3-1047/1

3-1047/1

Belgische Senaat

ZITTING 2004-2005

18 FEBRUARI 2005


Wetsontwerp houdende instemming met de volgende Internationale Akten : 1º Kaderovereenkomst voor een multilateraal Milieuprogramma op het vlak van kernenergie in de Russische Federatie; 2º Protocol betreffende de rechtsvorderingen, de rechtsplegingen en de schadevergoeding bij de Kaderovereenkomst voor een multilateraal Milieuprogramma op het vlak van kernenergie in de Russische Federatie, gedaan te Stockholm op 21 mei 2003


INHOUD


MEMORIE VAN TOELICHTING


De Kaderovereenkomst voor een multilateraal milieuprogramma op het vlak van kernenergie in de Russische Federatie en het aanvullend protocol betreffende de rechtsvorderingen, de rechtsplegingen en de schadevergoeding zorgen voor de toepassing van een principeverklaring van 5 maart 1999 die voorziet in het beraadslagen over een multilaterale overeenkomst waarbij de voorwaarden worden bepaald die nodig zijn voor een internationale samenwerking op het vlak van kernenergie met de Russische Federatie.

België en andere lidstaten van de Europese Unie, Noorwegen, de Europese Gemeenschap, de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, de Russische Federatie en de Verenigde Staten hebben die overeenkomst ondertekend op 21 mei 2003. Dezelfde dag hebben deze partijen, met uitzondering van de Verenigde Staten, eveneens het aanvullend protocol ondertekend.

De doelstelling van beide instrumenten bestaat erin de best mogelijke voorwaarden te definiëren om een doeltreffende actie te verwezenlijken op het vlak van de veiligheid van het beheer van radioactief afval en van bestraalde kernbrandstof in de Russische Federatie of elk ander aspect dat behoort tot de nucleaire veiligheid.

De Kaderovereenkomst, « multilateraal Milieuprogramma op het vlak van kernenergie in de Russische Federatie » (MMPKR) geheten, is een essentieel instrument voor westerse bedrijven die bijstandsprojecten wensen te realiseren. Die projecten kaderen in de programma's voor internationale samenwerking bevattend meer bepaald een geheel van acties die betrekking hebben op de declassering van nucleaire onderzeeërs en ijsbrekers die in de Barentszee liggen.

Het is nuttig er hier op te wijzen dat de MMPKR-Overeenkomst eveneens kan gebruikt worden voor de overeenkomsten inzake bilaterale toepassing. Die formule van bilaterale bijstand werd in het verleden reeds aangewend door Belgische en westerse bedrijven en zal ook vergemakkelijkt worden door de bekrachtiging van beide instrumenten.

De MMPKR-Kaderovereenkomst die 18 artikelen telt, wordt aangevuld met een protocol over rechtsvorderingen, de rechtsplegingen en de schadevergoeding. Dat protocol dat toelichting geeft bij artikel 7 van de MMPKR-Kaderovereenkomst, bestaat zelf uit vier artikelen om te voorkomen dat de Russische Federatie een rechtsvordering zou instellen tegen westerse bedrijven die projecten realiseren in het kader van de bijstand waarop de overeenkomst betrekking heeft en om hen, indien nodig, te vergoeden. Een model van bevestigingsbrief is toegevoegd aan het protocol. Op vraag van een ondertekenaar moet de Russische Federatie dergelijke brief voorleggen aan elk bedrijf dat bijstand verstrekt.

Artikel 9 van die overeenkomst bepaalt tevens dat de door de bedrijven verstrekte bijstand zal vrijgesteld worden van elke heffing van belastingen en analoge taksen alsook van de BTW. Buitenlanders en niet-residerende Russen zullen eveneens worden vrijgesteld van de inkomstenbelasting en van de sociale bijdragen.

Ten einde een degelijk gebruik van de bijstand te waarborgen, zijn in artikel 10 ook bepalingen voorzien om de toegang te garanderen tot de plaatsen waar deze projecten gerealiseerd worden en om de financiële controle mogelijk te maken door de bedrijven die er investeren.

Artikel 18 bepaalt uitdrukkelijk de inwerkingtreding van de Kaderovereenkomst dertig dagen na de datum van ontvangst van de bekrachtigings-instrumenten van de Russische Federatie en van één van de ondertekenaars. Voor elke ondertekenaar die dergelijk instrument neerlegt, treedt de MMPKR-Kaderovereenkomst dertig dagen na de ontvangst van genoemd instrument in werking.

Ten einde vertraging te voorkomen in de realisatie van de projecten die de huidige ondertekenaars reeds gepland hebben, voorzien artikel 18 van de MMPKR-Kaderovereenkomst en artikel 4 van het protocol dat beide instrumenten voorlopig van toepassing zullen zijn vanaf de ondertekening ervan. Genoemd artikel bepaalt eveneens de nadere regels inzake duur, intrekking en verstrijken van de MMPKR-Kaderovereenkomst.

Bij de lancering te Kananaskis in juni 2002 van het nieuw globaal partnerschap van de G8 dat streeft naar meer internationale veiligheid en beveiliging, is duidelijk gebleken dat de internationale gemeenschap veel belang hecht aan de bijstand die voorzien is in deze overeenkomst. De nucleaire veiligheid vormt immers een van de doelstellingen van het bilateraal en multilateraal partnerschap.

Op Belgisch vlak is het ook van essentieel belang dat onze kennis op het gebied van nucleaire veiligheid gehandhaafd wordt.

Om al deze redenen is het van belang dat het Koninkrijk België spoedig kan overgaan tot de neerlegging van de instrumenten die nodig zijn voor de bekrachtiging van de MMPKR-Kaderovereenkomst en van het daarbij horend protocol.

De minister van Buitenlandse Zaken,

Karel DE GUCHT.

De minister van Energie,

Marc VERWILGHEN.


WETSONTWERP


ALBERT II,

Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen,
ONZE GROET.

Op de voordracht van Onze minister van Buitenlandse Zaken, en van Onze minister van Energie,

HEBBEN WIJ BESLOTEN EN BESLUITEN WIJ :

Onze minister van Buitenlandse Zaken, en Onze minister van Energie, zijn gelast het ontwerp van wet, waarvan de tekst hierna volgt, in Onze naam aan de Wetgevende Kamers voor te leggen en bij de Senaat in te dienen :

Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2

De Kaderovereenkomst voor een multilateraal Milieuprogramma op het vlak van kernenergie in de Russische Federatie, gedaan te Stockholm op 21 mei 2003, zal volkomen gevolg hebben.

Art. 3

Het Protocol betreffende de rechtsvorderingen, de rechtsplegingen en de schadevergoeding bij de Kaderovereenkomst voor een multilateraal Milieuprogramma op het vlak van kernenergie in de Russische Federatie, gedaan te Stockholm op 21 mei 2003, zal volkomen gevolg hebben.

