn? Welke praktische problemen zijn er nog om de dienst functioneel te maken en op welke manier zal de minister daaraan tegemoetkomen?

Er zijn federale subsidies voor de organisatie van een MUG-dienst, maar die subsidies volstaan niet om alle kosten te dekken. Het ziekenhuis moet zelf beslissen of het bereid is de bijkomende kosten te financieren. Mag de Vlaamse Gemeenschap die bijkomende kosten bijpassen?

De heer Rudy Demotte, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. - Zoals ik al meermaals in de Kamer en ook in de Senaat heb gezegd, is er tot nu toe geen mobiele urgentiegroep (MUG) in Halle om twee redenen. De eerste reden is dat het betrokken ziekenhuis zich in de loop van de vorige legislatuur geen kandidaat heeft gesteld voor de uitbating van een MUG, omdat het vond dat de kosten te hoog waren in vergelijking met de middelen die het van de overheid ontvangt. De tweede is dat tijdens de vorige legislatuur 81 MUG's voor het gehele land werden erkend. Die programmering laat in theorie geen ruimte meer voor een bijkomende erkenning.

Toch bestaat er een mogelijkheid tot oplossing zonder dat een bijkomende MUG moet worden erkend. Die zou bijvoorbeeld kunnen bestaan in de associatie van de ziekenhuizen van Halle en Tubeke om een gezamenlijke, tweetalige MUG uit te baten. Gelet op de geografische nabijheid is een dergelijke samenwerking niet meer dan logisch. Op dit ogenblik voer ik verschillende besprekingen met de beide betrokken ziekenhuizen om alle mogelijkheden af te tasten.

Tegelijkertijd onderzoeken mijn diensten op welke wijze de kosten voor de uitbating van een MUG in weinig verstedelijkte gebieden en waar het aantal interventies beperkt is, kunnen worden gereduceerd of op een andere manier kunnen worden gefinancierd.

In ben dus van oordeel dat er op vrij korte termijn een oplossing kan worden gevonden voor het probleem van de afwezigheid van een Nederlandstalige MUG in het zuidwesten van de provincie Vlaams-Brabant, maar ik kan daar niet op vooruitlopen, want er zijn nog moeilijke besprekingen aan de gang.

Wat de vraag betreft of de Vlaamse gemeenschap kan tussenkomen in de financiering heb ik afgelopen weekend contact gehad met leden van de Vlaamse regering. Mijn enige antwoord was mijn goede wil om naar een oplossing te zoeken. De mogelijkheid van een specifieke financiering moet nu nog juridisch worden onderzocht. De complementaire financiering van openbare instellingen is nu in vraag gesteld door de verschillende betrokkenen. Op dit ogenblik kan ik nog niet stellen dat het mogelijk is, noch zeggen dat dit geen goede oplossing zou kunnen zijn.

De heer Joris Van Hauthem (VL. BELANG). - Ik ben het er mee eens dat de beslissing of er al dan niet een MUG komt, afhangt van het ziekenhuis zelf. De overheidssubsidiëring dekt immers niet alle kosten.

De minister zei dat de programmering vastligt. Indien het ziekenhuis van Halle alsnog een MUG zou willen, moet de minister dus een creatieve oplossing zoeken. Die oplossing - maar dat is niet evident - zou dan eventueel kunnen bestaan in een samenwerking tussen Halle en Tubeke.

De minister zou ook een oplossing zoeken voor de bijkomende lasten van MUG's die niet in een stedelijk gebied liggen. Halle is wel een stad, weliswaar omgeven door het platteland. Wat bedoelt de minister dan met de bijkomende lasten waarvoor hij een oplossing wil zoeken?

De minister heeft blijkbaar contact gehad met de Vlaamse regering. De mogelijkheid om het verschil tussen wat alle ziekenhuizen krijgen om een MUG te exploiteren en de eigenlijke exploitatiekosten door de Vlaamse Gemeenschap te laten bijpassen, sluit de minister blijkbaar niet uit.

De heer Rudy Demotte, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. - De bijkomende lasten, niet alleen in Halle, maar ook in andere kleine steden, zijn een probleem. Ook in de Ardennen, bijvoorbeeld, liggen de kosten van een MUG hoger. We zouden de normen voor de MUG's op het platteland kunnen verlagen. Ik heb het niet over de kwaliteitsnormen, maar over de normen die de kosten verhogen. We moeten ook precies de kosten kunnen ramen die tot nog toe niet gedekt worden.

Ik sluit een samenwerking tussen Halle en Tubeke niet uit. Een tweede mogelijkheid is dat Halle zelf een MUG uitbouwt. In dat geval moeten we de regelgeving aanpassen. De programmering beperkt het aantal MUG's immers tot 81. Er moet dus een nieuw koninklijk besluit komen.

Wat betreft de kosten die niet door de federale overheid worden gefinancierd, verneem ik dat Vlaanderen nu voorstelt dat de Vlaamse overheid het verschil zou betalen. Ik laat deze mogelijkheid nu juridisch onderzoeken.