3-89

3-89

Sénat de Belgique

Annales

MARDI 21 DÉCEMBRE 2004 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Dotation du Sénat - Dépenses de l'exercice 2003, budget pour l'exercice 2004 et prévisions budgétaires pour l'exercice 2005

Discussion

Mevrouw Jeannine Leduc (VLD). - Als voorzitter van de quaestuur breng ik u namens het College van quaestoren verslag uit over de uitgaven van het dienstjaar 2003, de uitvoering van de begroting 2004 en de begrotingsvooruitzichten voor 2005.

Vooraf herinner ik eraan dat de beslissingen die betrekking hebben op de uitgaven van het werkingsjaar 2003 voor het overgrote deel genomen werden door de vorige quaestuur, die overigens schitterend werk heeft verricht.

In naam van het College van quaestoren feliciteer en dank ik heel speciaal het hoofd van onze boekhouding en haar ambtenaren voor de schitterende verslaggeving en vooral voor alle inspanningen die ze hebben geleverd om een klaar en duidelijk overzicht te geven van de uitgaven van het dienstjaar 2003, de uitvoering van de begroting 2004 en voor het opstellen van de begrotingsvooruitzichten.

In de begrotingsvooruitzichten 2005 krijgen we een beter en duidelijker overzicht van de noden en behoeften, gerangschikt per begrotingspost. Deze herschikking en herbenoeming was nodig om meer transparante voorstellen te kunnen doen, die alle noodzakelijke voorzieningen samenvatten per welomschreven hoofdstuk of artikel. Met deze transparante herschikking is het duidelijk dat sommige voorziene uitgaven niet samendrukbaar zijn en zelfs stijgen ingevolge indexaanpassingen en sociale verplichtingen.

De nieuwe ploeg - de griffier, de directeur-generaal en het College van quaestoren - waarvan twee leden pas sinds enkele maanden lid zijn, hebben zich tot doel gesteld alle uitgaven en voorzieningen grondig te evalueren en te saneren waar nodig en mogelijk is, zonder evenwel de goede werking van de Senaat in het gedrang te brengen. Er is ook een nieuwe grote doelstelling. We willen namelijk alle senatoren verantwoordelijkheidszin bijbrengen, zowel in hun specifieke opdracht van voorzitter, commissievoorzitter en fractieleider, als in hun gewone opdracht van senator.

Met financiële middelen moet men immers met de grootste zorg omspringen en men moet ze als een goede huisvader of huismoeder beheren.

Over de restauratie van de salons van de voorzitter is er tijdens het weekend een en ander in de pers verschenen en ik wil alle mogelijke misvattingen hierover uit te weg ruimen. Als senatoren werken we in een van de mooiste gebouwen van het land. Dat houdt ook de verplichting in tot een degelijk onderhoud en instandhouding. Dit wil zeggen dat we de plicht hebben ervoor te zorgen dat het gebouw niet door de tand des tijds wordt aangetast en vervalt. Regelmatig onderhoud en tijdige restauratie zijn overigens geldbesparend. Daarom moeten deze oude gebouwen in ieder geval vochtvrij worden gehouden worden, regelmatig worden hersteld en waar nodig gerenoveerd en aangepast.

De salons van de voorzitter behoren tot de meest prestigieuze ontvangstruimten van het land. Het is een prioritaire taak van het College van Quaestoren om deze te onderhouden, te restaureren en in stijl te herstellen. De noodzaak tot restauratie kan aangetoond worden met enkele voorbeelden. Uit één schouw werd een ton vuil gehaald, dat daar wellicht ten gevolge van afbrokkeling en jarenlange ophoping is terecht gekomen. Dat houdt een groot brandgevaar in, uitgerekend in een ruimte waar schitterende en zeer kostbare Brusselse tapijten hangen. Ook de stabiliteit van de zoldering liet te wensen over: bij de voorbereiding van de schilderwerken en de reparatie van het stucwerk bleek dat de zoldering dreigde neer te storten. De restauratie was dus meer dan nodig en daarbij werden alle wettelijke voorschriften gevolgd.

De rekeningen van het dienstjaar 2003 werden afgesloten met een overschot van 1.203.926 euro. De bedoeling was om reserves aan te leggen voor de afscheidsvergoedingen die moesten betaald worden na de verkiezingen van 2003 en 2004. Er werd rekening gehouden met de te verrekenen indexen.