Gegeven te Brussel, 14 februari 2005.

ALBERT

Van Koningswege :

De minister van Buitenlandse Zaken,

Karel DE GUCHT.

De minister van Energie,

Marc VERWILGHEN.


KADEROVEREENKOMST

voor een multilateraal Milieuprogramma op het vlak van kernenergie in de Russische Federatie

De Regering van het Koninkrijk België, de Regering van het Koninkrijk Denemarken, de Regering van de Republiek Finland, de Regering van de Republiek Frankrijk, de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland, de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, de Regering van het Koninkrijk Noorwegen, de Regering van de Russische Federatie, de Regering van het Koninkrijk Zweden, de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, de Regering van de Verenigde Staten van Amerika, de Europese Gemeenschap, en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (hierna de Partijen genoemd),

Gelet op de Gemeenschappelijke Conventie over de veiligheid van het beheer van gebruikte brandstof en de veiligheid van radioactief afval van 5 september 1997 (hierna « de Gemeenschappelijke Conventie » genoemd);

Overwegende dat de Gemeenschappelijke Conventie bepaalt dat gebruikte brandstof en radioactief afval die vallen onder militaire of defensieprogramma's, moeten beheerd worden overeenkomstig de doelstellingen die geformuleerd zijn in genoemde Conventie, hoewel zij ervan uitgesloten zijn onder voorbehoud van de uitzonderingen voorzien in artikel 3;

Gelet eveneens op de Conventie over de nucleaire veiligheid van 17 juni 1994;

Herinnerend aan het belang die de Gemeenschappelijke Conventie hecht aan de internationale samenwerking om de veiligheid van het beheer van gebruikte brandstof en van radioactief afval te verhogen door middel van bilaterale en multilaterale mechanismen;

Opnieuw het belang bevestigend dat de Partijen hechten aan de principes die geformuleerd zijn in de ter zake dienende internationale conventies inzake nucleaire verantwoordelijkheid, voor het verstrekken van internationale bijstand op dat vlak;

Met erkenning van de werkzaamheden die verricht zijn door de Contactgroep van deskundigen voor de internationale projecten met betrekking tot radioactief afval, ingesteld onder de auspiciën van het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie voor de behandeling van aangelegenheden inzake internationale samenwerking op het vlak van het beheer van radioactief afval en aanverwante aangelegenheden in de Russische Federatie, en zijn medewerking aan de uitwerking van een globaal internationaal Actieplan;

Met het verlangen een daadwerkelijke samenwerking te stimuleren om de veiligheid van het beheer van gebruikte brandstof en radioactief afval in de Russische Federatie te verbeteren, inzonderheid door de verwezenlijking in de Russische Federatie van projecten die door de Contactgroep van deskundigen zouden kunnen in aanmerking worden genomen als internationale projecten betreffende radioactief afval;

Herinnerend aan de Principeverklaring van de leden en waarnemers van de Barents euro-arktische Raad met vertegenwoordiging van Duitsland, Denemarken, de Verenigde Staten, Finland, Frankrijk, IJsland, Italië, Noorwegen, Nederland, Polen, het Verenigd Koninkrijk, de Russische Federatie en Zweden, betreffende het multilateraal Milieuprogramma op het vlak van kernenergie in de Russische Federatie, ondertekend te Bodø (Noorwegen) op 5 maart 1999, waarin de deelnemers zich bereid hebben verklaard om te onderhandelen over een multilateraal kaderovereenkomst waarin de voorwaarden worden bepaald die nodig zijn voor internationale bijstand op dat vlak;

Zijn het volgende overeengekomen :

Artikel 1

Het multilateraal Milieuprogramma op het vlak van kernenergie in de Russische Federatie (MMPKR)

1. Door dit akkoord creëren de Partijen een kader dat bedoeld is om de samenwerking te stimuleren op het vlak van de veiligheid van het beheer van gebruikte kernbrandstof en van radioactief afval in de Russische Federatie. Dat kader wordt aangeduid met de uitdrukking « multilateraal Milieuprogramma op het vlak van kernenergie in de Russische Federatie » (MMPKR). Het MMPKR is van toepassing op de projecten die zijn aangegaan tussen de Deelnemers en de Begunstigden of op een andere vorm van samenwerking die tussen hen is overeengekomen. Het kan eveneens van toepassing zijn op projecten of op een andere vorm van samenwerking op andere domeinen van nucleaire activiteiten met inbegrip van de nucleaire veiligheid, indien betrokken Partijen dat overeenkomen.

2. De Partijen pogen overlapping te vermijden tussen de Bijstandsactiviteiten die plaatsvinden in het raam van het MMPKR en de acties die plaatsvinden in het raam van andere fondsen, akkoorden, mechanismen of multilaterale of bilaterale regelingen, en zij waken erover dat die activiteiten complementair zijn met die acties.

Artikel 2

Definities

Met het oog op dit akkoord, krijgen volgende termen hierna vermelde betekenis :

Technische hulp (bijstand) : Elke vorm van gratis hulp en/of bijdrage die is toegestaan krachtens dit akkoord of een Toepassingsakkoord, of overeengekomen op elke andere wijze tussen de Russische Partij en één of meer Deelnemer(s) (hierna aangeduid met de term « Bijstand »).

Deelnemer : Elke andere Partij dan de Russische Partij, of elke eenheid die door genoemde Partij gemachtigd is om Bijstand te verlenen in het raam van het MMPKR.

Begunstigde : De Russische Partij of elke andere Russische eenheid die door de Russische Partij gemachtigd is om op te treden als begunstigde van Bijstand en partner bij de realisatie van een project dat valt onder het MMPKR.

Toepassingsakkoord : Een akkoord tussen één of meer Begunstigden en één of meer Deelnemers voor het verstrekken van Bijstand bedoeld voor de realisatie van een project dat valt onder het MMPKR.

Artikel 3

Manieren van samenwerking in het raam van het MMPKR

1. In het kader van het MMPKR kan Bijstand worden verstrekt door :

(a) toepassingsakkoorden tussen één of meer Begunstigden en één van de Deelnemers (bilaterale wijze);

(b) toepassingsakkoorden tussen één of meer Begunstigden en verscheidene Deelnemers krachtens dewelke geen enkele gemeenschappelijke financieringsregeling is bepaald (eenvoudige multilaterale wijze);

(c) toepassingsakkoorden tussen één of meer Begunstigden en verscheidene Deelnemers krachtens dewelke een gemeenschappelijke financierings-regeling is bepaald (multilaterale financieringswijze); of

(d) elk ander mechanisme dat is overeengekomen tussen de betrokken Begunstigde(n) en de Deelnemer(s).

