3-102

3-102

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 17 MARS 2005 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de M. Wim Verreycken au premier ministre sur «le changement de nom du Deurganckdok» (nº 3-675)

Mme la présidente. - M. Peter Vanvelthoven, secrétaire d'État à l'Informatisation de l'État, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques, répondra au nom de M. Guy Verhofstadt, premier ministre.

De heer Wim Verreycken (VL. BELANG). - Ik had deze vraag al drie weken geleden ingediend als een mondelinge vraag; intussen is ze dus al lang niet meer actueel en het onderwerp is duidelijk ook te licht voor een vraag om uitleg. Dat het toch een vraag om uitleg is, is alleen te wijten aan de regeling van de werkzaamheden in de Senaat, waarmee ik me niet wens te bemoeien.

Een aantal weken geleden stelde baron Delwaide de raad van bestuur van het Antwerps havenbedrijf voor om de naam van het Deurganckdok te wijzigen in Albert II-dok. Dit terwijl de naam Deurganckdok nu reeds bij heel wat internationale belanghebbenden wordt gepromoot en volgens werkgevers uit de havenwereld al een internationaal marketingproduct is. Er bestaat trouwens al een Albert II-dok in Zeebrugge en Antwerpen beschikt ook nog over een Albertdok. De verwarring die zal ontstaan bij de buitenlandse schepen die het land aandoen, is voorspelbaar.

Ik sluit me dan ook aan bij de afwijzende visie van streekbewoner en eresenator Ferdinand De Bondt en bij de visie van de actiegroep Doel 2020, die betreurt dat met deze naamsverandering elke authentieke, zeg maar Oost-Vlaamse, verwevenheid bewust wordt geweerd.

Mijn initiële vraag aan de eerste minister was dan ook of hij de koning, die weliswaar onverantwoordelijk is, maar die toch wel moet instemmen met deze naamgeving, zal adviseren de naamswijziging niet te aanvaarden?

Bijkomend wil ik de eerste minister ook vragen of het niet de bevoegdheid van de Oost-Vlaamse straatnamencommissie is en niet die van baron Delwaide om een nieuwe naam voor te stellen.

De heer Peter Vanvelthoven, staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven. - Het antwoord van de eerste minister behandelt vooral de tweede vraag van de heer Verreycken. Het luidt als volgt: "De naamgeving van het Deurganckdok is geen federale materie. De federale regering heeft ter zake dus adviezen noch commentaren te geven. Aangezien die naamgeving een zuivere bevoegdheid van de Antwerpse gemeenteraad is, moet de geachte senator zich tot het Antwerpse college richten."

De heer Wim Verreycken (VL. BELANG). - De eerste minister zegt dat de naamgeving een bevoegdheid is van de Antwerpse gemeenteraad, terwijl het Deurganckdok wel degelijk in Beveren en dus op Oost-Vlaams grondgebied ligt. De achterliggende boodschap van mijn vraag was precies of er geen foute redenering werd gevolgd door mensen die menen dat ze een stuk van Oost-Vlaanderen kunnen annexeren. Is de naamgeving geen zaak voor de Oost-Vlaamse straatnamencommissie?

Omdat baron Delwaide als nieuwe naam Albert II-dok voorstelt, neem ik aan dat de koning zijn instemming moet geven. Daarom was mijn tweede vraag of de eerste minister de koning zou adviseren deze naam niet te aanvaarden.

De mededeling dat de Antwerpse gemeenteraad de zaak de knoop moet doorhakken over een Oost-Vlaamse naamgeving, is natuurlijk zeer belangrijk. Daarmee geraken we toch wel in een foute discussie. Ik zal een en ander zeker toetsen aan de wetgeving ter zake.