3-106

3-106

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 14 APRIL 2005 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Wouter Beke aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over «de kostenverdeling van de brandweerkorpsen» (nr. 3-741)

De voorzitter. - De heer Armand De Decker, minister van Ontwikkelingssamenwerking antwoordt namens de heer Patrick Dewael, vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken.

De heer Wouter Beke (CD&V). - Naar verluidt zet een auditoraatsverslag van de Raad van State de financiering op de helling van de kostenverdeling van de brandweerkorpsen tussen de gemeenten, zoals bepaald in het ministerieel besluit van 10 oktober 1977 tot vaststelling van de normen voor het behalen van de forfaitaire en jaarlijkse bijdragen bedoeld in artikel 10 van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming.

De gouverneur zou niet over de rechtsgrond beschikken om de bijdrage vast te stellen, rekening houdende met de regionale en lokale verschillen. Het ministerieel besluit terzake zou te vaag zijn. De normen zijn onvoldoende duidelijk en concreet omschreven.

Is de minister hiervan op de hoogte?

Hoe zal dit probleem aangepakt worden?

Wat zijn de gevolgen voor het verleden?

Denkt de minister een nieuwe regeling te kunnen uitwerken en zo ja op welke basis?

De heer Armand De Decker, minister van Ontwikkelingssamenwerking. - De minister van Binnenlandse zaken is op de hoogte van het auditoraatsverslag over de kostenverdeling van de brandweerkorpsen. In elk geval moet een uitspraak van de Raad van State worden afgewacht voor een definitieve regeling kan worden bepaald. Ondertussen heeft de minister zijn administratie gevraagd een oplossing voor te bereiden die zeker een aanpassing van de reglementering zal inhouden.

De heer Wouter Beke (CD&V). - Het antwoord is nogal vaag. De minister zegt dat hij waarschijnlijk wel een oplossing zal vinden. Ik had graag geweten wat de contouren van die oplossing zijn. Ik ben er vooral bezorgd over dat er geen oplossing komt voor wat zich in het verleden voordeed. Voor de betrokken gemeenten is dat nochtans belangrijk.