2. Behoudens tegengestelde bepaling van dit akkoord, zijn de nadere regels en voorwaarden van dit akkoord van toepassing op elke Bijstand die verstrekt wordt krachtens paragraaf 1 van dit artikel. De bepalingen van dit akkoord kunnen eveneens van toepassing zijn op acties die ondernomen zijn vóór de inwerkingtreding ervan indien de Partijen die zich in die acties verbonden hebben het daarover eens zijn.

3. Het verstrekken van Bijstand door de Deelnemers krachtens dit akkoord is afhankelijk van de beschikbaarheid van de daartoe voorziene fondsen.

Artikel 4

Het Comité van het MMPKR

1. Ten einde de samenwerking te stimuleren en informatie uit te wisselen in het kader van het MMPKR, creëren de Partijen via dit akkoord een Comité van het MMPKR. Daarin zetelt een behoorlijk gemachtigde officiële of Regeringsvertegenwoordiger van elke Partij die tevens fungeert als contactpunt voor alle aangelegenheden met betrekking tot het MMPKR.

2. Het Comité kan :

— onderzoek verrichten naar de uitwerking en de uitvoering van de projecten en elke andere vorm van samenwerking krachtens dit Akkoord;

— de ter zake dienende activiteiten onderzoeken die vallen onder andere bilaterale of multilaterale akkoorden of regelingen;

— de financiering coördineren van de projecten die vallen onder artikel 3.1(c);

— de hindernissen en problemen identificeren die zich hebben voorgedaan bij de uitvoering van de projecten en aanbevelingen formuleren om deze te verhelpen;

— werkgroepen oprichten in functie van de werkingsbehoeften van het Comité;

— onderzoek verrichten naar andere aangelegenheden betreffende de uitvoering van de activiteiten die vallen onder het MMPKR en dienaangaande aanbevelingen formuleren;

— staten, intergouvernementele organisaties of gewestelijke organisaties voor economische integratie die beheerd worden door het internationaal publiek recht verzoeken zich in te schrijven in het akkoord, in toepassing van artikel 16.

3. Het Comité van het MMPKR keurt zijn reglement van inwendige orde goed.

4. Het Comité van het MMPKR kiest twee medevoorzitters uit de vertegen-woordigers van de Partijen voor perioden van twaalf maanden, namelijk één uit de Deelnemers en één die de Russische Partij vertegenwoordigt.

5. Het Comité van het MMPKR kan beslissen elke belangstellende Staat of elke belangstellende intergouvernementele organisatie of gewestelijke organisatie voor economische integratie beheerd door het internationaal publiek recht en die geen partij is in dit akkoord toe te laten als waarnemer. Wanneer een coördinator is aangesteld krachtens artikel 5, wordt hij in de hoedanigheid van waarnemer toegelaten tot de vergaderingen van het Comité van het MMPKR, indien dat relevant is.

6. De beslissingen en aanbevelingen van het Comité van het MMPKR worden bij eenparigheid van stemmen goedgekeurd.

Artikel 5

De coördinator van de multilaterale financiering in het raam van het MMPKR

1. De Partijen die deelnemen aan een gemeenschappelijke financierings-regeling zoals bedoeld in artikel 3.1(c) kunnen met het oog op die regeling een coördinator aanstellen.

2. De rechten en verplichtingen die voor de Deelnemers uit dit akkoord voortvloeien zijn eveneens van toepassing op de coördinator wanneer hij optreedt in naam van de Deelnemers.

Artikel 6

Bijzondere verbintenissen

1. De Partijen stimuleren de activiteiten die nodig zijn voor de realisatie van projecten in het raam van het MMPKR.

2. De Russische Partij zorgt, onder andere, voor de onmiddellijke aflevering van licenties, vergunningen en toelatingen en voor de onmiddellijke uitvoering van douaneformaliteiten die nodig zijn voor de doeltreffende realisatie van de projecten. Zij zorgt voor de aflevering van de gegevens en informatie die nodig zijn voor de realisatie van bijzondere projecten in het raam van dit akkoord. Zij verleent toegang tot de plaatsen en installaties die nodig is voor de realisatie van bijzondere projecten in het raam van dit akkoord. Ingeval genoemde toegang beperkt wordt krachtens de wetgeving van de Russische Federatie, worden in Toepassingsakkoorden procedures bepaald die wederzijds aanvaardbaar zijn. De Toepassingsakkoorden bepalen tevens de procedures die van toepassing zijn op de overdracht van informatie en de omvang ervan.

3. De verleende Bijstand wordt aangevuld met Russische inbreng. Die inbreng kan verstrekt worden in natura of in een andere vorm met het oog op de realisatie van projecten in het raam van het MMPKR.

Artikel 7

Rechtsvorderingen, rechtspleging en vergoeding

1. Dit akkoord wordt aangevuld met een Protocol tot vaststelling van de bepalingen die van toepassing zijn op de rechtsvorderingen en rechtspleging en op de vergoeding betreffende de vorderingen die worden ingesteld tegen de Deelnemers en hun personeel of hun contractanten, onderaannemers, consultants, rechtstreekse of onrechtstreekse leveranciers van uitrustingen, goederen of diensten, op eender welk niveau, en hun personeel, voor elk verlies of schade van welke aard ook die voortvloeit uit activiteiten die ondernomen zijn krachtens dit Akkoord.

2. Het Protocol en de Bijlage zijn niet van toepassing op een Partij die geen partij wordt bij het protocol.

3. Elke Partij die geen partij wordt bij het Protocol kan met de Russische Partij een afzonderlijke regeling overeenkomen met betrekking tot rechtvorderingen en rechtspleging en vergoeding die worden ingesteld voor elk verlies of schade van welke aard ook die voortvloeit uit de activiteiten die ondernomen zijn krachtens dit Akkoord.

Artikel 8

Gebruik en heroverdracht van Bijstand

1. Tenzij hij vooraf een schriftelijk akkoord heeft gekregen van de Deelnemer, mag de Begunstigde geen gebruiks- of eigendomsrechten op Bijstand verstrekt krachtens dit akkoord overdragen aan een andere eenheid dan een ambtenaar, bediende of agent van genoemde Deelnemer of genoemde Begunstigde en mag hij het gebruik van de Bijstand niet toestaan voor andere doeleinden dan die waarvoor hij is verstrekt.

2. De Russische Partij neemt elke redelijke maatregel die in haar macht ligt om de veiligheid en het gepaste gebruik te verzekeren van de Bijstand die krachtens dit akkoord verstrekt is en om de niet-toegestane overdracht ervan te voorkomen.