In artikel 1.1 `vergoeding aan de senatoren' is er ook een overschot van 311.474,99 euro. Dit overschot was grotendeels toe te schrijven aan de mogelijke programmatie van de senatorenvergoeding, waarmee rekening is gehouden bij het opstellen van de begroting, maar die uiteindelijk niet is doorgevoerd. Bovendien werden de gemeenschapssenatoren tijdens het verkiezingsjaar 2003 in de maand juni betaald door de regionale parlementen.

Anderzijds werd slechts rekening gehouden met een verhoging van het vakantiegeld tot 80 procent, daar waar 92 procent werd toegekend, dit ingevolge de beslissing die is genomen ten voordele van het senaatspersoneel. De bureauvergoeding van de fractieleiders kende eveneens een min-uitgave veroorzaakt door de vermindering van het aantal erkende fracties.

Over de toelage voor de pensioenkas voor senatoren en de spoorwegabonnementen van eresenatoren werden geen opmerkingen gemaakt.

Voor de afscheidsvergoedingen werd in 2002 en 2003 en reserve aangelegd om de afscheidsvergoedingen van 2003 en 2004 te betalen. Deze reserve werd voor een klein deel aangesproken. Het saldo werd overgedragen naar 2004. Voor 2004 werd derhalve slechts een bedrag van 1.030.000 euro begroot.

Voor het secretariaatspersoneel van de senatoren werd in 2003 een overschot opgetekend van 322.324 euro. Bij de opmaak van de begroting werd het aantal opzeggingsvergoedingen overschat. Bovendien heeft niet elke senator onmiddellijk een medewerker in dienst genomen.

Voor het secretariaat van het voorzitterschap en van de fractievoorzitters werden respectievelijk 245.888,87 en 3.612.847,36 euro uitgegeven. Sommige fracties nemen hun krediet echter niet volledig op. Het saldo werd dan overgedragen naar het volgende kalenderjaar. De opgebouwde reserve werd tijdens het verkiezingsjaar ten dele opgenomen.

Over de afstandsvergoeding van senatoren werden geen opmerkingen gemaakt.

Artikel 1.2 Fractiesecretariaten. De erkende fracties ontvangen voor hun fractiesecretariaat een subsidie voor hun werkingskosten van 51.180,85 euro à 100% per lid; de niet-erkende fracties ontvangen een subsidie 50.662,29 euro à 100%. Bovendien ontvangen de erkende fracties per lid een aanvullende subsidie van 6.006,80 euro à 100%. Bovendien worden de salarissen van de fractiesecretaris eveneens in deze post ten laste van de Senaat genomen. In 2003 werd 48.599,61 euro minder uitgegeven dan begroot onder meer omdat bepaalde fracties een parttime secretaris in dienst hadden genomen.

Artikel 2 Wedden en vergoedingen. Bij de opmaak van de begroting 2003 werd een reserve voorzien van 500.000 euro voor onvoorziene uitgaven. De helft van deze reserve werd aangesproken onder meer voor de aanpassing van de verhoogde terugbetaling van het woon-werkverkeer ingevolge prijsstijgingen van de treintickets, voor de stijging van de premies van verzekeringen en voor de stijging van het aantal losse medewerkers.

Punt 4. d handelt over het archief. Het contract dat in 2003 werd afgesloten met Mediargus en Press Banking zal in 2004 ongeveer 150.000 euro kosten. Mediargus en Press Banking kwamen er op vraag van alle fractievoorzitters. Ik hoop dat men nuttig gebruik maakt van de geboden mogelijkheden om de senatoren beter te informeren.

Over verlichting, verwarming en water zijn er geen opmerkingen.

Wat de werken betreft is het niet altijd mogelijk de werken uit te voeren in het jaar waarvoor ze werden begroot. Dit was onder meer het geval voor de vernieuwing van de salons van het voorzitterschap die initieel gepland was in 2003 door de vorige Quaestuur. De uitvoering vond evenwel plaats in 2004.

Anderzijds waren er dringende werken zoals aan het bureau van de heer Happart, waar ontzettend veel water uit de muren moest worden verwijderd.

Een volgende post is de aankoop van meubilair, materieel en kunstwerken. In 2003 werd er beslist nieuwe kantoorkasten aan te kopen voor de senatoren. De heer Schouppe had gesuggereerd om kasten met een hangklassement aan te kopen en we hebben dat ook gedaan.

