3-106 | 3-106 |
De heer Pierre Chevalier (VLD). - Richtlijn 2002/58/EG is een onderdeel van het zogenaamde `telecompakket', dat het nieuwe wetgevende kader vormt voor de sector van de elektronische communicatie. In deze richtlijn, die een oudere richtlijn vervangt, worden enkele min of meer gevoelige thema's behandeld, zoals het bewaren van verkeersgegevens door de lidstaten om redenen van politietoezicht, de verzending van ongevraagde berichten, het gebruik van `spionagesoftware', de zogenaamde `cookies' en de opname van persoonsgegevens in openbare abonneelijsten.
De krant De Standaard schreef op 22 maart 2005 dat er een sterke groei is van computeraanvallen die gepaard gaat met een bedreiging van vertrouwelijke informatie, onder andere door `phishing', een methode om wachtwoorden, nummers van kredietkaarten en andere financiële informatie te achterhalen via nabootsing van bekende websites of via meldingen tot herbevestiging of aanpassing van persoonlijke gegevens via het internet. Benevens phishing is er nog het spamprobleem. Het artikel meldde dat spam meer dan 60 procent van het totale e-mailverkeer uitmaakt.
De richtlijn 2002/58/EG verplicht lidstaten om via hun nationale wetgeving het vertrouwelijke karakter van de communicatie via openbare elektronische communicatienetwerken te garanderen. Op 23 maart 2005 werd het wetsontwerp betreffende de elektronische communicatie in de commissie Infrastructuur, Verkeer en Overheidsbedrijven goedgekeurd. Er was echter reeds een deelaspect van de vernoemde richtlijn omgezet in intern recht, namelijk het toesturen van reclame via e-mail. Dat werd geregeld via de wet van 11 maart 2003 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij en door het koninklijk besluit van 4 april 2003 tot reglementering van het verzenden van reclame per elektronische post.
Er werd een werkgroep `Spamsquad' opgericht die zich specifiek bezighoudt met de opsporing van spam. Mijn vragen gaan daarover.
Hoe functioneert Spamsquad? Wat doen ze? Wie is verantwoordelijk voor de controle? Hoe worden de leden verkozen? Worden er rapporten opgesteld? Werkt Spamsquad samen met andere privé-entiteiten? Werkt deze groepering mee aan de omzetting van de richtlijnen aangaande het `telecompakket'? Is er overleg tussen Spamsquad en ASTA? Bestaat de idee van Spamsquad ook in andere lidstaten van de EU? Is een samenwerking op Europees niveau niet noodzakelijk om echt constructief op te treden, zij het dan maar om het opt-in-principe ook te doen gelden op andere niveaus? Nu geldt het principe alleen voor elektronische reclameberichten van commerciële aard.
De wet van 11 maart 2003 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij bepaalt in artikel 26 dat overtredingen worden gestraft. Op 4 april 2003 nam de regering een ministerieel besluit tot aanwijzing van de ambtenaren die belast zijn met het opsporen en het vaststellen, op het terrein, van inbreuken op de wet. Zijn die ambtenaren reeds aan het werk? Hoe werden ze geselecteerd?
De heer Marc Verwilghen, minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid. - In de verschillende vragen onderscheid ik twee onderdelen. De heer Chevalier wenst eerst meer informatie omtrent Spamsquad en vervolgens wil hij weten hoe ver het staat met het opsporen van inbreuken op de wet betreffende de juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij.
Spamsquad is een informele werkgroep die tot doel heeft gemeenschappelijke oplossingen uit te werken om spam of ongewenste e-mail actief te bestrijden. Die werkgroep speelt bijgevolg geen enkele rol bij de totstandkoming van het wetsontwerp betreffende de elektronische communicatie, dat inmiddels werd goedgekeurd door de Kamercommissie voor de infrastructuur en waarover de Kamer normalerwijze volgende donderdag zal stemmen. De werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de politieke overheden, de administratie, de politiediensten, rechtsgeleerden en belangengroepen. Hij belegt informele vergaderingen op regelmatige basis. De vraag naar formele controle is mijns inziens niet echt aan de orde, aangezien het een informeel initiatief betreft en Spamsquad enkel de mogelijkheid heeft om voor eigen naam en rekening voorstellen te doen en projecten op te zetten.
De werkgroep stelt eerst en vooral vast dat de internetgebruikers gebrekkig zijn voorgelicht over de middelen die er bestaan om zich tegen spam te beschermen. De bestaande informatie is bovendien onverstaanbaar voor de gemiddelde gebruiker. Spamsquad heeft die bestaande informatie dan ook in vier eenvoudige regels gegoten die voor iedereen begrijpelijk en rechtstreeks toepasbaar zijn. Ik ga met de heer Chevalier akkoord dat in dezen een samenwerking op internationaal niveau en met andere organisaties nodig is. Spamsquad bekijkt momenteel welke mogelijkheden er in dit verband bestaan.
Bij mijn weten bestaat er geen enkel soortgelijk initiatief in de andere EU lidstaten. België zou dus een voortrekkersrol kunnen spelen.
Ik kan de heer Chevalier ook verzekeren dat de ambtenaren reeds zijn aangesteld. Het betreft ambtenaren van de dienst `Controle en Bemiddeling' van de FOD Economie. Zij zijn reeds aan het werk. Er werd de voorkeur aan gegeven om alle ambtenaren van de dienst `Controle en Bemiddeling' bevoegd te maken om controles en vaststellingen te doen. Binnen de desbetreffende dienst is er evenwel een taakverdeling afgesproken. Concreet oefenen hoofdzakelijk vier ambtenaren die bevoegdheid uit.
De heer Pierre Chevalier (VLD). - Ik dank de minister voor zijn volledig antwoord. Hij heeft terecht beklemtoond dat België in deze een voortrekkersrol kan spelen. Ik zou er dan ook op aandringen dat hij die problematiek aankaart bij zijn Europese collega's. De Europese Commissie, de Europese Raad en het Europees Parlement hechten zeer veel belang aan die materie.
Als de spamplaag niet doortastend wordt aangepakt, dan vrees ik dat het elektronisch verkeer volledig zal worden verstikt. De Standaard maakt melding van 60% spam. Zonder maatregelen kan dat oplopen tot 80 of 90%. Het is dus belangrijk dat wij de expertise die we hebben opgebouwd ter beschikking stellen van de andere lidstaten.
De heer Marc Verwilghen, minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid. - Ik zal een schrijven richten aan Europees commissaris Reding en haar verzoeken deze kwestie op de agenda van de volgende Raad te plaatsen.