3-86 | 3-86 |
De voorzitter. - De heer Vincent Van Quickenborne, staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste minister, antwoordt namens de heer Patrick Dewael, vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken.
Mevrouw Fatma Pehlivan (SP.A-SPIRIT). - De laatste tijd wordt er fel gedebatteerd over de aanwezigheid van moslims in onze samenleving en de vermeende onverzoenbaarheid van islamitische waarden en normen met de principes van een democratische rechtsstaat. De minister heeft het debat in de media op gang getrokken met een aantal opmerkelijke uitspraken over de ongelijkwaardigheid van culturen. Daarbij beweerde hij dat culturen die vrouwen niet gelijkwaardig achten aan mannen inferieur zijn aan culturen die mannen en vrouwen wel gelijkwaardig achten. De minister heeft zich willen afzetten tegen de minderwaardige positie van de vrouw door te verwijzen naar de verplichte sluier, het gedwongen huwelijk en de verstoting. Volgens de minister mag het probleem van de gedwongen huwelijken, het dragen van de sluier, de burka en vrouwenbesnijdenissen niet geminimaliseerd worden.
Over het algemeen wordt er een onderscheid gemaakt tussen gearrangeerde en gedwongen huwelijken. De minister heeft zich geregeld uitgesproken tegen de praktijk van gedwongen huwelijken. Over hoeveel gevallen van gedwongen huwelijken gaat het voor het jaar 2003, 2002, 2001 en 2000? Op welke gegevens en studies baseert de minister zich om concreet te antwoorden op de vraag en om uitspraken te doen in de verschillende media? Welke concrete beleidsmaatregelen heeft de minister al ondernomen tegen gedwongen huwelijken?
De minister heeft zich in de media niet alleen uitgesproken over gedwongen huwelijken. Ook over andere onderwerpen met betrekking tot de positie van moslimvrouwen in België heeft de minister uitspraken gedaan. Welke concrete initiatieven heeft de minister al genomen om de positie van moslimvrouwen in België te verbeteren? Hoe denkt de minister de ongelijkwaardige positie van bepaalde moslimvrouwen in de toekomst te verbeteren?
De regering wil in overeenstemming met het regeerakkoord de interculturele dialoog bevorderen. Bij de uitvoering van het regeerakkoord heeft de toenmalige minister voor Maatschappelijke Integratie Marie Arena een `Commissie voor Interculturele Dialoog' opgericht onder voorzitterschap van Annemie Neyts en Roger Lallemand. Heeft de minister de problemen die hij aankaart in de media, zoals gedwongen huwelijken, ter discussie voorgelegd aan de `Commissie voor Interculturele Dialoog', een door de regering opgericht orgaan? Welke initiatieven heeft de minister zelf al ondernomen om de interculturele dialoog te bevorderen?
De heer Vincent Van Quickenborne, staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste minister. - Zoals de minister eerder heeft aangekondigd zal hij zijn bevoegdheidsdomein ten volle gebruiken om de strijd te voeren tegen alle vormen van misbruiken van de immigratieprocedures. Gedwongen huwelijken zijn een dergelijk misbruik, waarbij de betrokken vrouwen veel leed wordt aangedaan. Concreet zal de omzetting van een aantal richtlijnen inzake gezinshereniging de minister de mogelijkheid bieden om te voorzien in een reglementair kader om bepaalde onaanvaardbare situaties aan te pakken. Er bestaat helaas geen statistisch materiaal over het totaal aantal gedwongen huwelijken in België. Vele slachtoffers ondergaan immers hun lot in stilte. Niemand zal evenwel durven ontkennen dat het probleem wel degelijk bestaat. De minister en zijn administraties worden trouwens regelmatig aangeschreven door vreemdelingen die gedwongen werden om in het huwelijk te treden teneinde een partner een verblijfsvergunning te bezorgen. De minister meent dan ook dat hij door zijn open en directe stellingname een aanzet heeft gegeven om bepaalde problemen bespreekbaar te maken.
Het feit dat er een Commissie voor Interculturele Dialoog werd opgericht houdt zijns inziens niet in dat er niet via andere kanalen een debat kan worden opgestart.
Het is een vergissing te stellen dat aan de ongelijkwaardige positie van moslimvrouwen volledig kan worden verholpen door wetgevende initiatieven. De minister pleit dan ook voor een grondige mentaliteitswijziging bij bepaalde groepen die het blijkbaar nog moeilijk hebben met het feit dat mannen en vrouwen gelijk zijn. De minister zal daarom de mistoestanden die hij vaststelt blijven aankaarten.
Mevrouw Fatma Pehlivan (SP.A-SPIRIT). - Ik dank de minister voor zijn antwoord maar ik vind dat als je een uitspraak doet, je ook met statistische gegevens naar buiten moet kunnen komen. Als de minister van Binnenlandse zaken zonder cijfergegevens bepaalde uitspraken doet, schept hij een verkeerd beeld.