Ook werden bij de galerij De Vuyst twee schilderijen van Wolvens aangekocht, namelijk `Het station van Lissewege' en `De waterstraal/park van Brussel' en dit voor een gezamenlijk bedrag van 45.880 euro. De Senaat bezit trouwens heel wat waardevolle schilderijen, vazen, bronzen werken, tapijten en andere kunstwerken. Misschien is dit patrimonium onvoldoende bekend en moeten we in 2005 naar aanleiding van het 175-jarig bestaan van België een tentoonstelling organiseren.

Op de post `protocol en reizen' was er jammer genoeg een overschrijding met 288.383 euro. We hebben voor de begroting 2005 de nodige maatregelen genomen opdat een dergelijke overschrijding zich niet zou herhalen. Wat de protocollaire verplichtingen betreft wil ik ook nog wijzen op de nieuwe outfits van de kamerbewaarders.

Dan kom ik bij artikel 12 `Toelagen in verband met de parlementaire assemblees en verenigingen'. Het gaat hier om vrij grote bedragen en de quaestoren hebben dan ook beslist om deze bedragen grondig te controleren en na te gaan in welke mate kan worden bespaard, zonder aan onze verplichtingen te verzaken.

Voor het restaurant is er een overschot van 34.411 euro.

Voor de informatica nemen de kosten jaarlijks toe. We hadden dit ook voorzien en er is een overschot van 53.848,97 euro.

Ik om nu bij de begroting 2004.

De volgende elementen hebben een invloed gehad op de lopende rekeningen van 2004. In november 2004 was er een indexsprong, die eigenlijk pas verwacht was voor maart 2005. Dit betekent per maand een meeruitgave van 63.500 euro. De in 2003 genomen beslissing om aan elke senator een deeltijdse universitaire medewerker toe te kennen werd in 2004 voor het eerst toegepast en dit heeft een meeruitgave met zich gebracht van één miljoen euro. Dit kon moeilijk worden voorzien omdat de dotatie 2004 reeds in juni moest worden aangevraagd.

De vernieuwingswerken in de salons van het voorzitterschap heb ik daarnet al uitgebreid toegelicht. In 2003 werd daarvoor 349.871 euro en in 2004 nog eens 125.000 euro uitgetrokken.

De sanitaire installaties aan het voorzitterschap en aan de koffiekamer bevonden zich in een lamentabele, zelfs een beetje beschamende toestand en werden gerenoveerd voor 81.627 euro.

Om elektriciteit, machines en dergelijke in overeenstemming te brengen met de Europese veiligheidsnormen was 36.780 euro nodig.

De in 2003 genomen beslissing in verband met de loonsverhogingen voor het personeel resulteerde in een uitgave van 1,1 miljoen euro. Zoals u weet heeft de Kamer beslissingen genomen die door de Senaat werden gevolgd. Daardoor kregen bepaalde categorieën personeelsleden een loonsverhoging. Deze beslissingen werden uitgevoerd in 2003 en doorgetrokken in 2004. Natuurlijk heeft dat een aanzienlijke meerkost tot gevolg gehad.

Ik kom nu bij de begroting voor 2005. Ze wordt gekenmerkt door een belangrijke nieuwe wind die in de Senaat waait, zowel in de Quaestuur als bij de griffier, de directeur-generaal en de ploeg die instaat voor de boekhouding. Zoals ik daarnet al zei, behoort het tot de hoofddoelstellingen te kijken waar er kan worden gesaneerd en de senatoren bij hun gewone en specifieke opdrachten te responsabiliseren. De wetgevende assemblees moeten al in de maand juni de dotatie voor het volgende jaar aanvragen. Voor de Senaat en voor de financiering van de politieke partijen werd er een bedrag van respectievelijk 63,032 miljoen en 8,350 miljoen euro aangevraagd. In de rijksmiddelenbegroting werd er voor de Senaat een bedrag ingeschreven van 57,613 miljoen euro. Dit werd na aanvraag tot rectificatie opgetrokken tot 61,5 miljoen euro. Ik wil speciaal onderstrepen dat ongeveer 90% van de geplande uitgaven betrekking hebben op niet te reduceren kosten: personeel, senatoren, ex-senatoren, administratief personeel, medewerkers, subsidies aan de fracties, onderhoudswerken aan het gebouw. We zijn dus verplicht de bestaande reserves aan te spreken om het verschil bij te passen en de begroting te kunnen uitvoeren, hopelijk zonder al te veel onverwachte schokken.

