Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-29

ZITTING 2004-2005

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen (Grootstedenbeleid)

Vraag nr. 3-1678 van de heer Vandenberghe L. d.d. 27 oktober 2004 (N.) :
Extreem-rechts. — Aankondiging door de minister van een studie.

Eind september 2004 kondigde u in de media een grootschalige studie naar het succes van extreem-rechts aan. Het lijkt alsof u niet op de hoogte bent van de onderzoeken en studies die op dit terrein reeds werden verricht.

In Vlaanderen werd in de voorbije jaren heel wat geïnvesteerd in leefbaarheidsenquêtes en tevredenheidsonderzoeken. Voor de dertien Vlaamse centrumsteden bestaan reeds stadsmonitoren die de resultaten van deze onderzoeken stad per stad bundelen. Het lijkt erop dat u met uw initiatief dit werk nog eens over wil doen.

Los van dit Vlaamse overheidsinitiatief is er ook reeds heel wat onderzoek verricht naar extreem-rechts aan zowel Nederlandstalige als Franstalige universiteiten.

1. Zal u met de Vlaamse overheid overleg plegen om na te gaan welk werk in Vlaanderen reeds werd verricht ? Zal u zich bij de opmaak van de aangekondigde studie baseren op de beschikbare gegevens of zal u nieuwe onderzoeken en enquêtes laten uitvoeren ?

2. Zal u zich bij de opmaak van de aangekondigde studie baseren op het onderzoek dat zowel aan Nederlandstalige als aan Franstalige universiteiten werd verricht, of zal u opdrachten uitschrijven voor nieuw onderzoek ?

3. Hoeveel financiële middelen hebt u voor nieuwe onderzoeken voorzien ?

4. Zal u in de studie onderzoeken in hoeverre de Vlaams-Waalse tegenstellingen in visie op intercultureel samenleven, justitie en veiligheidsbeleid een efficiënt en coherent stedenbeleid bemoeilijken ?

5. Zal u in de studie onderzoeken of de bundeling, op het niveau van de gewesten, van alle instrumenten die een efficiënt en coherent stedenbeleid mogelijk maken, niet opportuun zou zijn met het oog op het verbeteren van de levenskwaliteit in onze steden ?