Artikel 9

Vrijstelling van belastingen of gelijksoortige taksen

1. De Russische Partij verleent een vrijstelling van douanerechten, van belastingen op de winsten, van andere belastingen en gelijksoortige taksen voor de Bijstand die krachtens dit akkoord verstrekt wordt. Zij neemt alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de Bijstand die krachtens dit akkoord verstrekt wordt, niet onderworpen wordt aan een lokale of gewestelijke belasting. Die maatregelen omvatten onder meer het verstrekken van brieven vanwege de bevoegde lokale en/of gewestelijke overheden waarin bevestigd wordt dat geen enkele belasting zal geheven worden op de Bijstand die krachtens dit akkoord verstrekt wordt. Die bevestigingsbrieven die gelden voor de lokaliteiten of gewesten waar de projecten die onder dit akkoord vallen, zullen worden uitgevoerd, worden bij ten minste één van de Depositarissen neergelegd alvorens de realisatie van die projecten een aanvang neemt.

2. De Russische Partij verleent een vrijstelling van inkomstenbelastingen, van bijdragen voor sociale zekerheid en van alle andere gelijksoortige taksen op het grondgebied van de Russische Federatie voor de vergoedingen die ontvangen worden door buitenlandse natuurlijke personen en Russische ingezetenen die gewoonlijk niet in de Russische Federatie verblijven, ingevolge werkzaamheden en dienstenprestaties die door hen verricht zijn voor de realisatie van de Bijstand krachtens dit akkoord. Betreffende de aldus vrijgestelde vergoedingen heeft de Russische Partij, krachtens het systeem van sociale zekerheid of een andere regeringsgrond, geen enkele verplichting om bijdragen te verlenen of betalingen te verrichten ten gunste van de personen die vermeld zijn in deze paragraaf.

3. De Deelnemers en hun personeel, hun contractanten, hun onderaannemers en rechtsreekse en onrechtstreekse leveranciers mogen de nodige uitrustingen, benodigdheden, materieel en diensten in de Russische Federatie invoeren en uitvoeren voor de realisatie van dit akkoord. Naast de bepalingen betreffende de Bijstand, zijn de tijdelijke in- en uitvoer niet onderworpen aan enig douanerecht, bijdrage, belasting of gelijksoortige taks, noch aan enige ongerechtvaardigde beperking.

4. Naast de bepalingen van voorgaande paragrafen zijn de personen en eenheden die deelnemen aan de uitvoering van de programma's in het raam van dit akkoord op het grondgebied van de Russische Federatie vrijgesteld van de belasting over de toegevoegde waarde en andere taksen, ingevolge de uitrustingen en goederen die verworven zijn op het grondgebied van de Russische Federatie voor de uitvoering van projecten of programma's in het raam van dit akkoord, alsook ingevolge werkzaamheden en dienstenprestaties die verricht zijn op het grondgebied van de Russische Federatie.

5. Elke belasting of onderwerping aan taksen wordt beschouwd als geldige reden om een Bijstandsproject op te heffen, te beëindigen of niet op te starten.

6. De Russische Partij heeft de verantwoordelijkheid procedures toe te passen die ervoor zorgen dat de bepalingen van dit artikel worden nageleefd. De nodige certificaten worden afgeleverd door de passende bevoegde overheid.

Artikel 10

Boekhouding, verificatie en controle van de rekeningen

1. Elke Begunstigde moet een passende boekhouding bijhouden van de gehele financiering van de van de Deelnemers ontvangen Bijstand en deze boekhouding, net zoals de stavingsdocumenten, op regelmatige tijdstippen aan de belangstellende Deelnemer(s) voorleggen, overeenkomstig het overeenstemmende Toepassingsakkoord of hetgeen elders is overeengekomen.

2. De vertegenwoordigers van een Deelnemer hebben het recht, op verzoek en binnen zestig dagen na dat verzoek, een onderzoek te verrichten naar het gebruik van elke Bijstand die door genoemde Deelnemer verstrekt is overeenkomstig dit akkoord, indien mogelijk op de plaats waar zij verstrekt of gebruikt is, alsook het recht om inzage te nemen in en controle uit te voeren op elk daarop betrekking hebbend stuk of document, gedurende een periode van zeven jaar volgend op het ogenblik waarop het betrokken project zal zijn voltooid of voortijdig stopgezet, tenzij in het Toepassingsbesluit een andere termijn wordt bepaald. De praktische nadere regels van die verificaties en onderzoeken zijn bepaald in de Toepassingsakkoorden.

Artikel 11

Intellectuele eigendom

Indien het relevant is, verzekeren de Partijen in het raam van de Toepassingsakkoorden, de daadwerkelijke bescherming en verdeling van de in het raam van dit akkoord overgedragen of gecreëerde eigendomsrechten.

Artikel 12

Statuut, aankomst en vertrek van het personeel

1. De Russische Partij vergemakkelijkt het binnenkomen op het grondgebied van de Russische Federatie en het verlaten van genoemd grondgebied door de agenten van de Deelnemers aan dit akkoord en hun personeel alsook door de contractanten, onderaannemers, consultants en rechtreekse en onrechtstreekse leveranciers en hun personeel, om de activiteiten in het raam van dit akkoord uit te voeren.

2. De Russische Partij accrediteert het militair en burgerlijk personeel van de deelnemende Partijen, met inbegrip van de agenten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, die aanwezig zijn op het grondgebied van de Russische Federatie om de activiteiten uit te voeren die gepaard gaan met het verstrekken van de Bijstand krachtens dit akkoord, in de hoedanigheid van administratief en technisch personeel van de respectieve diplomatieke vertegenwoordigingen, van de vertegenwoordiging van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en van de vertegenwoordigingen van de internationale organisaties in de Russische Federatie. Na de inwerkingtreding van dit akkoord zullen de Partijen elkaar raadplegen over het personeelsbestand dat bedoeld wordt in deze paragraaf. De accreditatie van genoemd personeel heeft geen invloed op het geaccrediteerd toegelaten personeelsbestand voor de Russische diplomatieke vertegenwoordigingen bij de deelnemers.

3. De Russische Partij garandeert dat de contractanten, onderaannemers, consultanten en rechtstreekse en onrechtstreekse leveranciers en hun personeel bedoeld in paragraaf 1 van dit artikel, hun gehele personeelsbestand en de levensmiddelen bestemd voor hun persoonlijk gebruik op het grondgebied van de Russische Federatie mogen invoeren en vandaar opnieuw mogen uitvoeren zonder daarbij te worden beperkt door enig douanerecht, belasting of gelijksoortige taxatie. De franchise-invoer in de Russische Federatie en de franchise-wederuitvoer van een motorvoertuig per gezin is toegestaan mits dat voertuig enkel gebruikt wordt tijdens de periode die het passende contract bestrijkt en het na afloop van die periode opnieuw wordt uitgevoerd.