Met mobiliteit, flexibiliteit, vorming en interne promotie van het statutair personeel - in het verleden werd dit laatste nauwelijks toegepast - zullen we zoveel mogelijk trachten tegemoet te komen aan de vele nieuwe representatieve taken die de Senaat in het raam van zijn Europese en internationale rol heeft te vervullen. Het is evenwel niet uitgesloten dat we precies om die reden toch moeten overgaan tot rekrutering van een aantal nieuwe personeelsleden.

Er kunnen moeilijk besparingen worden gedaan inzake onderhoudswerken, aangezien het Paleis der Natie een historisch gebouw is dat tot het kunstpatrimonium van ons land behoort.

Wat dus die overige 10% betreft, zal de Senaat een inspanning doen om de kosten in de mate van het mogelijke te beperken, met name door besparingen op verplaatsingen naar het buitenland.

Het College van Quaestoren ziet erop toe, via een stelselmatige budgettaire controle, dat de uitgaven niet ontsporen. Zo dingt zich vanaf 2005 een herschikking en herbenoeming op van de begrotingsposten teneinde meer duidelijkheid te geven in de kosten.

Artikel 1.1 Vergoedingen voor de Senatoren. Er werd rekening gehouden met de verdubbeling van de premie voor de verzekeringen voor gezondheidszorg.

Pensioenkas voor Senatoren. Ingevolge de stijging van het aantal eresenatoren dat aanspraak maakt op een abonnement op de Belgische spoorwegen, is een verhoging met 7.820 euro gerechtvaardigd.

Ten gevolge van de uittredingen in 2003 en 2004, moet voor 2005 in een uitgave van 1.826.000 euro worden voorzien.

De invulling van het volledige bestand van de deeltijdse universitaire medewerkers betekent een meeruitgave van 952.000 euro.

Een bedrag van 375.000 euro werd voorzien voor het personeel van het voorzitterschap.

Voor de fractievoorzitters werd een basisbedrag, bestemd voor het aanwerven van fractiepersoneel, van 50.500 euro per lid voorzien. `Niet-erkende' fracties ontvangen per lid, 75% van het bovenvermelde bedrag.

Voor sociale voordelen werd in een bedrag van 311.000 euro voorzien. Al deze bedragen leiden tot een verhoging van de uitgaven voor dit artikel met 179.000 euro. De Senaat voorziet in tal van sociale voorzieningen voor het personeel. Dat is een uitgave waar we fier mogen op zijn.

Artikel 1.2: Voor de fractiesecretariaten wordt een min-uitgave van 56.100 euro verwacht ingevolge het wegvallen van enkele aanvullende subsidies voor de niet-erkende fracties en ook de stijging van het aantal onafhankelijk zetelende senatoren.

Er is ook een verhoging van de bezoldiging van het personeel met 3.062.500 euro. Die is het gevolg van de indexaanpassing, de weddenschaalverhogingen, de loonsverhogingen, de verzekeringen, de werkgeversbijdrage, de leeftijdstoelage en de onkosten voor woon-werkverkeer. Voortaan worden de taalcursussen en de opleidingen en tegemoetkomingen in het raam van het PC-privé-project ook op deze post van de begroting ingeschreven.

Inzake kantoorbenodigdheden hebben we in 2004 een stockbeheerder aangesteld. De meeruitgave hiervoor moet in de toekomst leiden tot een min-uitgave. Daarom werd hiervoor slechts 200.000 euro uitgetrokken.

Aan het camerasysteem werd 298.360 euro uitgegeven. Dit artikel omvat alle kosten die verband houden met de leasing van het camerasysteem en met het inhuren van recorders, van personeel en van de aanschaf van cassettes.

Voor de externe communicatie werd 79.000 euro uitgetrokken, onder andere voor de publicatie van de Senaat die opnieuw tweemaal per jaar zal verschijnen.

Voor de informatie die van de buitenwereld naar de Senaat komt, onder andere Mediargus, Press Banking, wetboeken, abonnementen, enzovoorts, werd 735.000 euro uitgegeven.

Voor verlichting, verwarming en water wordt een uitgave van 350.000 euro gebudgetteerd. Het energieverbruik zal het voorwerp uitmaken van een grondige studie om te onderzoeken in welke mate naar een rationeler en duurzamer verbruik kan worden overgegaan. We sporen elke senator en elke ambtenaar aan om het licht te doven, als hij zijn kantoor verlaat en om niet het venster open te zetten maar de radiator dicht te draaien als hij het te warm krijgt.

Voor de bibliotheek van het Parlement hadden we een ernstige achterstand ten opzichte van onze verplichtingen, zodat we de uitgaven hiervoor nu hebben moeten optrekken tot 211.000 euro.

