3-1081/1 | 3-1081/1 |
9 MAART 2005
De vader heeft het recht om van het werk afwezig te zijn ter gelegenheid van de geboorte van een kind, gedurende 10 dagen, door hem te kiezen binnen 30 dagen, te rekenen vanaf de dag van de bevalling. Gedurende de eerste drie dagen behoudt de werknemer zijn loon, de resterende 7 dagen betaalt het RIZIV 82 % van het brutoloon, met evenwel een maximum van 86,35 euro/dag.
Terwijl mannen in heterogezinnen bij de geboorte van een kind recht hebben op tien dagen vaderschapsverlof, krijgen meemoeders of -vaders uit een holebi-gezin dat niet. Het vaderschapsverlof is met andere woorden niet toegankelijk voor meemoeders of -vaders uit holebi-koppels.
Artikel 30, § 2, eerste lid, van de arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978 bepaalt immers dat de werknemer het recht heeft om van het werk afwezig te zijn, « ter gelegenheid van de geboorte van een kind waarvan de afstamming langs zijn zijde vaststaat (...) ».
Het vaderschapsverlof is aldus gekoppeld aan de afstamming. De Nationale Arbeidsraad heeft reeds gewezen op het discriminerend karakter van die bepaling voor koppels van hetzelfde geslacht (1). Aangezien die kwestie geregeld wordt in het Burgerlijk Wetboek, vraagt de Nationale Arbeidsraad « dat de gevolgen hiervan elders zouden onderzocht worden. »
Het probleem kan als volgt omschreven worden : holebi's kunnen als alleenstaande kinderen adopteren, kunnen pleegouder zijn, voeden al samen kinderen op, maar kunnen op geen enkele manier hun gezamenlijk ouderschap wettelijk regelen.
Als adoptie door een niet-biologische ouder van een kind van zijn of haar partner wordt toegestaan kan dat ook een oplossing bieden voor het medeouderschap (co-ouderadoptie). De erkenning van anders samengestelde gezinnen en de mogelijkheid tot adoptie en co-ouderschap door koppels van gelijk geslacht is voor holebi-organisaties momenteel dan ook prioritair.
Zover zijn we nog niet. Het maatschappelijk debat hierover loopt volop. In afwachting van een definitieve regeling adoptie en co-ouderschap voor holebi's, wordt het daarom wenselijk geacht reeds een wijziging aan te brengen in de bestaande arbeidswetgeving.
Zo wordt bij de Holebi-federatie — de koepel van de Vlaamse en Brusselse holebi-verenigingen — reeds het goede voorbeeld gesteld : hun medewerkers krijgen tien dagen verlof als ze meemoeder of -vader worden (2). Met dit wetsvoorstel willen we die praktijk in de wetgeving verankeren en veralgemenen.
Concreet wordt ervoor geopteerd het vaderschapsverlof voor holebi's open te stellen en daartoe de arbeidsovereenkomstenwet aan te passen. Een partner van hetzelfde geslacht krijgt bij de geboorte van een kind ook recht op dezelfde 10 dagen verlof. Het bewijs van partnerschap moet geleverd worden door een uittreksel uit het bevolkingsregister waaruit de inschrijving op hetzelfde adres gedurende minstens één jaar blijkt of door de huwelijksakte. Ook de arbeidsovereenkomstenwet voor binnenschippers wordt in die zin aangepast.
Christel GEERTS. |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2
Artikel 30, § 2, eerste lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, gewijzigd door de wet van 10 augustus 2001, wordt aangevuld met de volgende bepalingen :
« Een partner van hetzelfde geslacht krijgt bij de geboorte van een kind hetzelfde recht. Het bewijs van partnerschap moet geleverd worden door een uittreksel uit het bevolkingsregister waaruit de inschrijving op hetzelfde adres gedurende minstens één jaar blijkt of door de huwelijksakte. »
Art. 3
Artikel 25quinquies, § 2, eerste lid, van de wet van 1 april 1936 op de arbeidsovereenkomst wegens dienst op binnenschepen, ingevoegd door dezelfde wet, wordt aangevuld met de volgende bepalingen :
« Een partner van hetzelfde geslacht krijgt bij de geboorte van een kind hetzelfde recht. Het bewijs van partnerschap moet geleverd worden door een uittreksel uit het bevolkingsregister waaruit de inschrijving op hetzelfde adres gedurende minstens één jaar blijkt of door de huwelijksakte. ».
17 februari 2005.
Christel GEERTS. |
(1) Advies nr. 1 439 van de Nationale Arbeidsraad van 19 maart 2003.
(2) Isha Van Alsenoy, woordvoerster Holebi-federatie, in De Morgen van 18 januari 2005.