Artikel 13

Geschillenregeling

Elk geschil tussen twee of meer Partijen met betrekking tot de interpretatie van dit akkoord of de toepassing ervan zal opgelost worden via raadplegingen. Die raadplegingen zullen plaatsvinden ten laatste drie maanden nadat één van de Partijen daarvoor een schriftelijk verzoek heeft voorgelegd aan de andere Partij of aan de andere Partijen.

Artikel 14

Toekenning van de opdrachten

Indien een Partij een opdracht toekent inzake verwerving van goederen of van diensten, met inbegrip van bouwdiensten, met het oog op de uitvoering van dit akkoord, moeten genoemde opdrachten worden toegekend overeenkomstig de wetten en reglementen van die Partij of overeenkomstig de andere wetten en reglementen die door genoemde Partij kunnen gekozen worden. De Russische maatschappijen mogen ook contractanten of onderaannemers zijn.

Artikel 15

Wijzigingen en amende-menten

1. De Partijen van dit akkoord kunnen elke wijziging of amendement van dit akkoord of elk additioneel protocol daarbij overeenkomen.

2. Elke wijziging of elk amendement van dit artikel moet worden geratificeerd, aanvaard of goedgekeurd door alle Partijen. De wijzigingen of amendementen treden voor alle Partijen in werking, dertig dagen na de ontvangst door ten minste één van de Depositarissen van de laatste kennisgeving van ratificatie, aanvaarding of goedkeuring.

Artikel 16

Toetreding

1. Dit akkoord staat open voor de toetreding van elke Staat en elke intergouvernementele organisatie of regionale organisatie voor economische integratie beheerd door het internationaal publiekrecht, op uitnodiging van het Comité van het MMPKR.

2. Voor de partij die toetreedt, treedt het akkoord in werking dertig dagen na de datum van ontvangst door ten minste één van de Depositarissen van het toetredingsinstrument van de beschouwde partij en van de laatste officiële kennisgeving van aanvaarding van de Partijen.

Artikel 17

Depositarissen

De minister van Buitenlandse Zaken van de Russische Federatie en de Secretaris-generaal van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling worden aangesteld als Depositarissen. De Depositarissen oefenen hun functie uit overeenkomstig artikel 77 van de Conventie van Wenen over het recht van de verdragen van 23 mei 1969 en zij gaan over tot raadpleging in de uitoefening van hun functies.

Artikel 18

Inwerkingtreding, duur, terugtrekking en vervaldatum

1. Dit akkoord moet worden geratificeerd, aanvaard of goedgekeurd. De ratificatie-, aanvaardings- of goedkeuringsinstru-menten worden neergelegd bij ten minste één van de Depositarissen. Het akkoord treedt in werking dertig dagen na ontvangst door ten minste één van de Depositarissen van genoemde instrumenten uitgaande van de Russische Federatie en van een andere ondertekenaar en blijft van kracht gedurende vijf jaar vanaf die datum. Voor elke ondertekenaar die nadien dergelijk instrument neerlegt, treedt dit akkoord in werking dertig dagen na ontvangst van genoemd instrument door ten minste één van de Depositarissen en blijft van kracht tot aan zijn oorspronkelijke vervaldatum van vijf jaar.

2. Dit akkoord wordt elke vijf jaar stilzwijgend verlengd met vijf jaar. Ten minste negentig dagen voor het einde van de termijn van vijf jaar kan elke Partij aan ten minste één van de Depositarissen vragen een vergadering van de Partijen samen te roepen om de verlenging, de wijziging of de amendering van dit akkoord te bespreken.

3. Elke Partij kan zich uit dit akkoord terugtrekken negentig dagen na schriftelijke kennisgeving gericht aan ten minste één van de Depositarissen. Het Comité van het MMPKR wordt onmiddellijk gevat van deze aangelegenheid en bezorgt de Partijen zijn aanbevelingen met betrekking tot de voortzetting van het Akkoord.

4. De verplichtingen die voortvloeien uit de artikelen 8 tot 11, uit artikel 12, paragrafen 1 en 3 en uit artikel 13 van dit akkoord blijven van kracht ongeacht elke latere overdracht van eigendomsrecht dat betrekking heeft op het voorwerp van de samenwerking en ongeacht elke vernietiging van of terugtrekking uit dit akkoord, of einde van de geldigheid ervan.

5. Ongeacht elke vernietiging of einde van dit akkoord, blijven de bepalingen ervan van toepassing op elk Toepassingsakkoord waarvan de partijen overeenkomen de uitvoering ervan verder te zetten en dit voor de duur van het genoemde Toepassingsakkoord.

6. Wanneer een Partij zich terugtrekt uit dit akkoord maar toch partij blijft van een Toepassingsakkoord, blijven de bepalingen van dit akkoord voor die Partij gelden voor wat haar deelneming aan het genoemd Toepassingsakkoord betreft.

7. Dit akkoord is ten voorlopige titel van toepassing vanaf de ondertekenings-datum.

Gedaan te Stockholm op 21 mei 2003 in het Engels, het Frans en het Russisch, waarbij alle teksten rechtsgeldig zijn, in twee exemplaren waarvan één is neergelegd in de archieven van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Russische Federatie en het andere in de archieven van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling. De behoorlijk eensluidend verklaarde kopieën van dit akkoord zijn gericht aan de Ondertekenaars en de Partijen die toetreden. In geval van geschil of meningsverschil inzake interpretatie betreffende dit Akkoord, zal de Engelse tekst doorslaggevend zijn voor de interpretatie.


PROTOCOL

betreffende de rechtsvorderingen, de rechtsplegingen en de schadevergoeding bij de Kaderovereenkomst voor een multilateraal Milieuprogramma op het vlak van kernenergie in de Russische Federatie

De Regering van het Koninkrijk België, de Regering van het Koninkrijk Denemarken, de Regering van de Republiek Finland, de Regering van de Republiek Frankrijk, de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland, de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, de Regering van het Koninkrijk Noorwegen, de Regering van de Russische Federatie, de Regering van het Koninkrijk Zweden, de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, de Europese Gemeenschap, en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (hierna de Partijen genoemd),

Opnieuw hun belofte bevestigend de doelstellingen te verwezenlijken van het Kaderovereenkomst voor een multilateraal Milieuprogramma op het vlak van kernenergie in de Russische Federatie (hierna « het akkoord » genoemd) getekend op 21 mei 2003;

In de overtuiging dat het nodig is bepalingen vast te stellen opdat de Russische Partij geen vorderingen zou instellen tegen de Deelnemers en hun personeel, of hun contractanten, onderaannemers, consultants, rechtstreekse of onrechtstreekse leveranciers van uitrustingen, goederen of diensten op eender welk niveau en hun personeel, wegens verlies of schade van welke aard ook die voortvloeit uit activiteiten die zijn uitgevoerd krachtens het akkoord, of dat, indien vorderingen door een derde partij worden ingesteld, deze door de Russische Partij zouden vergoed worden,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN :

Artikel 1

1. De definities bepaald in artikel 2 van het akkoord zijn ten volle van toepassing op dit Protocol als waren zij hier integraal overgenomen.