Voor werken die in 2005 worden gepland, wordt 450.000 euro uitgetrokken. We willen onze ervaring met vroeger restauratiewerk benutten om een dossier op te maken voor klassering, zodat we onze komende restauraties op een andere manier kunnen financieren. We moeten hierbij echter rekening houden met de omstandigheid dat de Senaat slechts gebruiker is van dit gebouw en dat de staat eigenaar is.

Inzake aankoop van meubilair, materieel en kunstwerken kan ik melden dat we op het ogenblik bezig zijn een inventaris op te maken. Onze voorgangers hebben schitterende werken aangekocht die het patrimonium van de Senaat enorm hebben verrijkt. We willen dit beleid voortzetten door ook werken van hedendaagse kunstenaars aan te kopen. Er zal een commissie worden samengesteld voor advies bij de aankopen van kunstwerken.

In het artikel over bilaterale relaties, protocol en public relations werd tot 2004 geen onderscheid gemaakt tussen de diverse onderdelen. Zoals reeds vermeld wordt voorgesteld dit artikel op te splitsen in `Bilaterale Relaties' en `Protocol en Public Relations'.

In `Bilaterale relaties' zijn de werkings-, colloquia- en reiskosten van de commissies, adviescomités en werkgroepen begrepen.

Daarvoor wordt jaarlijks voorzien in een bedrag van 232.500 euro. Dit bedrag werd berekend op basis van het gemiddelde van de uitgaven van de laatste 10 jaar, verhoogd met een coëfficiënt voor de levensduurte en een bedrag voor de organisatie van één colloquium.

Het is de bedoeling om vanaf de volgende regeerperiode een budgettaire enveloppe toe te kennen van 110.000 euro per commissie voor de hele duur van de regeerperiode.

De enveloppe waarover het comité I kan beschikken bedraagt 50.000 euro.

Ik had het daarnet over de responsabilisering. Welnu, de bureaus van de commissies, de commissieleden en de commissievoorzitters zullen erover moeten waken dat de kosten voor commissiereizen, voor colloquia binnen de commissie en voor de ontvangst van gasten tijdens een lunch of een receptie, de budgettaire enveloppe niet overschrijden. Als een commissie op één van die posten meer wil uitgeven, zal ze moeten besparen op een andere post. Het college van quaestoren is overeengekomen dat de commissiereizen binnen een regeerperiode beperkt worden tot één reis binnen Europa en één reis buiten Europa. We zullen er zorgvuldig over waken dat er geen fouten op dat vlak gebeuren.

De post `kosten van parlementaire delegaties' bevat zowel de uitgaven inzake ontvangsten van buitenlandse delegaties als die welke betrekking hebben op het uitzenden van Belgische delegaties naar het buitenland.

Voor `Colloquia en andere gebeurtenissen' wordt in 110.000 euro voorzien. Het betreft colloquia georganiseerd door de Senaat zelf - niet door een welbepaalde commissie. Voorbeelden daarvan zijn het colloquium over terrorisme of de Europese week.

We zullen dus een keuze moeten maken in het organiseren van colloquia. Wekelijks een colloquium organiseren kan overigens niet worden gedragen door de administratie. Via de colloquia wordt aan de Senaat meer uitstraling gegeven, maar toch zullen er keuzes moeten worden gemaakt.

Voor `Protocol en Public Relations' wordt in 359.200 euro voorzien. Dit bedrag dekt alle protocollaire plechtigheden en verplichtingen van de Senaat en van het voorzitterschap. Het is duidelijk dat ook onze voorzitter, mevrouw Lizin, wordt geresponsabiliseerd. Zij beschikt over een bepaald budget voor de werking van haar voorzitterschap.

Voor `Dienst- en huurwagens' wordt in een verhoging van 35.000 euro voorzien.

Artikel 12 betreft de `Multilaterale relaties en toelagen aan verenigingen'. Deze post willen we grondig bekijken voor 2005. Er zijn wel enkele bijzondere uitgaven; met name voor de Belgische kandidatuur voor de Interparlementaire Unie wordt in 100.000 euro voorzien; voor het Belgische Voorzitterschap van de West-Europese Unie wordt in 7.500 euro voorzien. Voor de nieuwe Euro-mediterrane parlementaire assemblee wordt in 18.000 euro voorzien. Voor het ECPRD, European Centre for Parliamentary Research and Documentation, wordt in 10.000 euro voorzien. Deze bedragen zijn gedeeltelijk overgenomen van het vorige dienstjaar.