(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans
De recente tsunamiramp stelde niet alleen de immense vrijgevigheid van onze landgenoten in het daglicht, maar ook de enorme bedragen die ter beschikking worden gesteld van de niet-gouvernementele organisaties (NGO's) die deel uitmaken van het consortium « Tsunami 12-12 » om de getroffen bevolking in Azië te helpen.
Persartikelen vestigen onze aandacht op de bedragen die worden ingehouden voor de werking van de NGO's.
Naar verluidt zou de toegelaten 20 % worden overschreden.
Kan de geachte minister me een antwoord geven op de volgende vragen :
1. Welke percentages zijn bestemd voor de werkingskosten van de NGO's van het consortium in 2003 en 2004 ?
2. Kan ik de lijst bekomen van de NGO's die zich bezighouden met de derdewereldlanden en die erkend zijn om fiscale attesten uit te reiken, met opgave van de duur van deze erkenning ?
3. Welke controle zal hij uitoefenen op de begrotingsenveloppes die via de grote NGO's moeten gaan naar de gebieden die door de tsunami werden getroffen, gelet op de vrees van de vele en milde schenkers ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid te laten weten dat de uitdrukkelijke bepalingen van artikel 337 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, met betrekking tot het beroepsgeheim, mij niet toe laten hem de percentages van inkomsten die de organisaties, die lid zijn van het Belgisch Consortium voor noodhulpsituaties, tot dekking van hun werkingskosten besteden, mede te delen.
Anderzijds, wens ik zijn aandacht te vestigen op het feit dat de bedoelde grens van 20 % op de kosten van algemeen beheer betrekking heeft.
Noch het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 noch het uitvoeringsbesluit van dit wetboek bevatten een definitie van de kosten van algemeen beheer.
Uit de administratieve richtlijnen, meer bepaald de nummers 104/91 en volgende van het Commentaar van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, blijkt dat uitgaven als kosten van algemeen beheer moeten worden aangemerkt die welke noch in het domein waarvoor de organisatie is erkend noch tot dekking van de publiciteitskosten en van de kosten voor fondsenwerving worden gedaan.
Bovendien wordt de grens van 20 % niet berekend op het resultaat van een welbepaalde verrichting maar op al de inkomsten verworven gedurende het kalenderjaar door een organisatie, vooraf verminderd met de inkomsten die van andere erkende instellingen voortkomen.
De naleving van die grens wordt systematisch gecontroleerd naar aanleiding van elke aanvraag om erkenning of hernieuwing van erkenning.
Wat de controle van de besteding van de verworven fondsen ter plaatse betreft, ben ik zo vrij het geachte lid te verwijzen naar het antwoord gegeven op 26 januari 2005 door mijn collega van Ontwikkelingssamenwerking op de mondelinge vraag nr. 5101 van volksvertegenwoordiger Dirk Van der Maelen. Deze opdracht valt evenmin onder de bevoegdheden van mijn departement (Kamer, Integraal Verslag, C 475, blz. 16).
Ten slotte, gelet op het aantal betrokken organisaties, zal de lijst van de op grond van artikel 104, 4º, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 erkende organisaties hem rechtstreeks worden toegezonden.