2. Met het oog op dit Protocol, krijgen de volgende termen de hierna vermelde betekenis :

Nucleair ongeval :

Elk feit of elke opeenvolging van feiten van dezelfde oorsprong die Nucleaire schade veroorzaakt.

Nucleaire schade :

(i) elk overlijden, elke schade aan personen, elk verlies van goederen of elke schade aan goederen die voortspruit of resulteert uit radioactieve eigenschappen of uit een combinatie van die eigenschappen en giftige, explosieve of andere gevaarlijke eigenschappen van kernbrandstof, van radioactieve producten of afval die zich bevinden in een nucleaire installatie of van nucleaire materies die voortspruiten uit een nucleaire installatie, ervan afkomstig zijn of erheen worden gestuurd;

(ii) elk ander verlies of schade aldus veroorzaakt, ingeval en in zover het recht van de bevoegde rechtbank het voorziet;

(iii) indien het recht van de Staat waar de nucleaire installatie van de verantwoordelijke operator zich bevindt het voorziet, elk overlijden, elke schade aan personen, elk verlies van goederen of elke schade aan goederen die voortspruit of resulteert uit ioniserende straling die wordt afgegeven door elke andere stralingsbron die zich in een nucleaire installatie bevindt.

3. Indien naast Nucleaire schade, andere dan nucleaire schade veroorzaakt wordt door een Nucleair ongeval of tegelijkertijd door een Nucleair ongeval en een of meer andere gebeurtenissen, wordt die schade, met het oog op dit Protocol, voor zover deze niet op redelijk kan worden losgekoppeld van de Nucleaire schade, geacht Nucleaire schade te zijn die veroorzaakt is door genoemd Nucleair ongeval.

Artikel 2

1. Met uitzondering van de vorderingen die krachtens letsels of schade worden ingesteld tegen individuen, wegens handelingen of nalatigheden van genoemde individuen met de bedoeling letsels of schade te veroorzaken, stelt de Russische Partij geen enkele vordering in of begint zij geen enkele rechtspleging tegen de Deelnemers en hun personeel of hun contractanten, onderaannemers, consultants, rechtstreekse of onrechtstreekse leveranciers van uitrustingen, goederen of diensten op eender welk niveau en hun personeel, wegens verlies of schade van om het even welke aard, met inbegrip van maar niet uitsluitend lichamelijke letsels, het overlijden en rechtstreekse, onrechtstreekse en navolgende schade aan goederen die eigendom zijn van de Russische Federatie, wegens activiteiten die zijn uitgevoerd krachtens het akkoord. Deze paragraaf geldt niet voor de toepassing van de bepalingen die uitdrukkelijk in een contract zijn vastgelegd.

2. Met uitzondering van de vorderingen die krachtens Nucleaire schade tegen individuen worden ingesteld wegens handelingen of nalatigheden van genoemde individuen met de bedoeling schade te veroorzaken, zorgt de Russische Partij ervoor dat de Deelnemers en hun personeel, of alle contractanten, onderaannemers, consultants, rechtstreekse of onrechtstreekse leveranciers van goederen of diensten op om het even welk niveau en hun personeel, beschikken over een passend verweer in rechte, staat zij in voor hun vergoeding, en stelt zij geen enkele vordering of rechtspleging tegen hen in, in verband met alle vorderingen die door derde partijen worden ingesteld voor om het even welke rechtbank of instantie, wegens activiteiten die verricht zijn krachtens het akkoord, in hoofde van elke Nucleaire schade die heeft plaatsgevonden op het grondgebied van de Russische Federatie of buiten dat grondgebied en die resulteert uit een Nucleair ongeval dat heeft plaatsgevonden op het grondgebied van de Russische Federatie.

3. Op verzoek van een Partij, levert de Russische Partij of haar gemachtigde vertegenwoordiger een bevestigingsbrief af inzake vergoeding aan elke contractant, onderaannemer, consultant of rechtstreekse of onrechtstreekse leverancier waarin de bepalingen van dit Protocol worden bevestigd. Een model van genoemde bevestigingbrief is toegevoegd aan dit Protocol waarvan het wezenlijk deel uitmaakt.

4. Voor zover nodig, kunnen de Partijen zich beraden over rechtsvorderingen en rechtsplegingen die vallen onder dit artikel.

5. Elke storting betreffende de vergoeding vermeld in paragraaf 2 van dit artikel wordt onmiddellijk verricht en is vrij overdraagbaar aan de begunstigde in zijn eigen nationale munteenheid.

6. De Deelnemers, contractanten, onderaannemers, consultants en rechtstreekse en onrechtstreekse leveranciers van uitrustingen, goederen of diensten op om het even welk niveau en hun personeel kunnen vragen een uitspraak te doen over elk geschil in verband met de uitvoering van de verplichtingen die uit dit artikel voortvloeien, overeenkomstig het Arbitragereglement van de CNUDCI, indien dat geschil niet minnelijk is opgelost binnen de negentig dagen na de voorlegging ervan aan de Russische Partij. Elke scheidsrechterlijke uitspraak is definitief en wordt opgelegd aan de partijen bij het geschil.

7. Geen enkele bepaling van dit artikel kan worden geïnterpreteerd als zou ze vallen onder de bevoegdheid van een rechtbank of instantie buiten de Russische Federatie ten aanzien van vorderingen ingesteld door derde partijen en als zou ze vallen onder paragraaf 2 van dit artikel, met uitzondering van de bepalingen van paragraaf 6 van dit artikel en van elk ander geval waarin de Russische Federatie zich ertoe verbonden heeft een rechtsbeslissing, genomen op basis van internationale akkoorden, te erkennen en uit te voeren.

8. Geen enkele bepaling van dit artikel kan geïnterpreteerd worden als zou ze de immuniteit van de Partijen aantasten ten aanzien van vorderingen die kunnen ingesteld worden tegen één van hen door derde partijen.

Artikel 3

1. Dit Protocol staat open voor de ondertekening door elke Ondertekenaar van het Akkoord.

2. Dit Protocol moet worden geratificeerd, aanvaard of goedgekeurd door de Ondertekenaars die Partijen zijn bij het akkoord. De instrumenten voor ratificering, aanvaarding of goedkeuring worden neergelegd bij ten minste één van de Depositarissen van het Akkoord.

3. Dit Protocol staat open voor de toetreding van elke Partij die is toegetreden tot het Akkoord.

4. De toetreding geschiedt door middel van de neerlegging van een toetredingsinstrument bij ten minste één van de Depositarissen van het Akkoord.

5. De Depositarissen van dit Protocol zijn de Depositarissen van het akkoord; zij oefenen hun functie uit overeenkomstig artikel 77 van de Conventie van Wenen over het recht van de verdragen van 23 mei 1969 en bij de uitvoering van hun functies gaan zij over tot consultatie.

Artikel 4

1. Onder voorbehoud van inwerkingtreding van het akkoord, treedt dit Protocol in werking dertig dagen na de datum van ontvangst door ten minste één van de Depositarissen van het ratificerings-, aanvaardings- of goedkeuringsinstrument vermeld in artikel 3.2, uitgaande van de Russische Federatie en van dat van een andere Ondertekenaar bij dit Protocol en blijft van kracht gedurende vijf jaar te rekenen vanaf die datum. Voor elke Ondertekenaar die het nadien ratificeert, aanvaardt of goedkeurt, treedt het in werking dertig dagen na de ontvangst door ten minste één van de Depositarissen van het ratificerings-, aanvaardings- of goedkeuringsinstrument vermeld in artikel 3.2 en blijft het van kracht tot wanneer de oorspronkelijke termijn van vijf jaar verstreken is.

2. Voor elke Partij die toetreedt tot dit Protocol, treedt het in werking dertig dagen na de ontvangst door ten minste één van de Depositarissen van het toetredingsinstrument vermeld in artikel 3.4 en blijft van kracht tot wanneer de oorspronkelijke termijn van vijf jaar vermeld in paragraaf 1 van dat artikel verstreken is.

3. Dit Protocol wordt elke vijf jaar stilzwijgend verlengd met vijf jaar. Ten minste negentig dagen voor het einde van de termijn van vijf jaar kan elke Partij aan ten minste één van de Depositarissen vragen een vergadering van de Partijen samen te roepen om de verlenging, de wijziging of de amendering van dit Protocol te bespreken.

4. Elke Partij kan zich uit dit Protocol terugtrekken negentig dagen na de schriftelijke kennisgeving ervan aan ten minste één van de Depositarissen. Het Comité van het MMPKR wordt onmiddellijk gevat van deze aangelegenheid en bezorgt de Partijen zijn aanbevelingen met betrekking tot de voortzetting van het Protocol en het Akkoord.

5. De verplichtingen die voortvloeien uit dit Protocol blijven van kracht ongeacht elke latere overdracht van eigendomsrecht dat betrekking heeft op het voorwerp van de samenwerking en ongeacht elke vernietiging van of terugtrekking uit dit Protocol of het akkoord, of einde van de geldigheid ervan.

6. (a) Ongeacht elke vernietiging of einde van dit Protocol, blijven de bepalingen ervan van toepassing op elk Toepassingsakkoord waarvan de partijen overeenkomen de uitvoering ervan verder te zetten en dit voor de duur van het genoemde Toepassingsakkoord.

(b) Wanneer een Partij zich terugtrekt uit dit Protocol maar toch Partij blijft van een Toepassingsakkoord, blijven de bepalingen van dit Protocol voor die Partij gelden voor wat haar deelneming aan het genoemd Toepassingsakkoord betreft.

7. Van zodra

(a) de Conventie van Wenen betreffende de burgerlijke aansprakelijkheid inzake nucleaire schade van 21 mei 1963 (hierna « Conventie van Wenen » genoemd) en het gemeenschappelijk Protocol van 21 september 1988 betreffende de toepassing van de Conventie van Wenen en van de Conventie van Parijs (hierna « het gemeenschappelijk Protocol » genoemd) in werking zullen zijn getreden voor de Russische Federatie en van zodra

(b) de Conventie van Wenen of de Conventie van Parijs over de burgerlijke aansprakelijkheid op het vlak van kernenergie van 29 juli 1960 en het gemeenschappelijk Protocol in werking zullen zijn getreden voor elke andere Partij bij dit Protocol,

kan genoemde andere Partij, naar eigen discretie en middels schriftelijke kennisgeving aan de Russische Federatie, een einde stellen aan de toepassing van artikel 2.2 van dit Protocol tussen haarzelf en de Russische Federatie met betrekking tot elke activiteit die krachtens dit akkoord is aangevat en wordt beheerd door genoemde teksten. De Russische Federatie en de andere genoemde Partij zullen zich schriftelijk informeren over de data waarop genoemde teksten op hun respectief grondgebied in werking treden.

8. Dit Protocol is ten voorlopige titel van toepassing vanaf de ondertekeningsdatum.

Gedaan te Stockholm op 21 mei 2003 in het Engels, het Frans en het Russisch, waarbij alle teksten rechtsgeldig zijn, in twee exemplaren waarvan één is neergelegd in de archieven van het ministerie van Buitenlandse Zaken van de Russische Federatie en het andere in de archieven van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling. De behoorlijk eensluidend verklaarde kopieën van dit Protocol zijn gericht aan de Ondertekenaars en de Partijen die toetreden. In geval van geschil of meningsverschil inzake interpretatie betreffende dit Protocol, zal de Engelse tekst doorslaggevend zijn voor de interpretatie.


BIJLAGE

Model van bevestigingsbrief inzake schadevergoeding afgeleverd door het ministerie van de Russische federatie belast met atoomenergie aan [naam van de Contractant] (1)

Geachte heren,

De Regering van de Russische Federatie en [naam van de andere Partij] zijn Partijen bij het Kaderakkoord voor een multilateraal milieuprogramma op het vlak van kernenergie in de Russische Federatie (hierna het « MMPKR-Akkoord » genoemd) de dato 21 mei 2003, dat ernaar streeft de samenwerking te stimuleren op het vlak van veiligheid van gebruikte nucleaire brandstof en van radioactief afval in de Russische Federatie. Zij zijn tevens Partijen bij het Protocol van het MMPKR-Akkoord betreffende rechtsvorderingen, rechtsplegingen en schadevergoeding de dato 21 mei 2003 (hierna « het Protocol » genoemd).

Het ministerie van de Russische Federatie belast met atoomenergie, optredend in naam van de Regering van de Russische Federatie, erkent hierbij dat [naam van de Contractant] op [datum] met [naam van de Begunstigde] een [Toepassingsakkoord/Akkoord/Contract] heeft gesloten met het oog op het verstrekken van Bijstand voor de verwezenlijking van het MMPKR-project onder de naam [naam van het project]. De personen en eenheden die vermeld staan in bijgevoegde lijst vormen het personeel, onderaannemers, rechtstreekse en onrechtstreekse leveranciers en consultants van [naam van de Contractant] belast met het leveren van uitrustingen, goederen of diensten overeenkomstig [het Toepassingsakkoord/Akkoord/Contract]. De [naam van de Contractant] kan deze lijst regelmatig wijzigen middels een kennisgeving ervan aan het ministerie van de Russische Federatie belast met atoomenergie of aan zijn vertegenwoordiger die gemachtigd is voor de uitvoering van [naam van het project].

Het ministerie van de Russische Federatie belast met atoomenergie, optredend in naam van de Regering van de Russische Federatie, bevestigt dat overeenkomstig de artikelen 2.1 en 2.2 van het Protocol,

a) met uitzondering van de vorderingen die krachtens letsels of schade worden ingesteld tegen individuen, wegens handelingen of nalatigheden van genoemde individuen met de bedoeling letsels of schade te veroorzaken, het geen enkele vordering zal instellen of geen enkele rechtspleging zal beginnen tegen de [naam van de Contractant] en zijn personeel of zijn onderaannemers, consultants, rechtstreekse of onrechtstreekse leveranciers van uitrustingen, goederen of diensten op eender welk niveau en zijn personeel vermeld in bijgevoegde lijst en latere wijzigingen ervan, wegens verlies of schade van om het even welke aard, met inbegrip van maar niet uitsluitend lichamelijke letsels, het overlijden en rechtstreekse, onrechtstreekse en navolgende schade aan goederen die eigendom zijn van de Russische Federatie, wegens activiteiten die zijn uitgevoerd krachtens het MMPKR-Akkoord, met dien verstande dat deze paragraaf niet geldt voor de toepassing van de bepalingen die uitdrukkelijk in een contract zijn vastgelegd; en

b) met uitzondering van de vorderingen die krachtens Nucleaire schade tegen individuen worden ingesteld wegens handelingen of nalatigheden van genoemde individuen met de bedoeling schade te veroorzaken, zorgt het ervoor dat [naam van de Contractant] en zijn personeel, of alle onderaannemers, consultants, rechtstreekse of onrechtstreekse leveranciers van uitrustingen, van goederen of diensten op om het even welk niveau en hun personeel vermeld in bijgevoegde lijst en latere wijzigingen ervan, beschikken over een passend verweer in rechte, staat het in voor hun vergoeding, en stelt het geen enkele vordering of rechtspleging tegen hen in, in verband met alle vorderingen die door derde partijen worden ingesteld voor om het even welke rechtbank of instantie, wegens activiteiten die verricht zijn krachtens het MMPKR-Akkoord, in hoofde van elke Nucleaire schade die heeft plaatsgevonden op het grondgebied van de Russische Federatie of buiten dat grondgebied en die resulteert uit een Nucleair ongeval dat heeft plaatsgevonden op het grondgebied van de Russische Federatie.

Het ministerie van de Russische Federatie belast met atoomenergie, optredend in naam van de Regering van de Russische Federatie, gaat ermee akkoord dat elk geschil, elk meningsverschil of elke rechtsvordering die voortspruit uit deze Bevestigingsbrief inzake schadevergoeding of in verband daarmee, met inbegrip van het bestaan en de geldigheid ervan, voor definitieve beslissing ter beoordeling zal worden voorgelegd overeenkomstig het Arbitragereglement van de CNUDCI, indien genoemd geschil niet minnelijk kan worden opgelost binnen de negentig dagen na de voorlegging ervan aan de Regering van de Russische Federatie. De instantie die zal overgaan tot de aanstellingen krachtens het Arbitragereglement van de CNUDCI zal de Kamer van Koophandel van Stockholm zijn. De scheidsrechterlijke procedure zal plaatsvinden in de Arbitrage-instelling van de Kamer van Koophandel van Stockholm (Zweden) en zal geregeld worden door het Zweeds recht. Indien een gegeven situatie niet voorzien is in het Arbitragereglement van de CNUDCI, zal de arbitrale rechtbank beslissen over het verdere verloop.

Deze Bevestigingsbrief inzake schadevergoeding treedt in werking vanaf de ondertekening door het ministerie van de Russische Federatie belast met atoomenergie, optredend in naam van de Regering van de Russische Federatie, en zal van kracht blijven onder dezelfde voorwaarden als het MMPKR-Akkoord en het Protocol.

(handtekening) (titel)

(Gemachtigde vertegenwoordiger van het ministerie van de Russische Federatie belast met atoomenergie)

(datum)


VOORONTWERP VAN WET VOOR ADVIES VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE


Voorontwerp van wet houdende instemming met de volgende Internationale Akten :
1º Kaderovereenkomst voor een multilateraal Milieuprogramma op het vlak van kernenergie in de Russische Federatie;
2º Protocol betreffende de rechtsvorderingen, de rechstplegingen en de schadevergoeding bij de Kaderovereenkomst voor een multilateraal Milieuprogramma op het vlak van kernenergie in de Russische Federatie,
gedaan te Stockholm op 21 mei 2003

Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2

De Kaderovereenkomst voor een multilateraal Milieuprogramma op het vlak van kernenergie in de Russische Federatie, gedaan te Stockholm op 21 mei 2003, zal volkomen gevolg hebben.

Art. 3

Het Protocol betreffende de rechtsvorderingen, de rechstplegingen en de schadevergoeding bij de Kaderovereenkomst voor een multilateraal Milieuprogramma op het vlak van kernenergie in de Russische Federatie, gedaan te Stockholm op 21 mei 2003, zal volkomen gevolg hebben.


ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE 38.056/1


De RAAD VAN STATE, afdeling wetgeving, eerste kamer, op 18 januari 2005 door de minister van Buitenlandse Zaken verzocht hem, binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen voor een voorontwerp van wet « houdende instemming met de volgende Internationale Akten :

1º Kaderovereenkomst voor een multilateraal Milieuprogramma op het vlak van kernenergie in de Russische Federatie;

2º Protocol betreffende de rechtsvorderingen, de rechstplegingen en de schadevergoeding bij de Kaderovereenkomst voor een multilateraal Milieuprogramma op het vlak van kernenergie in de Russische Federatie, gedaan te Stockholm op 21 mei 2003 »,

heeft op 3 februari 2005 het volgende advies gegeven :

Het ontwerp geeft geen aanleiding tot opmerkingen.

De kamer was samengesteld uit :

De heer M. VAN DAMME, kamervoorzitter;

De heren J. BAERT en J. SMETS, staatsraden;

De heren G. SCHRANS en M. RIGAUX, assessoren van de afdeling wetgeving;

Mevrouw A. BECKERS, griffier.

Het verslag werd uitgebracht door de heer R. VANDER ELSTRAETEN, eerste auditeur waarnemend afdelingshoofd.

De griffier, De voorzitter,
A. BECKERS. M. VAN DAMME.

(1) Het kan nuttig zijn ervoor te zorgen dat een exemplaar van deze brief tevens gericht wordt aan de Regering van het land waarin de Contractant zijn activiteiten uitoefent.